Verkiezingsblog 1: De christendemocraten over de dijk

Vandaag de eerste in een serie blogs over de Kamerverkiezingen op 15 maart. Evert-Jan Brouwer, politiek adviseur van Woord en Daad, houdt van politiek. Verkiezingsprogramma’s doorspitten: voor anderen een bezoeking, voor hem een hobby. Elke week zal Evert-Jan een blog schrijven over één politieke partij. Daar komt hij natuurlijk nooit mee klaar voor 15 maart, dus hij begint bij de gevestigde partijen en ziet wel hoe ver hij komt. Hij zal bijzondere aandacht geven aan ontwikkeling, duurzaamheid en Europa. Het CDA krijgt de primeur.

Met veel interesse heb ik het CDA programma doorgelezen. Vanwege mijn persoonlijke achtergrond voel ik wel enige affinititeit met deze partij. De christendemocraten willen ‘keuzes maken voor een beter Nederland’.

We herinneren ons nog het filmpje van de vorige verkiezingen: een onvermoeibare, maar eenzame Buma die keihard langs molens en over dijken wielrent. Daar kreeg hij toen kritiek op. Maar als je hun nieuwste programma doorneemt, zie je dat Buma het toch echt sámen wil doen. Dat sámen begint voor het CDA in het gezin. En het eindigt in Europa en de wijdere wereld. Voor het CDA geen Nexit. Zelfs een pleidooi voor een ‘sterkere en vitalere’ Europese Unie. Dat getuigt van lef. Kom daar maar eens om op rechts.

Terecht zeggen de CDA’ers dat de EU zich in een zeer diepe crisis bevindt. Maar dat leidt bij hen niet tot een ‘crisismood’. Ze keren de EU de rug niet toe maar pleiten ervoor dat de EU zich op kerntaken richt. Volgens de CDA-tekst zijn dat veiligheid en economische stabiliteit. ‘Op de andere dossiers blijft een Europese aanpak uiteraard mogelijk’.

Ik vind dat een beetje te vrijblijvend. Vanuit christendemocratische principes als ‘subsidiariteit’ en ‘soevereiniteit in eigen kring’ zou ik verwachten dat het CDA nóg praktischer zou kijken welke uitdaging je het beste op welk niveau kunt aanpakken. Het toewerken naar een circulaire economie, die toekomstbestendig is, of het vormgeven van energiebeleid, zijn toch echt zaken waarbij een gemeenschappelijke Europese aanpak noodzakelijk is. Al was het maar om te voorkomen dat het ene land de verantwoordelijkheid voor mondiale problemen op andere landen afschuift.

Bemoedigend vond ik de regels over internationale handelsovereenkomsten.  Het CDA wijst erop dat ze macro-economisch interessant kunnen zijn, maar als eerste de lage- en middeninkomens negatief kunnen treffen. In Nederland bedoelen ze dan, denk ik. Ik mag nu dus hopen dat het CDA ook de effecten van dat soort overeenkomsten op lage- en middeninkomens in armere landen meeweegt. Zeg maar het principe van beleidscoherentie. We kunnen het CDA hier na de verkiezingen zonodig op aanspreken.

Ontmoedigend, dat dan ook wel weer, was voor mij het paragraafje over internationale samenwerking. Met nadruk: paragraafje. Het is nog geen halve pagina lang. De auteur van dit stukje krijgt van mij de Vaagheidsprijs, een prijs die ik zelden uitreik. Het CDA wil defensie, diplomatie, handel en ontwikkelingssamenwerking integreren. Dat wil Nederland al vele jaren, maar een ervaren politieke partij moet dan toch vooral aangeven ‘hoe’. En niet blijven steken in het ‘dat’. Er zijn immers ook genoeg voorbeelden te geven waarbij ontwikkelingsbelangen door handelsbelangen overvleugeld worden. En dan draagt die integratie niet bij aan armoedebestrijding.

Ik moest even gaan verzitten toen ik aankwam bij het zinnetje: ‘De afgelopen decennia is er teveel op internationale samenwerking bezuinigd’. De historie is namelijk dat er door de paarse kabinetten zeer royaal in geïnvesteerd werd. Maar dat het prof.mr.dr. J.P. Balkenende (sic) was die als eerste de bijl flink in het budget zette. Wie vervolgens gerekend had op een ambitieus financieel voornemen voor 2017-2020 – zou toch logisch zijn na zo’n zinnetje – komt enigszins teleurgesteld uit. In de oorspronkelijke tekst stond dat de financiering van internationale samenwerking zou worden ‘omgevormd’ (Bobotaal). Dankzij een amendement de Commissie Buitenland is dit afgelopen zaterdag op het CDA-congres gelukkig verduidelijkt tot: ‘er worden in de komende jaren extra middelen vrijgemaakt’. Maar daarna volgt nog zo’n gecompliceerde bijzin, dat ik me wel afvroeg hoeveel extra €’s nu eigenlijk worden vrijgemaakt en bij wie ze terechtkomen.

Afsluitend: op het niveau van de algemeenheden schreef het CDA een mooi verkiezingsprogramma, met veel aandacht voor belangrijke waarden en principes, zoals solidariteit en eerlijke economie. Daar zijn en blijven ze op aanspreekbaar. Maar op het niveau van de concrete voornemens is het een wollige en soms zwakke tekst. Het CDA blijft een middenpartij, de uitwerking van het programma kan nog veel kanten op.

Internationale samenwerking bevindt zich in een hoekje waar al jaren harde klappen vallen. Intussen wordt de wereld er niet stabieler op en neemt de ongelijkheid toe. Goed als Buma dit in zijn achterhoofd houdt, mocht hij na 15 maart aan de onderhandelingstafel belanden. Als ik het zo positief mogelijk uitleg, is het een vorm van ‘constructive ambiguity’. Dat biedt de mogelijkheid aan allerlei maatschappelijke partijen om de positie van het CDA op thema’s als armoede, ongelijkheid en duurzaamheid aan te scherpen.

Volgende week behandelt Evert-Jan de SP.

Auteur
Vice Versa

Datum:
17 januari 2017
Categorieën: