
‘Industrialisatie van Afrika leidt tot meer ontwikkeling en minder ongewenste migratie naar Europa’
ACHTERGROND – Terwijl Europa kosten noch moeite spaart om Afrikanen buiten de grens te houden, kijkt Afrika werkeloos toe. Volgens J. Tony Aidoo, de Ghanese ambassadeur in Nederland, wil en kan Afrika een grotere verantwoordelijkheid nemen in de oplossingen. Zijn voorstel: een Afrikaans Herstel Programma. Somalië ziet dat wel zitten.
‘Een economisch sterk Afrika is in ieders belang. De eigen bevolking krijgt daarmee perspectief voor de lange termijn en dus een alternatief voor mislukte migratieavonturen in het westen. En Europa krijgt een afzetmarkt waar het nu alleen nog van kan dromen en hoeft bovendien geen miljarden meer te verspillen aan anti-migratiemaatregelen’, begint J. Tony Aidoo, Ghana’s ambassadeur in Nederland. Op zijn kenmerkende zachte toon en met diepe stem weerspreekt hij de stelling dat Afrika werkeloos toekijkt, terwijl Europa ploetert om Afrikanen buiten de deur te houden. ‘De migratiecrisis is een wereldwijde vraagstuk en dus ook ons probleem’, verzekert de diplomaat.
‘Ontmoedigen is niet managen’
Maar zoals “velen in Afrika” plaatst Aidoo kanttekeningen bij Europa’s systematische symptoombestrijding. ‘De grootste inspanningen en middelen gaan naar de grenzen, terwijl de oorzaken veel verder en dieper reiken. De migratiecrisis is een economisch probleem met diepe ontwikkelingswortels’, zegt hij stellig. Afrikanen trekken naar het westen, omdat ze verwachten daar sneller te zullen slagen in het leven dan in eigen land. Volgens Aidoo is die verwachting deels gebaseerd op een te rooskleurige beeld dat ze via hun overzeese familieleden en vrienden hebben gekregen. En deels is het ingegeven door frustraties over de bestuurlijke onkunde en corruptie die ze dagelijks moeten trotseren. Zo is Ghana, volgens de internationale organisatie voor migratie, een van West-Afrika’s grootste leveranciers van hooggeschoolde migranten aan het westen. Hoe hou je al die Ghanezen thuis?
Hoewel Aidoo niet over individuele anti-migratieprogramma’s wil praten, is hij kritisch over de effectiviteit van de huidige pogingen tot migratiemanagement. Volgens hem verwarren die ontmoediging met migratiemanagement. ‘Het is algemeen bekend dat je de migratie vanuit Afrika pas kunt managen als je de mensen vergelijkbare mogelijkheden in eigen land kunt bieden. Mensen zullen migreren. De vraag is: welke alternatieven kunnen de herkomstlanden bieden als het migratieavontuur mislukt? Daar komt meer bij kijken dan ontmoedigen.’ Aidoo verwacht dat Afrikanen die mislukken in hun migratieavontuur, eerder zullen terugkeren als het herkomstland mogelijkheden biedt die opwegen tegen bijvoorbeeld een illegaal bestaan in het westen.
Afrikaans Herstel Programma
Momenteel zijn zulke vooruitzichten er nauwelijks in landen als Nigeria, Senegal of Ghana, waar de meeste West-Afrikaanse bootmigranten vandaan komen. Hoe kan Afrika lange termijnalternatieven bieden op eigen bodem? Aidoo noemt twee manieren. Allereerst via handel tussen Afrikaanse landen en subregio’s onderling, bijvoorbeeld in de energiesector. Een actueel voorbeeld is hoe Ghana en buurland Ivoorkust de miljoenen dollars die ze aan een grensdispuut verkwisten in een partnerschap gaan steken waarbij ze via een gezamenlijk onderneming de ruwe olie uit de Golf van Guinee gaan winnen.
Een tweede manier waarop Afrika alternatieven kan bieden aan potentiële bootmigranten is wat Aidoo een “Afrikaans Herstel Programma” noemt. Wat moet er precies worden hersteld? Afrika’s economieën en ontwikkeling. Hoe ziet Aidoo dat voor zich? ‘Denk aan zoiets als het Marshallplan waarmee de Amerikanen de naoorlogse Europese wederopbouw vlot trokken. Zo’n programma zal voor Afrika ook werken, maar vraagt om een andere mindset van Europa. Dat zal zijn focus moeten verschuiven van uitbuiting van Afrika’s grondstoffen en het verstrekken van ontwikkelingshulp naar investering in sectoren die op de lange termijn vruchten afwerpen voor alle betrokkenen.’
