
De urgentie van vredebevorderend wetenschappelijk onderzoek
Een Nationale Wetenschapsagenda die zich bewust ontfermt over wereldwijde vrede. Bij de NWO-WOTRO werd hiermee op 9 maart een ambitieus begin gemaakt. Jan Michiel Otto, professor Recht en Bestuur in Ontwikkelingslanden aan de Universiteit Leiden, zat de werkgroep voor die wetenschappelijke prioriteiten moest formuleren op het gebied van conflict en recht. ‘Er zijn veel grote conflicten gaande, dus we moeten vooral niet te lang wachten.’
Volgens de UNHCR zijn de afgelopen vijf jaar minstens vijftien nieuwe conflicten uitgebroken of opnieuw opgelaaid. De vraag naar de oorzaken en verloop van conflict is daarom belangrijker dan ooit. Net als de vraag hoe je instituties kan opbouwen, en hoe mensen toegang kunnen krijgen tot de rechtsstaat, zodat de broodnodige stabiliteit kan worden gecreëerd. Deze drie thema’s stonden op 9 maart centraal in de NWO-WOTRO themasessie over conflict en recht. Jan Michiel Otto, professor Recht en Bestuur in Ontwikkelingslanden aan de Universiteit Leiden en directeur van het Leidse Van Vollenhoveninstituut voor Recht, Bestuur en Ontwikkeling, zat de werkgroep voor en blikt terug op de discussie.
Waarom is het van belang dat de Sustainable Development Goals (SDG’s) in de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) worden opgenomen?
‘Nederland heeft zich aan de SDG’s gecommitteerd: het zijn dus ook onze doelen. Ze zijn heel ambitieus en ook best lastig te bereiken. Het is daarom verstandig dat je de uitvoering ervan combineert met ontwikkelingsgericht onderzoek.
Veel vragen uit de Nationale Wetenschapsagenda zijn tweeslachtig: in de beschrijving gaat het vooral over Nederland, maar ze kunnen ook van toepassing zijn op ontwikkelingslanden. Dan weet je niet zeker of er aandacht bestaat voor het onderzoek in ontwikkelingslanden. Daarom is het goed dat er partijen zijn als NWO-WOTRO, Partos en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die daarvoor opkomen. Anders bestaat het gevaar dat ontwikkelingsgericht onderzoek niet in de Wetenschapsagenda komt. Dat zou zonde zijn, want het gaat om hele wezenlijke problemen. Die wil je helpen oplossen in de rest van de wereld, omdat je ieder mens zijn fundamentele rechten gunt én omdat je ziet dat grote problemen elders grote gevolgen kunnen hebben voor ons eigen land. Het gaat om de kennisbasis voor uitgaven van miljarden aan ontwikkeling. Als we nu deze NWA-boot mislopen, bestaat het gevaar dat onderzoek naar ontwikkelingsprocessen in de knel komt.’
Hoe kijkt u terug op de sessie die u heeft voorgezeten?
‘Er werd hard gewerkt en diep nagedacht over de drie thema’s conflict, access to justice en de rechtsstaat, en effectieve en legitieme instellingen. Er was goede uitwisseling met beleidsmakers van Buitenlandse Zaken, die duidelijk aangaven waar ze behoefte aan hadden, en onderzoekers en ngo-mensen die kritisch reflecteerden. De sfeer was constructief.
Ook de tweede bespreking over de toepassing van issues als gender, nieuwe technologie en data waren interessant. Bij gender is veel op tafel gekomen: er is gesproken over de rol van vrouwen in vredesprocessen, het belang van vrouwelijke rechters, rechtshulp voor en door vrouwen, toegang tot land, familie en erfrecht, vrouwenbesnijdenis, huiselijk geweld, massaverkrachtingen als oorlogswapen. Bij nieuwe technologie hebben we het gehad over voorlichting en gedragsbeïnvloeding via mobiele telefoons en de sociale media, over hoe je met satellieten en drones uiteenlopende verschijnselen kunt waarnemen. En ook over de ethische kant van het inzetten van data. Die zaken zijn allemaal van belang voor ontwikkelingsrelevant onderzoek.
Je kunt natuurlijk niet in twee uur met dertig mensen een volledig investeringsvoorstel in elkaar draaien, maar over een aantal vragen en denkbeelden was wel consensus. De onderzoeksvraag hoe conflicten ontstaan en verlopen bijvoorbeeld. En dat we niet te simplistisch dé oorzaak van een conflict moeten proberen te zoeken, maar ons moeten realiseren dat conflict zich voortdurend ontwikkelt en verschillende dimensies laat zien.
