
Het business model van mensensmokkelaars ondermijnen? Investeer dan in hervestiging
BLOG – Vraag een Nederlands politicus wat we moeten doen om de huidige vluchtelingencrisis op te lossen en de kans is groot dat gewezen wordt op de noodzaak mensensmokkelaars ‘keihard aan te pakken’ en hun business model te ondermijnen. Een in potentie heel effectief middel, het investeren in hervestiging van vluchtelingen, blijft echter bijna helemaal onbenut.
Tot nu toe wordt op Europees niveau vooral gekeken naar de inzet van militaire middelen, zoals de antismokkeloperatie op de Middellandse Zee, om mensensmokkelaars te ondermijnen. Deze moet smokkelboten onderscheppen en uiteindelijk vernietigen. De effectiviteit van deze aanpak wordt door veel experts betwijfeld. Tegelijkertijd is er grote eensgezindheid over de nut en de noodzaak van maatregelen om het gebruikmaken van de diensten van smokkelaars onnodig te maken. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, mensenrechtenorganisaties, humanitaire hulpverleners, kerken en een scala aan andere actoren doen al lange tijd oproepen aan overheden om ‘veilige en legale routes’ aan vluchtelingen te bieden. Hiervan zijn vele varianten, maar het meest in het oog springende instrument is hervestiging: het selecteren van kwetsbare vluchtelingen die zich in opvanglanden in de regio niet staande kunnen houden, om hen vervolgens naar landen waar dat wel kan over te brengen. Nederland bijvoorbeeld.
Dit is geen ‘innovatieve’ of ‘out of the box’ oplossing waar dit Vice Versa-debat wellicht op hoopt. Het is een oplossing uit de oude doos – UNHCR voert al jaren hervestigingsprogramma’s uit. Deze worden echter door overheden nog nauwelijks benut. Wereldwijd zijn er volgens de UNHCR zo’n 1,2 miljoen vluchtelingen die urgent moeten worden hervestigd. Hier tegenover staat een aanbod van staten van maar 70-80.000 plaatsen per jaar. Nederland biedt er op jaarbasis 500. De EU wil gezamenlijk komen tot 20.000 plaatsen tot 2016. Nuttig, maar in geen verhouding tot de urgentie.
Voor overheden die serieus werk willen maken van het bestrijden van mensensmokkel is hervestiging een essentieel wapen. Daarmee is niet gezegd dat hiermee de hele bodem onder smokkelpraktijken wordt uitgeslagen. Wel kan gezorgd worden dat het meest schrijnende en onnodige deel van deze praktijken een halt wordt toegeroepen.
Bootmigratie bestaat al jaren. Tot voor kort ging het veelal om jonge mannen van in de twintig, waarvan werd vermoed dat ze vooral om economische redenen de oversteek waagden. Ongeacht of dat toen klopte, zien we nu een ander beeld. De jonge mannen zijn gebleven, maar komen in toenemende mate uit conflictgebieden. Zij worden nu vergezeld door vrouwen, jonge kinderen en ouderen; groepen die voorheen weinig op de smokkelboten te zien waren. Zelfs beelden van de meest kwetsbaren, zoals een man met een rolstoel die uit een bootje wordt getild, zijn tragisch genoeg geen unicum.
Het zijn juist deze kwetsbare groepen die met grootschalige inzet van hervestiging geholpen kunnen worden; zij kunnen dan veilig, via het UNHCR-programma, reizen. Daarmee houden we natuurlijk altijd een groep over die (bijvoorbeeld omdat ze niet als vluchteling worden aangemerkt) wel de gevaarlijke zeeroute blijven kiezen. Daarom is blijvende inzet van reddingscapaciteit op zee belangrijk. Maar de groep die gered moet worden kan wel aanzienlijk kleiner worden gemaakt.
Op dit moment lijkt vanuit overheden echter vooral een tegenbeweging aan de gang. De regering refereert regelmatig aan de noodzaak het aantal asielzoekers naar Europa ‘in te dammen’. Oplossing: nauwer samenwerken met landen waar vluchtelingen en migranten vandaan komen of doorheen reizen. Dit om terugkeer te bevorderen, maar ook om ‘irreguliere migratie tegen te gaan’. De EU-Afrikatop in Valletta op 11-12 november staat in dit teken. Tot nu toe is er echter weinig oog voor de risico’s van deze samenwerking. Op het verlanglijstje van samenwerkingslanden staan nogal wat onfrisse regimes. Neem Eritrea, dat van internationale paria als grootschalige mensenrechtenschender nu langzamerhand tot een respectabele partner voor ‘migratiemanagement’ wordt gemaakt.
Niet alleen is er een reëel risico dat deze landen om migratie te ‘reguleren’ nog hardhandiger te werk gaan. Ook wordt voor het gemak maar buiten beschouwing gelaten dat ‘irreguliere migratie’ vaak de enige manier is voor vluchtelingen om hun land te verlaten of zich te onttrekken aan opvang in de regio wanneer die niet adequaat is.
Hiermee dreigen vluchtelingen vast komen te zitten in het internationale web van migratiemanagement dat de EU wil gaan spinnen. Dit met twee denkbare uitkomsten, die allebei slecht uitpakken voor vluchtelingen. Óf routes om te vluchten worden helemaal afgesloten; hiermee lost de EU haar vluchtelingenprobleem voor eventjes op, maar verschuift het humanitaire probleem feitelijk alleen maar uit ons zicht. Om ons uiteindelijk met extra hevigheid opnieuw te confronteren. Óf – en dat is nog waarschijnlijker – zal men nog wanhopiger dit web van controles proberen te omzeilen en nog langere en gevaarlijkere routes gaan nemen. En die zijn de droom van elke mensensmokkelaar en de hoeksteen van hun business model. Wie de harde woorden over het aanpakken van mensensmokkelaars waar wil maken kiest er dus voor om vluchtelingen veilige alternatieven te geven.
Eduard Nazarski is directeur van Amnesty International Nederland