Vrijdagmiddagborrel: Mismatch

We hebben in Nederland op het gebied van mondiale samenwerking een echte topsector in huis die helaas niet op waarde wordt geschat door de Nederlandse politiek, schrijft Marc Broere in deze Vrijdagmiddagborrel. Alleen op het gebied van framing en communicatie lijkt de sector soms wel op een amateurclub die op een knollenveld speelt. Een ander narratief is nodig.

Afgelopen week werd stilgestaan bij de Dag van de Persvrijheid. En met die persvrijheid is het zorgelijk gesteld als je de kranten leest en cijfers onderzoekt. Bijna dagelijks lees je wel berichten over journalisten die worden opgepakt of vermoord: Egypte, Bangladesh of Turkije – de nieuwe heilstaat van Diederik Samsom-  om maar enkele voorbeelden te noemen. Niet alleen journalisten staan onder druk. Ook activisten en het maatschappelijk middenveld worden wereldwijd steeds meer aan banden gelegd. Ik vind dit een van de meest zorgelijke trends die we op dit moment op de wereld hebben.

Gelukkig zijn er maatschappelijke organisaties in Nederland die zich hier zorgen over maken en bezig zijn om hun collega-journalisten, activisten en lokale ontwikkelingswerkers te ondersteunen: denk aan Free Press Unlimited, Amnesty International, Both ENDS, Mama Cash en tal van anderen. Mondiale solidariteit is belangrijker dan ooit in deze tijden.

Duurzame ontwikkelingsdoelen

Aan de andere kant heb je een deel van de ontwikkelingsgemeenschap die naast projecten ‘in het veld’  ook bezig is met het beleid en lobby rondom de uitvoering van de sustainable development goals, ook wel duurzame ontwikkelingsdoelen genoemd. Deze doelen werden in september 2015 aangenomen door de Verenigde Naties als opvolger van de millenniumdoelen. Het gaat om zeventien hoofddoelen met nog een heleboel subdoelen. Dat is ingewikkelder dan de acht millenniumdoelen die er waren. Aan de andere kant is het ontwikkelingsvraagstuk een ingewikkelde materie, dus het feit dat er meer doelen zijn hoeft zeker niet verkeerd te zijn.

Het verschil met de millenniumdoelen is ook dat de nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelen eveneens gelden voor rijke landen en niet meer exclusief op het armste deel van de wereld zijn gericht. Als je al langer meeloopt in deze sector, zoals ik, dan zie je overigens dat deze benadering helemaal niet nieuw is. Op de grote VN-conferentie over duurzame ontwikkeling in 1992 (de UNCED) werd Agenda 21 afgekondigd, wat ook een agenda voor zowel het Noorden als het Zuiden was. Dat was destijds een enorme doorbraak.

Met de komst van de millenniumdoelen werd de klok echter weer teruggedraaid en slaagden de westerse landen erin om hun eigen verantwoordelijkheden af te kopen met de belofte om meer traditionele ontwikkelingshulp te gaan geven. Nu zijn we met nieuwe doelen die zowel voor rijke als arme landen gelden gelukkig weer terug op het spoor dat de wereldgemeenschap in 1992 insloeg; met 15 jaar vertraging weliswaar.

Er gaat iets mis

Maar er gaat iets mis, dat zie je nu al. Op onze website zijn we begonnen met een reeks artikelen over de duurzame ontwikkelingsdoelen onder de titel Ready for Change. Even een paar citaten uit artikelen die we publiceerden. ‘Wat heb ik met die duurzame ontwikkelingsdoelen te maken?’ of: ‘De SDG’s, dat is eigenlijk mijn gebied niet zo.’

