Zonder dialoog en zonder juiste informatie kan er geen draagvlak zijn


INTERVIEW – Aanstaande zaterdag 7 november 2015 vindt de jaarlijkse Afrikadag plaats in het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Het kiezen van een thema en het bepalen van een visie gaat niet over een nacht ijs. Arjen Berkvens, directeur van Foundation Max van der Stoel, vertelt.

 

Wat is eigenlijk het voornaamste doel van de Afrikadag?

‘We willen mensen van de juiste informatie voorzien en het debat stimuleren. Wij vinden het van groot belang dat er een dialoog plaatsvindt over internationale samenwerking. Zonder die dialoog en zonder goede informatie kan er geen draagvlak zijn. We willen een bijdrage leveren aan die draagvlakversterking. Daarnaast vinden we het heel belangrijk om alle mensen die zich met deze onderwerpen bezighouden bij elkaar te brengen. Daarbij gaat het om de politiek, de NGO-sector, diaspora organisaties, het bedrijfsleven en het geïnteresseerde Nederlandse publiek. Wij kunnen zo thema’s agenderen die op dit moment spelen.’

Wat voor ontwikkeling heeft de Afrikadag doorgemaakt sinds jij de scepter zwaait binnen FMS?

‘Ik kende de Afrikadag voordat ik bij FMS kwam niet zo goed. Wat ik wilde waren twee dingen: sterkere betrokkenheid van de Afrikaanse diaspora bij de Afrikadag en het politieke debat meer agenderen. We leggen accenten in de programmering om dat te sturen. Dat trof ik eerst te weinig aan.

Vorig jaar was het thema ‘democratisering’, en we hadden twee grote hoofdgasten: Mo Ibrahim, de miljardair die zich inzet voor goed bestuur en democratisering met zijn stichting en Joyce Banda, de ex-president van Malawi. Door hen te laten openen hadden we meteen de toon gezet. Mo Ibrahim werd toen echt gevolgd door de media: hij werd door alle grote kranten geïnterviewd. Dan heb ik het gevoel dat we echt iets bijdragen aan het debat. En nu kijken we dit jaar echt naar wat er verandert in de wereld. Wat voor nieuwe spelers zijn er nou eigenlijk? En hoe wordt ontwikkelingssamenwerking gefinancierd? Heel actuele onderwerpen die we willen uitdiepen.’

Je spreekt over het meer betrekken van diaspora organisaties. Hoe gaat dat praktisch in zijn werk?

‘Mijn filosofie is dat dit soort evenementen geen baat hebben bij het allemaal willen bedenken op één kamertje. We geven een deel van het programma uit handen. Onze partners maken het programma. Er zijn zaterdag bijna 45 verschillende activiteiten en zelf organiseren we er zes. Een groot deel wordt dus door diaspora georganiseerd. Dit hebben we actief gestimuleerd door organisaties zelf te benaderen maar sommige komen ook naar ons toe. We geven ze een zaal en laten hen hun gang gaan. Dat leidt tot spannende resultaten. Ze krijgen de mogelijkheid om zelf met nieuwe ideeën te komen.

Een platform bieden aan diaspora organisaties gebeurt overigens niet alleen op de Afrikadag. Binnenkort organiseren we een Afropolitan dinner met een twintigtal diaspora professionals die in gesprek willen gaan met minister Ploumen over haar hulp & handel beleid. Dit idee komt van Kiza Magendane, die graag dat debat opzoekt, en wij willen hem daarbij helpen.’

Wat heb je zelf met Afrika?

‘Niets. Kijk, ik heb een brede interesse in internationale samenwerking en internationale thema’s, maar ik heb zelf niet zoveel met Afrika. Ik was ooit directeur van de Oost-Europa stichting maar ik had zelf eigenlijk ook niks met Oost-Europa. Ik heb iets met de wereld. Ik heb iets met alles wat gebeurt in de wereld. Maar ik heb niet een specifieke interesse. Voor mij is het heel breed.

Als jij zelf bezoeker was dit jaar, waar zou je dan naartoe gaan?


