Over migratie raakt niemand snel uitgepraat

VERSLAG – Op vrijdag 30 oktober 2015 stroomde de kleine zaal van Pakhuis de Zwijger over met meer dan 150 mensen die zich opmaakten voor een avond vol debat. Het doel was om het thema ‘migratie’ van verschillende kanten te belichten en zo de diepte op te zoeken. Een spervuur aan vragen en kritische panelleden zorgden voor een enerverend gesprek. Wat bij iedereen bleef hangen: over migratie raakt niemand snel uitgepraat.

Hoe was het bij het Global Forum on Migration and Development in Istanboel?
Ter inleiding speelde een filmpje om de toon te zetten voor de avond. Het publiek werd stil van de beelden: vluchtelingen die geen kant op kunnen, migranten die worden geweerd…Deze avond stond in het teken van zowel de kansen als de uitdagingen van migratie. Moderator Andrew Makkinga trapte af door Fatumo Farah, directeur van HIRDA, te vragen naar haar ervaringen tijdens de Civil Society Days van het Global Forum on Migration and Development (GFMD) dat in oktober plaatsvond in Istanboel.

Farah, co-chair van de Civil Society Days 2015 en lid van het international steering committee GFMD, gaf aan dat ze tevreden was over de opkomst van organisaties en landen, en dat er speciaal aandacht werd gevraagd voor de rechten van kinderen en vrouwen. ‘Plus, de opkomst van de private sector was ongekend. Bedrijven moeten namelijk ook betrokken zijn wanneer we praten over migratie en ontwikkeling, zeker omdat rechten van arbeidsmigranten nog onvoldoende beschermd zijn. Verder was het fantastisch dat er meer aandacht is voor migratie en ontwikkeling via de Sustainable Development Goals, hoewel de ruimte voor het maatschappelijk middenveld om mee te denken over de invulling van die SDGs steeds kleiner wordt. Daar moeten we ons voor gaan inzetten.’

De grondoorzaken van migratie
Na deze korte introductie nodigde Makkinga het eerste panel uit. Prof. dr. Henk van Houtum (hoofd van Nijmegen Centre for Border Research – RU Nijmegen en Universiteit Bergamo) schreef al vele opiniestukken over de manier waarop we nu (moeten) omgaan met migratiestromen en is bezig met een boek over het ‘failliete Fort Europa’. Wies Maas is programma manager ‘Migration and Development’ van de International Catholic Migration Commission (ICMC) en organiseert al jaren de Civil Society Days van het Global Forum on Migration and Development. Sociaal ondernemer Ama van Dantzig (Dr. Monk) is hét voorbeeld van hoe migratie en ontwikkeling hand in hand gaan: haar bedrijf is zowel in Amsterdam als Accra (Ghana) gevestigd en brengt in beide landen innovatie, visie en duurzaamheid.

Ten eerste kwam het 10 punten-plan van Van Houtum ter sprake. Van Houtum legt uit: ‘Het plan is bedoeld als alternatief grensbeleid. Nu is papier de hardste grens: we discrimineren op afkomst. Puur omdat ik toevallig in Nederland geboren ben, kan ik 173 landen bezoeken. Een willekeurige Syriër is welkom in maar 38 landen. Een vorm van mondiale apartheid.’ Daar komt nog bij, volgens Van Houtum, dat een Syriër hier wel asiel mag aanvragen maar dat de vlucht naar Nederland toe gecriminaliseerd is. ‘Dat vind ik radicaal verkeerd.’ Maar wat vinden de andere panelleden van Van Houtum’s alternatief?

Wies Maas: ‘Ik vind het een vrij goed plan maar het is ook utopisch. Ik mis hoe we het praktisch gaan invullen. Een aantal doelstellingen lijkt vergezichten. Maar het is goed dat het debat is opengebroken.’ Van Houtum: ‘De enige utopist is de Europese Unie. Omdat we op moreel ongelijkwaardige wijze grenscontroles hebben ingesteld, wordt er gesmokkeld. Smokkel is het gevolg van grenscontroles, niet de oorzaak. We zouden gewoon normaal moeten gaan doen. Bij verhuizingen doen we ook niet raar. Zodra het over de grens gaat, gaan we raar doen.’

‘Why are we all trying to leave?’
Ama van Dantzig bracht het gesprek weer op het onderwerp van het eerste panel, namelijk de grondoorzaken van migratie. ‘Toen ik een Ghanese kunstenares vertelde over vanavond zei ze: Gaan we nu eindelijk praten over de geschiedenis en wat Europa hier allemaal heeft gedaan? We moeten ons de vraag stellen: Why are we all trying to leave?