Er lijkt een mismatch te zijn tussen dat deel van de ontwikkelingssector die de duurzame ontwikkelingsdoelen aan het promoten is -en waarbij meteen ook een subsidiecircuit is opgetuigd door het ministerie en de sector zelf- en de mensen en organisaties die dagelijks met onrecht en schendingen van mensenrechten te maken hebben. Dat is jammer want Amnesty International directeur Eduard Nazarski was blij verrast om te horen dat ook onderwerpen als migratie en ongelijkheid in de duurzame ontwikkelingsdoelen staan, zei hij tegen Vice Versa. Hij wist het alleen niet. ‘Het kan zijn dat het op dit moment nog niet zo leeft, maar we moeten het koesteren wanneer we het in de VN eindelijk ergens over eens zijn’, aldus Nazarski.

Verschillende werelden

Mensen als Nazarski hebben dagelijks te maken met moord en marteling, net als andere maatschappelijke organisaties die hun broeders en zusters in het Zuiden onder druk zien staan. Maar als je met het deel van de sector praat dat zich met de duurzame ontwikkelingsdoelen bezighoudt, dan gaat het vaak over ‘stakeholders’ of ‘implementatie’ of over ‘SDG-subdoel 10.7’. Het lijken compleet verschillende werelden te zijn, terwijl hun missie allebei een rechtvaardige mondiale wereld is. Bij de ene wereld ruik je de lucht van traangas, kruitdampen of de geur van sloppenwijken, bij de andere die van de boenwas van de vergaderzaal en de uitstekende lunches van weer een conferentie, seminar of workshop. De laatste groep slaagt er niet in om ook andere maatschappelijke organisaties buiten de ontwikkelingsector, zoals migrantenorganisaties en mensenrechtenorganisaties, te bereiken met de boodschap dat de duurzame ontwikkelingsdoelen ook hen aangaan.

Ik denk dat de wereld van Nazarski en de maatschappelijke organisaties die mondiale solidariteit in de praktijk brengen het deel van de sector is dat veel Nederlanders kan mobiliseren en raken. Voor die andere wereld geldt dat niet. Ik constateer dat je nu al na een half jaar ziet dat de framing van de duurzame ontwikkelingsdoelen anders moet omdat het de Nederlandse burger anders verder vervreemdt van mondiale samenwerking.

Wat ik in dit kader overigens positief vind is het initiatief van Partos, de Foundation Max van der Stoel en Woord en Daad om de duurzame ontwikkelingsdoelen nu te koppelen aan mondiale beleidscoherentie. Het principe van dat wat je met de ene hand geeft niet mag worden teruggenomen door incoherent beleid met de andere hand (iets dat door de Nederlandse regering volop wordt gedaan, denk aan onze rol bij de internationale wapenhandel), is iets wat iedereen snapt en communicatief heel sterk en beeldend geïllustreerd kan worden.

Topsector 

We hebben in Nederland op het gebied van mondiale samenwerking een echte topsector in huis die helaas niet op waarde wordt geschat door de Nederlandse politiek. Een sector ook met een geweldige reputatie in het buitenland. Alleen op het gebied van framing en communicatie lijken we soms wel op een amateurclub die op een knollenveld speelt.

Ik zou tegen al die mensen die zich met de duurzame ontwikkelingsdoelen bezighouden willen zeggen: gooi die puzzelstukjes nog eens helemaal door elkaar en ga die puzzel opnieuw leggen. En doe dat met mensen die normaal praten en geen woorden als stakeholders en implementatie  in de mond nemen. Ga verder naar mensen als Eduard Nazarski toe en betrek diegenen erbij die echt met de voeten in de klei staan. Jan Gruiters, de directeur van PAX, vertelde mij enkele weken geleden dat de ontwikkelingssector een ‘ander narratief’ nodig heeft, een nieuw repertoire, om weer volledig mee te doen in het debat over een rechtvaardige mondiale wereld.  Vraag ook hem om advies, want hij heeft daar uitmuntende ideeën over. Dan wordt het misschien toch nog wat met die SDG’s, ofwel duurzame ontwikkelingsdoelen, in Nederland.

Auteur
Marc Broere

Datum:
06 mei 2016
Categorieën: