
Colombiaanse vrouwen als uitvoerders van sociaal recht
- Yenli Mendez samen met PBI vrijwilliger
INTERVIEW – Nieuwe wetten en vredesonderhandelingen beloven rechtvaardigheid, maar de overheid blijft in zijn daden afwezig. Ondanks het langdurige conflict in Colombia zijn vrouwen in staat gebleven om hun gemeenschappen te behouden. Steeds meer vrouwen sluiten zich aan bij boerenreservaten en organisaties om op te komen voor sociaal recht en vrouwenrechten. Vice Versa sprak met de Colombiaanse activiste Yenli Mendez.
De Colombiaanse Yenli Mendez is een activiste die zich al tien jaar inzet voor het bevorderen en beschermen van mensenrechten van Colombiaanse boeren. Ze komt zelf uit een boerengezin en heeft universitair recht gestudeerd en een master in ´rural development´ behaald. Yenli maakt deel uit van de organisatie ACVC (boerenvereniging van de Vallei van rivier Cimitarra). Momenteel zoekt ze naar de steun van internationale overheden en NGO’s om internationale druk uit te oefenen op de Colombiaanse overheid. Dit is de reden waarom ze in Nederland is. Ze zoekt naar allianties voor haar organisatie maar ook wil ze in contact komen met studiecentra om onderzoek te bevorderen. ACVC wil aandacht voor hun organisatie en laten zien wat ze doen.
Hoe is de situatie voor vrouwen op het platteland?
‘Heel moeilijk, vooral voor de Afro-Colombianen. Veel van deze Colombianen met Afrikaanse komaf leven op het platteland en in de jungle. Als zij van het land gejaagd worden, is het moeilijk voor ze om een bestaan op te bouwen in de stad. De vrouwen op het platteland hebben weinig tot geen toegang tot educatie in vergelijking met de vrouwen in de steden. Ook is er minder toegang tot de gezondheidszorg, met name de gezondheidszorg specifiek gericht op vrouwen, bijvoorbeeld als het gaat om seksuele voorlichting of voor zwangerschap.’
Wat doet de organisatie ACVC?
‘ACVC werkt in de Valle de Cimitarra, in het westen van de regio Magdalena Medio met ongeveer 41.000 inwoners, waarvan 65 procent in rurale gebieden. De organisatie is in 1996 opgericht door ontheemde boeren, gevlucht voor paramilitair geweld, en doet sociaal, politiek en gemeenschapswerk in 120 kleine rurale gemeenschappen. ACVC heeft onder andere projecten opgezet om hulp voor vrouwen te bevorderen. Er zijn bijvoorbeeld groepen waar vrouwen kunnen praten over hun problemen en waar ze samen naar mogelijkheden zoeken om hier echt iets aan te doen. In deze vrouwencomités ontwikkelen ze ook plannen om agricultural production te bevorderen. We zijn de opleiding voor agriculture aan het promoten. We bieden daarnaast ook informele informatie aan over vrouwenrechten. Binnen het huishouden worden kinderen geïnformeerd door hun ouders. Er is alleen nog geen manier om te meten of ze dit daadwerkelijk toepassen. Jongeren leren zich wel steeds meer te organiseren als het gaat om mensenrechten, agricultuur en vrouwenrechten.’
Hoe reageert de overheid?
‘Er is geen tegenstand tegen deze projecten want de overheid is weinig aanwezig in deze gebieden. Ze vragen juist naar ondersteuning vanuit de overheid. Het ministerie van landbouw biedt wel projecten aan voor vrouwen uit plattelandsgebieden. Maar het is voor de vrouwen op het platteland heel moeilijk om uiteindelijk invloed te krijgen op deze programma’s.’
De realiteit is inderdaad dat er veranderingen zijn ontstaan, veel vrouwen nemen een leidende rol op zich. Als social movement zetten zij zich nu in voor de totstandkoming van vrede.
Is er sprake van vrouwenemancipatie?