Het panel erkent dat er niet één afdoende antwoord is en schiet alle kanten op. Er wordt gesproken over Europa’s misbruik van de corruptieve Afrikaanse bestuurssystemen, wat Afrika’s verantwoordelijkheid is in het huidige vraagstuk en, na een vraag uit het publiek, waarom we nu zo op Afrika focussen in het panel. Maas: ‘Een relevante vraag. Sowieso spreken we over ‘migranten’ met een negatieve connotatie. Expats zijn ook migranten. Er zou een nieuwe beeldtaal ontwikkeld moeten worden.’ Van Houtum vult aan: ‘Er is nu zoveel angst voor de migrant. Klassiek geval van een zondebok. We moeten ons beleid maar ook onze beeldtaal normaliseren.’

Het land van melk en honing
Een mooi bruggetje naar het volgende deel van de avond: het tweede panel zou zich buigen over de rol van media en diaspora in het versterken van een aantrekkelijk beeld van Europa. Nico Kussendrager (geograaf) is zelfstandig journalist. Hij was redacteur buitenland van Trouw, hoofdredacteur van vakbladen (onder andere Vice Versa) en docent aan de Hogeschool Utrecht. Ayaan Abukar is politicoloog en expert op het gebied van migratie en ontwikkeling. De van oorsprong Somalische keerde tijdelijk terug naar haar geboorteland om bij te dragen aan de ontwikkeling van Somalië. Makkinga lanceerde de eerste vraag aan dit tweede panel: ‘Wat gaat er mis in de reden van mensen die naar Europa toe willen?’

Kussendrager: “De beeldvorming is heel eenzijdig van twee kanten. Er is weinig nuance en iedere langere termijnvisie ontbreekt.” Door die eenzijdigheid, merkt Makkinga op, kunnen media een belangrijke rol spelen in het versterken van die aantrekkingskracht. Klopt, zegt Abukar, maar ze plaatst ook een kritische noot: ‘Ik vraag me wel af of Afrikanen overwegen om een dodelijke reis te maken door die aantrekkingskracht. Media hebben een rol, maar niet zo’n grote als het gaat om waaróm mensen migreren. Social media hebben het wel ingewikkelder gemaakt, omdat alle mogelijkheden nu zo makkelijk en snel getoond worden.’

Europa’s donkere kanten
Hoe zit het dan met de donkere kanten van Europa? Worden die ook in beeld gebracht? Kussendrager: ‘Denemarken heeft met soaps in Afrika een ander beeld van Europa proberen te geven. Effecten zijn niet bekend. Maar ik pleit er sowieso voor dat journalisten veel constructiever gaan deelnemen aan het debat en niet alleen waarnemen op afstand.’ Abukar vult aan: ‘Je moet inderdaad juist het andere verhaal ook vertellen en daarbij gebruik maken van diaspora en Afrikaanse media. Niet om mensen daar te houden, maar in ieder geval om geen verkeerde verwachtingen te scheppen.’

Dan verschuift het debat ineens wanneer Makkinga en Van Dantzig in discussie gaan over de manier waarop Afrikaanse landen zichzelf en hun waarden profileren. Makkinga verwondert zich erover dat steeds minder jongeren zich interesseren voor agricultuur. ‘Dat is helemaal niet waar!’, roept Van Dantzig vanuit de zaal, ‘er gebeurt juist ontzettend veel goeds nu tech innovators zich bezighouden met boeren.’ Haar pleidooi sluit aan bij wat Maas al eerder benadrukte: we moeten ons juist ook met het goede nieuws bezighouden.

‘Geld is vrijheid’
Het korte intermezzo tussen Makkinga en Van Dantzig is typerend voor de avond waar heel veel onderwerpen aan bod komen en veel verschillende meningen de ruimte krijgen. Abukar mengt zich weer in het debat: we moeten het volgens haar ook hebben over de falende Afrikaanse leiders. Afrika krijgt nu nog meer geld om migratiestromen tegen te houden. Maar waar gaat dit geld naartoe? ‘Nu heeft nog geen enkele Afrikaanse leider verantwoordelijkheid genomen of gezegd: hé dat zijn wel onze jonge mensen die met duizenden tegelijkertijd verdrinken, wat gaan we eraan doen?’ Van Dantzig: ‘Natuurlijk is leiderschap belangrijk, maar het is een heel Europese manier van denken dat leiders het gaan oplossen. Vraag een Ghanees wat hij wil en hij zegt ‘geld’. Geld is vrijheid, denkt men. Hoe kom je aan geld? Naar Europa gaan.’

‘Aid is a disease’
Tijd voor het volgende panel. Farah Karimi nam plaats als directeur Oxfam Novib samen met  dr. Ali S. Faqi, de Somalische ambassadeur in de Europese Unie, en Martin Wyss, Chief of Mission Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in Nederland. Het was de bedoeling te praten over de gedeelde verantwoordelijkheden in het huidige vraagstuk, maar het eindigde vooral ook in een discussie over de effectiviteit van ontwikkelingshulp.