‘Ik zou voor mezelf een mix maken tussen wat zwaardere politieke onderwerpen en cultuur. Ik zou bijvoorbeeld naar een debat over migratie gaan. Dat speelt nu enorm.’

Kun je een voorbeeld geven?

‘Ons eigen Fair Politics team doet een migratie debat. En ik zou ook gaan naar de presentatie van Michiel Hulshof over Chinese steden in Afrika. Er zijn plekken in Afrika, bijvoorbeeld vlakbij Lagos en Nigeria, waar Chinezen hun eigen, ommuurde steden bouwen. Een heel commercieel project waar ze ook Nederlandse bedrijven voor uitnodigen. Als je de foto’s daarvan ziet, is het net alsof je in China bent. Heel bizar om te zien. Michiel Hulshof gaat daar een presentatie over geven met muzikale begeleiding en volgens mij is dat heel gaaf.’

Zijn die ‘nieuwe spelers’ zelf ook aanwezig tijdens de Afrikadag?

‘Er komt zeker een China-specialist spreken tijdens het grotere debat, maar de Chinese ambassade of bijvoorbeeld het bedrijf dat die Chinese steden bouwt in Afrika gaven geen gehoor. Ik heb ze nooit te pakken kunnen krijgen helaas.’

Hoe kijk je aan tegen de betrokkenheid van Nederland bij Afrika? Is deze aan het veranderen?

‘In Nederland zijn er heel veel mensen betrokken bij projecten in Afrika of lid zijn van ontwikkelingsorganisaties die zich inzetten in Afrika. Die band is er. Maar die is er ook met Latijns Amerika of Azië. Ik heb wel de indruk dat de meeste ontwikkelingsorganisaties in Afrika actief zijn.

Ik denk dat mensen niet zozeer minder of meer betrokken zijn, maar dat die betrokkenheid verandert. De wereld klopt steeds vaker en harder op de deur, wat ook een soort angst geeft. Daarbij hebben mensen een scepsis van alles wat ver van ze afstaat. Plus, de sector zelf is niet populair. Ontwikkelingssamenwerking heeft een negatief imago dat moeilijk is af te schudden. Ik kan mijn zoon bij al mijn buren langsturen voor een school in Malawi en dan is er niemand die niets geeft. Maar als ik vraag: “wat vind je van het Nederlands ontwikkelingsbeleid?” krijg je veel vooroordelen en misverstanden te horen. Daarom moet je juist doorgaan met het geven van de juiste informatie. Dat is toch het allerbelangrijkste. We moeten mensen niet weg laten komen met die verkeerde vooroordelen. De sector presteert namelijk erg goed als je naar de evaluaties kijkt. Je zult dat goede nieuws moeten blijven verspreiden.’

Jullie hebben keuzes moeten maken in het agenderen van bepaalde thema’s. Als je nu nog een Afrikadag had kunnen organiseren, wat had je dan gekozen?

‘We hebben de thema’s “nieuwe spelers” en “financiering van ontwikkelingssamenwerking” eigenlijk al bepaald de dag na de Afrikadag vorig jaar. Dit vonden we toen al belangrijke thema’s. Ook kost het heel veel tijd hoofdgasten als Makhtar Diop, de Vice President van de Wereldbank voor Afrika, te kunnen uitnodigen.

Als we de Afrikadag drie maanden geleden hadden vormgegeven waren we  denk ik voor ‘migratie’ gegaan als hoofdthema. We hebben nu wel wat activiteiten die zich met migratie bezighouden, maar het is zo’n complex onderwerp dat het meer aandacht verdient.

Ik ben in dit geval trots op wat we zaterdag kunnen bieden. Het weer kunnen samenbrengen van al die organisaties en hopelijk het generen van debatten die prikkelen op allerlei niveaus, dat vind ik heel mooi. Er zijn meerdere Afrikadagen en allerlei Afrika-festivals in Nederland, maar onze Afrikadag is de enige die al die verschillende doelgroepen bijeenbrengt en echt een totaalplaatje biedt’.

 

 

 

 

Auteur
Merel Berkelmans

Datum:
06 november 2015
Categorieën: