
Van millenniumdoelen naar duurzame doelen
BLOG – Sinds het begin van het nieuwe millennium zijn de mondiale machtsverhoudingen drastisch veranderd. Om de Sustainable Development Goals tot een succes te maken, is een besef van gelijkwaardigheid en onderlinge afhankelijkheid daarom van essentieel belang, blogt Kathleen Ferrier. Om er voor te zorgen dat internationale afspraken omtrent de SDG’s worden nagekomen, moet er een goed functionerend systeem van monitoring en evaluatie komen, iets wat in de MDG’s nog ontbrak.
Toen in het jaar 2000 192 wereldleiders, in VN-vergadering bijeen, hun handtekening zetten onder de Millenniumverklaring en daarmee de acht Millenniumdoelen, die het richtsnoer zouden worden om armoede de wereld uit te helpen, onderschreven, hadden we niet kunnen denken dat 15 jaar later de wereld er zo anders uit zou zien dan toen. Helaas komt dat niet omdat de doelen allemaal ruimschoots gehaald zijn en we dus een wereld zonder armoede hebben, maar omdat de onderlinge verhoudingen én afhankelijkheden tussen landen en mensen de afgelopen vijftien jaar drastisch veranderd zijn. Op deze veranderde werkelijkheid spelen de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in, die na 26 september 2015 het nieuwe richtsnoer zullen zijn. Niet alleen om armoede de wereld uit te helpen maar vooral om een eerlijker verdeling van schaarse publieke goederen en meer gelijke kansen voor iedereen waar te maken.
Sinds 2012 ben ik lid van de iERG, de independent Expert Review Group on Information and Accountability for Women’s and Children’s Health. Deze groep van negen internationale experts, is opgericht door de secretaris-Generaal van de VN, waarmee hij uitvoering gaf één van de tien aanbevelingen gedaan door een high-level commissie die voor een belangrijk deel bestond uit presidenten, premiers en ministers. Deze commissie had in 2010 de opdracht na te gaan wat er moest gebeuren om de sterk achterblijvende resultaten van doelstellingen vier (het tegengaan van kindersterfte) en vijf (het verbeteren van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen) te verbeteren. Voorgedragen door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, maar volledig op eigen gezag en verantwoordelijkheid opererend, heb ik de afgelopen jaren de acties en discussies over de uitvoering van de Millenniumdoelstellingen (MDG’s) en de formulering en bepaling van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van vrij dichtbij meegemaakt.
Een bijzonder rijke ervaring, waaruit ik voor deze discussie twee onderwerpen wil belichten: de verschillen tussen de SDG’s en de MDG’s en het belang van accountability (het afleggen van verantwoordelijkheid, monitoren en evalueren), juist in de nieuwe periode.
We are in this together
De wereld van 2015 ziet er radicaal anders uit dan die van 2000. Machtscentra verschuiven. Niet langer is ‘het westen’ het centrum van economische en dus politieke macht. Mede dankzij een zwak, zwalkend en verdeeld Europa, verschuift die naar het oosten (Azië) en naar het zuiden (Afrika en Latijns-Amerika). Afhankelijkheden veranderen. Dat leidt tot verwarring die pijnlijk zichtbaar maakt hoe onmachtig we zijn als het gaat om het tegengaan van oorlog en conflict en het beschermen van waarden – zoals geformuleerd door de VN 70 jaar geleden en door de EU, bijna 60 jaar geleden. Daarbij komt onmacht als gevolg van toenemende schaarste van primaire levensbehoeften, zoals water en energie, die onze planetaire veiligheid in gevaar brengt.
Het is naar mijn mening vanuit dit perspectief, het tegengaan van onzekerheid en onmacht, en de wens weer vat te krijgen op onze wereld, dat de SDG’s zijn opgesteld. Daarmee wordt het belangrijkste verschil met de MDG’s zichtbaar, namelijk dat ‘…we are in this together…’, zoals ik het Amina Mohammed, speciaal adviseur van Ban Ki-Moon voor de SDG’s, heb horen zeggen. We zitten hierin als gelijken, het gaat er niet meer om, zoals bij de MDG’s, als ‘rijke’ landen te geven aan de ‘arme’ landen. We zijn anno 2015 allemaal even rijk of arm en afhankelijker van elkaar dan ooit. Die gelijkwaardigheid het komende anderhalve decennium gestalte geven, is een van de grootste uitdagingen waar de wereldgemeenschap voor staat.
Dat zal nog een hele klus worden, allereerst omdat het besef van gelijkwaardigheid en onderlinge afhankelijkheid nog niet echt tussen de oren zit en omdat er nog unfinished business is van de MDG’s. Er leven nog steeds een miljard mensen van minder dan 1.25 dollar per dag en er sterven jaarlijks nog 300.000 vrouwen tijdens de zwangerschap of door complicaties rondom de geboorte.
Nieuwe kansen met de SDG’s
Het verlangen om grip te krijgen op een complexe wereld zien we terug in het aantal doelen. Van acht, kwantitatief duidelijke en vrij simpel omgeschreven millenniumdoelen gaan we naar een set van 17 doelen met 169 subdoelen. Dat vraagt om nieuwe ontwikkelingsstrategieën en er hangt natuurlijk een prijskaartje aan. Hadden we het bij de MDG’s over miljarden US$, nu hebben we het over biljarden. Hoeveel precies is nog onduidelijk, zo bleek tijdens de recente financieringstop in Addis Abeba, maar jaarlijks lijkt het om een gemiddeld bedrag van 3,5 biljard US$ te gaan, vier procent van het mondiale BNP. In Addis aanwezige donorlanden beloofden plechtig 0,7 procent van hun BNP beschikbaar te stellen. Afgezien van het feit dat niemand die belofte nog serieus neemt (momenteel zitten we ver onder het percentage van 1990, iets waar ook Nederland zich aan schuldig maakt) zullen er sowieso andere financieringsbronnen nodig zijn, zoals belastinghervormingen, investeringen uit het bedrijfsleven en het tegengaan van belastingontduiking in zuidelijke landen door het internationale bedrijfsleven.
Complexere doelen, nieuwe ontwikkelingsstrategieën en meer financieringsbronnen vragen om meer afstemming onderling, te beginnen bij donoren. Alle donoren, ook de donororganisaties zoals de Gates Foundation en Global Fund en ook de multilaterale instellingen.
Vervolgens is, om de SDG’s waar te maken, het nakomen van gemaakte afspraken van belang. Dat gaat niet vanzelf, daarvoor moet er een goed werkend systeem van monitoring en evaluatie komen, dat op dit moment nog niet bestaat. Door mijn ervaring bij iERG weet ik hoe belangrijk het is dat er nationale, transparante verantwoordingsmodellen zijn, waarbij alle delen van de gouden piramide (overheid, maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en wetenschap) betrokken zijn. Die nationale evaluatie moet gekoppeld zijn aan onafhankelijke internationale evaluatiesystemen, met politiek gewicht en gezag, om tijdig en effectief bij te sturen.
Het heeft de MDG’s aan een dergelijk systeem ontbroken. De SDG’s bieden wat dat betreft nieuwe kansen.