Eerst de ambassadeur: ‘Het grootste probleem van migratie is de braindrain in Afrika. Het zijn niet de arme mensen die wegtrekken maar de middle class. Het is pijnlijk dat mensen zo graag weg willen maar ook dat ze in Europa niet kunnen bijdragen. Wanneer ze hier aankomen, worden ze in eerste instantie niet geaccepteerd en duurt het soms jaren voordat ze mogen meedoen in de samenleving.’ ‘Wat moet er dus gebeuren?’, vraagt Makkinga zich af.

‘Ten eerste moeten we als Afrikanen weer verantwoordelijk worden over Afrika. We moeten onze staten gaan opbouwen.’ Makkinga refereert naar het Afrikaanse Herstel programma, waar journalist Alberta Opoku over berichtte in haar recente artikel. Is dit dan een manier waarop Europa kan helpen om Afrika op te bouwen? ‘We hebben dat programma niet nodig. Er kan nooit genoeg geld zijn voor de landen die het nodig hebben. Ontwikkelingshulp is een ziekte die Afrika gecorrumpeerd heeft. Afrika zou, met behulp van investeringen en niet hulp, het volgende China moeten worden.’

‘En wie van jullie heeft spijt te zijn gekomen?’
Een deel van het publiek klapt woest na de opmerking van de ambassadeur over ontwikkelingshulp. Karimi reageert: ‘Met alle respect, maar het is echt onzin dat ontwikkelingshulp Afrika alleen maar schade heeft berokkend. Het gesprek dat we vandaag voeren over migratie en ontwikkeling gaat over mensen. Ik ken veel van de mensen hier in de zaal. Vertel me, wie van jullie zijn migranten of vluchtelingen?’ Ongeveer 40% van de zaal steekt haar hand op. ‘En wie van jullie heeft er spijt van gekomen te zijn?’ Een enkeling blijft over. Er gaat een siddering door de zaal. Karimi vervolgt haar emotionele betoog: ‘Migratie is geen probleem. Mensen die moeten vertrekken maar niet willen, dát is een probleem. Ik vertrok uit Iran omdat ik het niet eens was met het systeem. Ik ging weg en had er geen spijt van. Maar ik leef nu al wel 30 jaar lang als banneling uit Iran. Denk aan die individuele situaties. Denken jullie werkelijk dat mensen migreren omdat ze mooie plaatjes zien?!’

Makkinga brengt het gesprek terug naar het thema ‘gedeelde verantwoordelijkheid’. Wat kunnen hulporganisaties doen om dit huidige vraagstuk op te lossen? Karimi: ‘Dit probleem heeft zoveel lagen. We zouden moeten beginnen met het accepteren van migratie en legale manieren te creëren om migratie mogelijk te maken. En we moeten bedenken dat er geen eenduidige relatie bestaat tussen migratie en ontwikkeling. Maar ik ben in ieder geval klaar met aid bashing. Er zijn goede en slechte organisaties.’

Vooruit
Wyss merkt op dat het debat emotioneel is en het goed is dat we zo betrokken zijn, maar we moeten niet over alles willen praten, want dan zeg je uiteindelijk niets. ‘Ten eerste hebben zowel Karimi als de ambassadeur gelijk. Maar het begint allemaal bij onszelf. De vluchtelingencrisis van dit moment is een symptoom van een grotere crisis die wij veroorzaakt hebben. We hadden beloofd welvaart, mensenrechten en veiligheid te brengen. En dat is niet gelukt. We have to look at the mess we created’. Een terugkoppeling naar het eerste panel. Makkinga vraagt terecht hoe we nu dan dus vooruit kunnen bewegen.

De ambassadeur: ‘We moeten niet meer afhankelijk zijn van hulp. We moeten stabiele staten worden en dat kan onder andere eerder bereikt worden als het Westen zich niet zo arrogant opstelt. Ze moeten stoppen met twee maten te meten.’ Karimi, verzoenend, ‘Ik denk dat we het eens zijn over veel dingen. We moeten nederig zijn over wat we kunnen bereiken. Maar ik vind het zorgelijk wat er nu gebeurt: het Westen probeert een Fort Afrika te realiseren door geld te spenderen om te voorkomen dat mensen wegkunnen. We moeten daar bovenop zitten als maatschappelijk middenveld.’

The sky is not the limit
Van hulp versus investeringen naar migratie en ontwikkeling en terug. Makkinga probeert het gesprek goed af te ronden. Veel dingen hangen nog in de lucht, zoals ook het publiek aangeeft, maar ‘gelukkig is er nog tijd om na te praten.’ Eerst nog het verhaal van Mpanzu Bamenga, die tijdens het online debat een pleidooi schreef om te blijven ‘dromen, durven en leven, wie of waar je ook bent’. Hij vluchtte zelf uit Congo en deed er alles aan om verantwoordelijkheid te nemen en in de jaren van onzekerheid over hun verblijfsstatus zich te blijven ontwikkelen. The sky is not the limit. En met zijn oproep om allemaal te blijven vechten voor hen die niet vrij zijn te leven zoals ze willen werd het live debat Migration: Routes and Roots besloten.