Andere sectoren
Is zijn Programma niet een verkapte vraag naar nog meer ontwikkelingsgeld? Ontwikkelingshulp is niet het antwoord op de huidige ontwikkelings- en migratieproblemen, het Afrikaans Herstel Programma daarentegen wel, meent Aidoo. Dat is een investeringsfonds waarvan de inleg moet worden terugverdiend – met winst.
Bovendien zal het Programma zich richten op heel andere sectoren dan ontwikkelingshulp, benadrukt Aidoo. ‘Afrika maakt zelf geen eindproducten. Maar we leveren wel de grondstoffen voor bijna alle industrieën in de wereld tegen absurd lage prijzen die we bovendien niet eens zelf bepalen. Het Afrikaans Herstel Programma is een bedrijfsmatigere methode en is effectiever dan de huidige migratieaanpak. Europa kan de miljarden die het aan grensbewaking verspilt investeren in een Programma dat winst oplevert en zakelijk wordt gerund; compleet met alle transparantie die aandeelhouders van een investeringsfonds kunnen verwachten.’
Aidoo verwacht dat Afrika met die investeringen eindelijk kan gaan industrialiseren en bijvoorbeeld zijn agro-industrie kan ontwikkelen van uitsluitend grondstoffenexport naar maakindustrie. ‘Zo kan Afrika op eigen bodem de banen creëren die de bootmigranten in Europa najagen. Het Programma zal Afrikanen kortom een toekomst in eigen land geven, en Europa van ongewenste migratiestromen afhelpen. Ik wil niet zeggen dat er niemand meer zal migreren, maar de mate waarin en de redenen zullen aanzienlijk anders zijn.’
Strikte controlemechanismen
Eind september tijdens een bijeenkomst van een tiental Afrikaanse ambassadeurs en het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken besprak Aidoo zijn idee voor een Afrikaans Herstel Programma voor het eerst. Ali Said Faqi, de Somalische ambassadeur in de Benelux en EU, was een van de toehoorders. Hij noemt het Programma van Aidoo “briljant in zijn eenvoud”. Hoewel Faqi’s land bekendstaat om zijn oorlogsvluchtelingen, juicht hij het Programma dat in beginsel is gericht op arbeidsmigratie van harte toe. ‘Afrika heeft minder ontwikkelingshulp en meer strikte controlemechanismes nodig voor investeringen in bepaalde bedrijfstakken. Met investeringen, die dus deels moeten worden terugverdiend, schep je lange termijn kansen voor mensen zonder werk of uitzicht op permanent werk in eigen land.’
Faqi gaat zelfs een stap verder en noemt het Afrikaans Herstel Programma voor Europa misschien wel “het beste instrument om Afrikanen in Afrika te houden”, of op z’n minst ver weg van dit continent. Zelfs voor Somalische vluchtelingen in buurlanden als Kenya, Tanzania of Oeganda ziet Faqi “geweldige mogelijkheden” met het Afrikaans Herstel Programma. Als die landen industrialiseren zal er op den duur genoeg werk zijn voor de daar verblijvende vluchtelingen, verwacht hij. ‘Die zijn nu grotendeels veroordeeld tot verblijf in vluchtelingenkampen of sloppenwijken. In zo’n kamp moet je voor de meest basale voorzieningen betalen. Maar waar haal je het geld vandaan als je niet mag werken?
Nu is het dilemma van de meeste Somalische vluchtelingen in buurlanden: blijf je in een uitzichtloze situatie of waag je de bootreis naar Europa? Met het Afrikaans Herstel Programma komt daar een derde optie bij: werk met toekomstperspectief in Afrika’, gelooft de Somalische ambassadeur. Hij kijkt er verwachtingsvol naar uit hoe het Afrikaans Herstel Programma van zijn Ghanese collega zal worden opgepakt op de komende Europese-Afrikaans top voor de aanpak van de migratiecrisis op 11 en 12 november in Malta.
Dr. Ali Said Faqi zal vrijdag 30 oktober tijdens het slotdebat “Migration: Routes and Roots” ingaan op het Afrikaans Herstel Programma samen met onder andere Farah Karimi (directeur Oxfam Novib). Discussieer mee! Toegang is gratis. Meld je snel aan via www.dezwijger.nl/