Je hebt namelijk vaak drie dimensies in een conflict: de pure strijd om de macht, een sociaal-economische dimensie en een ideologische of culturele dimensie. Vaak wordt iets gepresenteerd als ideologisch, terwijl de werkelijke oorzaak sociaal-economisch is. Met religie kun je gemakkelijk massa’s mensen op de been helpen. Er zitten nogal wat oud-medewerkers van de Ba’ath partij bij de hogere kaders binnen IS. De Ba’ath partij was heel seculier, en nu hebben ze de sharia zogenaamd omarmd. Voor anderen die zich aangetrokken voelen tot IS staat die religieuze dimensie centraal, maar we moeten niet denken dat het een eenduidige religieuze stroming is en dat die alleen vanuit religie is ontstaan. Voor beleidsmakers zijn juiste inschattingen hiervan essentieel. Dit soort ontwikkelingen moet je daarom als onderzoeker niet alleen doorzien maar je moet je bevindingen ook geregeld bespreken met beleidsmakers.
Stel: je had heel goed geweten hoe het bestuur in Irak functioneert, en je wist al dat het verschil tussen goed en slecht functionerende ambtenaren niet enkel wordt bepaald door het lidmaatschap van de Ba’ath-partij, maar door heel andere factoren. Dan had je de fout niet hoeven maken alle Ba’ath leden weg te sturen zoals de VS deden na de inval in Irak, met alle gevolgen van dien.’
Waar ziet u de beste verbinding tussen de SDG’s en de NWA
‘Voor onze groep lag dat bij de vraag: hoe kunnen vrede, veiligheid en coöperatie worden bevorderd – en bedreigingen worden geadresseerd – binnen en tussen nationale rechtsstaten en binnen en tussen groepen en samenlevingen? Daar zie je een heldere verbinding met de SDG’s. Bij andere vragen zijn die connecties er wel, maar blijft de ontwikkelingscomponent impliciet. Bijvoorbeeld bij een vraag als: hoe kunnen recht en andere vormen van regulering voldoende rechtszekerheid bieden en tegelijkertijd inspelen op maatschappelijke kansen en uitdagingen?’
Wat was de meest innovatieve aanpak die uit de sessie naar voren kwam?
‘Het belang van een meer centrale rol voor experts uit het land zelf bij opzet, uitvoering, en disseminatie. De kennis moet door de mensen dáár worden opgebouwd, want zij zijn ook de belangrijkste beleidsbeïnvloeders. Verder is het belangrijk dat het onderzoek multidisciplinair en het liefst interdisciplinair is en ook dat kwalitatief en kwantitatief onderzoek worden gecombineerd. Als het bijvoorbeeld gaat over rechtssystemen, vinden de onderzoekers met een bèta-achtergrond dat je alles kunt modelleren met wiskundige modellen. Als je alle determinanten en variabelen hebt, weet je hoe iets werkt, is het idee. De antropoloog bijvoorbeeld heeft daar van nature minder voeling mee. In deze workshop werd wel duidelijk dat die twee met elkaar moeten praten. De bèta heeft de kwalitatieve onderzoeker nodig om inzichten te krijgen over verbanden, en de sociale onderzoeker moet worden uitgedaagd om te kijken wat je aan dat micro-inzicht kunt ontlenen voor vragen die op een ruimere schaal spelen.’
Wat heeft de Nederlandse wetenschap te bieden op het terrein van conflict en recht?
‘We hebben op dit wetenschappelijke gebied een behoorlijke traditie, die dateert uit de koloniale tijd. Bijvoorbeeld bij de oude interdisciplinaire opleiding Indologie in Leiden stond centraal dat je de lokale taal en cultuur moest beheersen om recht en bestuur te bestuderen. Daaruit is een wetenschapstraditie voortgevloeid waarbij je nauwkeurig in de eigen taal rechts- en bestuurssystemen onderzoekt. De rechtsantropologie en rechtssociologie zijn in Nederland ook behoorlijk ontwikkeld. We spelen er internationaal een goede rol in; er zijn verschillende kennisinstellingen die een centrale plaats innemen. Voor conflictstudies geldt hetzelfde: daarbij denk ik bijvoorbeeld aan de opleiding Conflict Studies and Human Rights aan de Universiteit Utrecht, en aan het onderzoek van Clingendael. Nederland doet in Europa op deze gebieden zeker goed mee.’
Wat zou voor u een ideale uitkomst zijn van deze NWA-route?
‘Het zou mooi zijn als we echt een paar uitdagende onderzoeksvraagstukken op het programma konden krijgen en als beleidsmakers die bezig zijn met rechtsstaatbevordering, access to justice en conflictpreventie daar ook echt wat aan hebben. Er spelen grote problemen in de wereld, dus we moeten er vooral niet te lang mee wachten.’
Kijk voor meer informatieo ver het SDG traject van WOTRO/NWO op