‘De realiteit is inderdaad dat er veranderingen zijn ontstaan, veel vrouwen nemen een leidende rol op zich. Als social movement zetten zij zich nu in voor de totstandkoming van vrede. Dit komt juist door het conflict. Heel veel mannen werden vermoord of vervolgd. Hierdoor is een soort van ruimte ontstaan voor vrouwen om die rol op zich te nemen, niet alleen binnen het huishouden maar ook in de publieke sector.’
Hoe ziet de situatie eruit voor vrouwen die alleen komen te staan?
‘Veel vrouwen zijn genoodzaakt om hun land te verlaten als de man vermoord is. Deze moorden worden juist gepleegd om het land af te pakken. Dit was de manier om het land in je bezit te krijgen want de vrouw kan daar niet blijven. Een andere optie is dat ze wel blijven, om het land te verdedigen. Dat geeft de vrouw juist empowerment om de familie te leiden en het land te verdedigen.’
Zijn er processen op gang gezet om landtitels te geven aan vrouwen?
‘In Colombia zijn er twee mogelijkheden. Er zijn boeren die geen land bezitten en er zijn boeren die wel land hebben maar niet de officiële titel bezitten. Er is een verschil tussen ‘bezit hebben’ en een ‘titel hebben’. Je kan ergens jaren wonen maar niet in het bezit zijn van een officieel papiertje.’
‘Het bezitten van land is vrijwel altijd verbonden aan de man. Als de man wordt vermoord is de vrouw heel kwetsbaar. De vrouw kan het land blijven verdedigen maar in veel gevallen wordt de vrouw weggejaagd. Als je weg bent van het land, kan je ook nooit meer terugkomen. Landtitels zijn verbonden aan mannen. De strijd is er wel, maar het is nog niet zo sterk als het zou moeten zijn. Binnen de organisatie ACVC hebben we wel programma’s opgericht om het bewustzijn te creëren.’
‘De juiste omstandigheden zijn er nog niet om te strijden voor vrouwenrechten. Op de eerste plek komt nu de strijd tegen ontheemding en om te vechten voor je leven. Je hebt een wet voor de plattelandsvrouwen maar vanuit de Colombiaanse traditie worden de wetten vaak niet uitgevoerd. Ze worden wel ingevoerd maar ze worden niet nageleefd. De overheid moet meer investeringen doen voor plattelandsvrouwen zodat zij een betere leefomgeving krijgen met meer rechten en toegang tot credits. De staat moet dit gaan verbeteren maar daar doen ze nu niks aan.’
Wat verwacht je van internationale organisaties?
‘De internationale gemeenschap heeft een hele belangrijke rol in het uitvoeren van onze doeleinden. De internationale druk is nodig in Colombia juist om druk uit te oefenen op de wetten die niet nageleefd worden. De druk op de overheid is nodig zodat ze hun beloftes en verplichtingen nakomen.‘
Vrouwen krijgen steeds meer leiderschap, ze zijn de uitvoerders van het sociale recht en vrouwenrechten.
‘We hebben heel veel hoop omdat het vredesakkoord klaar ligt in Colombia. We weten dat dit niet het einde is, maar eigenlijk pas het begin. Alle akkoorden die zijn bereikt moeten wederom wel worden nageleefd door de overheid. Dat is de reden dat we juist allianties moeten maken zodat we meer kans maken. Het vredesakkoord is nu van belang. Het agrarische probleem in Colombia is het grootste onderdeel van het conflict. Het is vanuit daar ontstaan. Er liggen voorstellen om tot vrede te komen. Er zijn geen slachtoffers maar er zijn nu agents van de vrede. De sociale rechtvaardigheid moet geconcentreerd worden. De boeren zijn de agents om tot sociale rechtvaardigheid te komen. Vrouwen krijgen steeds meer leiderschap, ze zijn de uitvoerders van het sociale recht en vrouwenrechten.’
‘Vrouwen maken deel uit van de boerenreservaten. Dit is een instrument om tot vrede te komen. Bij ACVC, de organisatie waar ik in zit, is een grote acceptatie voor vrouwen als deelnemers. We vragen juist aan vrouwen om beslissingen te nemen. ACVC strijd voor meer begrip voor vrouwenrechten.’