Vergeet in het Noorden niet wat je in het Zuiden geleerd hebt

In tijden van conflict worden traditionele genderverdelingen soms even vergeten.Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog riep de Britse overheid vrouwen op de taken van mannen in de landbouw over te nemen.

BLOG – Wanneer het gaat om de positie van vrouwen in de landbouw gaat er vooral veel aandacht uit naar het ‘Zuiden’ van deze wereld. Westerse ontwikkelingsprogramma’s erkennen in steeds grotere mate het belang van gelijke toegang tot agrarische middelen voor mannen en vrouwen. Maar ook vrouwen op het Europese platteland hebben nog te maken met barrières. 

In de blog die Esther van Ameijde vorige maand schreef voor Vice Versa werd duidelijk hoe kwetsbaar vrouwen in ontwikkelingslanden zijn voor landroof. Met name in Afrika zijn landrechten vaak niet officieel vastgelegd. Voor vrouwen is het extra moeilijk om als landeigenaar geregistreerd te worden, terwijl zij wel een belangrijke rol vervullen in de landbouw en de productie van voedsel. In landen waar landbouw essentieel is om te overleven, is het heel belangrijk om hier aandacht aan te besteden.

In het verleden richtten voorlichtingsprogramma’s over landbouwtechnieken in ontwikkelingslanden zich vrijwel alleen op mannen. Een gemiste kans, want naar schatting zou de totale landbouwproductie 150 miljoen extra mensen kunnen voeden als vrouwen dezelfde toegang hebben tot land, water, zaden, training en leningen als mannen. Daarom wordt er inmiddels steeds beter op gelet dat vrouwen deze kansen krijgen. Maar dit probleem is niet exclusief van het Zuiden. Ook in Europa valt er nog wel wat te verbeteren voor boerinnen en plattelandsvrouwen.

Alles is familie

Sally Shortall, onderzoeker aan de Queen’s University in Belfast, deed onderzoek naar het gender mainstreaming-beleid van de Europese Unie op het gebied van landbouw. Ze constateert dat er ook in Europa nog een ongelijke verdeling van landbezit is. Terwijl vrouwen 41 procent van de beroepsbevolking in de landbouw vormen, is bijna driekwart van de boerderijen in het bezit van mannen. De boerderijen die in handen zijn van vrouwen, zijn gemiddeld bovendien een stuk kleiner. Bijna alle vrouwen die in de landbouw werken, zijn ‘de vrouw van’ of familie van de eigenaar van de boerderij. Het zit dus in de familie.

Familie is ook een belangrijke factor bij het verkrijgen van eigendomsrechten. Een erfenis is de meest gangbare manier om eigenaar te worden van een boerderij. Meestal geven boeren die het liefst aan één van hun zoons. Veel nationale wetten in Europa staan dat toe, zonder dat zussen of broers gecompenseerd hoeven te worden. In een poging om de verdeling eerlijker te maken, heeft Noorwegen zijn erfrecht ingericht zoals ons koningshuis: het oudste kind – zoon óf dochter – heeft wettelijk recht op de boerderij. Toch is ook in Noorwegen slechts elf procent van de boerderijeigenaars vrouw.

Te koop: achterhaalde genderbeelden over het platteland

De ongelijke verdeling tussen vrouwen en mannen wordt bevestigd in de beelden van ‘het platteland’ die aan consumenten verkocht worden. Stedelingen die op zoek zijn naar ‘authentiek’ voedsel, geloven graag in het beeld dat een vrouw op het platteland dichter bij de natuur staat dan zij en dat ze niets liever doet dan de hele dag thuis authentieke appeltaarten bakken en voor haar kinderen zorgen. Dat ze ook zelf een groot agrarisch bedrijf zou kunnen runnen, past niet in dat plaatje. Hoewel het beeld helpt om toerisme in rurale gebieden en consumptie van plattelandsproducten te stimuleren, draagt het tegelijk bij aan weinig ambitieuze verwachtingen over wat vrouwen kunnen en willen doen.

Is ‘gender’ te mainstream geworden?

In theorie zou gender mainstreaming eraan kunnen bijdragen dat vrouwen niet meer over het hoofd worden gezien in beleid voor het platteland. De Europese Unie geeft op papier aan een gender mainstreaming-beleid te voeren: “The European Commission follows the dual approach by both implementing gender mainstreaming and initiating specific measures.” Bettina Bock, onderzoeker bij Wageningen University, heeft onderzocht in hoeverre dat daadwerkelijk gebeurt op het gebied van rurale ontwikkeling. Haar conclusie: dat valt tegen. ‘Rural development plans’, plannen die ieder land moet maken en waarin gender mainstreaming moet worden toegepast, beperken zich in hun aandacht voor gender meestal tot het organiseren van specifieke projecten om vrouwen te helpen.

Met die projecten wordt van genderproblematiek dus een ‘vrouwenprobleem’ gemaakt, waar vrouwen mee moeten leren omgaan. Vrouwen in rurale gebieden worden bijvoorbeeld geholpen met het opzetten van een bedrijf, met netwerken en het gebruik van ICT. Er wordt niet gekeken naar de structuur die ervoor zorgt dat zij hier in eerste instantie minder toegang tot hebben. Misschien wordt op deze manier zelfs wel de verwachting versterkt dat vrouwen niet zonder hulp in staat zijn om een bedrijf te beginnen. In dat geval is de ‘dual approach’ die de Europese Unie promoot tegenstrijdig, aangezien de specifieke maatregelen voor vrouwen een structurele verandering in genderverhoudingen in de weg staan.

‘Gender mainstreaming’ is een mooie en ambitieuze term. Misschien is hij daarom ook zo populair geworden. Maar het implementeren ervan kost veel meer moeite dan het verzinnen van een aantal projecten voor vrouwen. Als de Europese Unie zich echt wil inzetten voor vrouwen op het platteland en op de boerderij, is een bredere aanpak nodig. Want niet alleen in het Zuiden, maar ook in het Noorden hebben ongelijke genderverhoudingen diepe wortels.

Deze blog werd gemaakt in het kader van de Masterclass Vrouwen, Vrede en Veiligheid, georganiseerd door Vice Versa & Lokaal Mondiaal. In deze Masterclass leren jonge professionals campagne voeren op het thema Vrouwen, Vrede & Veiligheid. Lees de overige blogs hier.

Auteur
Emma Vogt

Datum:
09 oktober 2015