
Ambassadeur Somalië: ‘De SDG’s zijn een enorme kans voor ons’
Het liefst zou Somalië het hele pakket aan SDG’s invoeren en meteen overstappen op duurzame energie. Vooralsnog zijn economische groei en meer rechten voor vrouwen een stuk belangrijker. Dat zegt Awale Ali Kullane, de Somalische ambassadeur bij de Verenigde Naties.
Midden in de veiligheidszone rond het VN-gebouw ligt een kleine dependance van het Hiltonhotel. In de lobby ontvangt de Somalische ambassadeur Awale Ali Kullane zijn gasten. Voorlangs rijden gepantserde auto’s en zware politie-escortes met staatshoofden van de 193 landen die de topvergadering bijwonen. Het hotel, dat meer wegheeft van een bedrijfskantine, is deze dagen vergeven van gewapende mannen. Bebaarde US-Marshalls in kaki gevechtstenue en pistolen laag op de heup, bezonnebrilde bodyguards met verdacht opbollende jasjes, militairen met machinegeweren. Het is een omgeving die Awale Ali Kullane bekend voorkomt. Somalië is nog maar recent een ‘post war country’. Al beseft nog vrijwel niemand dat het proces van wederopbouw in volle gang is. Wie weet bijvoorbeeld dat veel straatlantarens in Mogadishu nu op zonne-energie draaien? Of dat Somalië, voor het eerst in 25 jaar, weer nieuwe ambassades opent? ‘Ik vind het ronduit teleurstellend dat zo weinigen doorhebben hoe Somalië aan het veranderen is.’
Toch maakt de ambassadeur een opgeruimde indruk. Hij vindt het fantastisch dat hij volop deel uitmaakt van deze VN-top over de duurzame ontwikkelingsdoelen. ‘Vijftien jaar geleden ging het hele proces rond de Millenniumdoelen volledig aan Somalië voorbij. We hadden zo’n enorm veiligheidsprobleem toen, dat we maar amper toekwamen aan het terugdringen van kindersterfte of de bestrijding van TBC. Maar nu zitten we er volop in. De belangrijkste vraag die ons bezighoudt, is niet of Somalië de SDG’s omarmt. De vraag is of we genoeg middelen en capaciteit hebben om het pakket zo volledig mogelijk uit te voeren. We kijken heel serieus naar landen als Bangladesh of Brazilië om te zien hoe zij met de MDG’s zijn omgegaan. Hoe hebben zij de armoede achter zich gelaten? We hebben sterk het gevoel dat we midden in een leerproces zitten. De Westerse landen zijn in dit opzicht geen goed voorbeeld voor Somalië. Ze liggen te ver op ons voor. Maar van Brazilië, dat emigreerde van een arm ontwikkelingsland naar een middeninkomensland, hopen we een hoop op te steken. De SDG’s betekenen heel veel voor Somalië. Ze schetsen de wereld waarvan we deel willen zijn. Door er zoveel mogelijk bij aan te haken, geven zij ons de kans om een goed land te worden. We kunnen het ons simpelweg niet veroorloven om in deze globaliserende samenleving achter te blijven. De SDG’s zijn een enorme kans voor ons.’
En toch, zo geeft ambassadeur Ali Kullane toe, zijn niet alle SDG’s even relevant voor Somalië. ‘We bestuderen ze allemaal en proberen ze uiteindelijk ook allemaal te omarmen. Dat neemt niet weg dat we het ene doel net wat belangrijker vinden dan het andere. Een doel dat we absolute prioriteit geven is gender, gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen. De grootste groep mensen in Somalië zijn vrouwen. In nomadische Somalische gemeenschappen nemen vrouwen de belangrijkste besluiten, waaronder het besluit om verder te gaan trekken. We zien dat meisjes het op tal van vlakken veel beter doen dan jongens. Meer dan 60 procent van de remittances [naar huis sturen van geld door buitenlandse werkers] komt van diasporavrouwen. Kleine bedrijven zijn bijna volledig in handen van vrouwen. En toch verschaffen onze instituties Somalische vrouwen veel minder rechten dan mannen. Dat moet absoluut veranderen en de SDG’s helpen ons daarbij.
‘Stel je voor. Ik heb drie zussen en die doen zeker niet voor mij onder. Maar ík zit nu in New York en zij niet. Een ander voorbeeld: in onze delegatie hier bij de VN is maar een op de twaalf deelnemers vrouw. Dat valt niet meer goed te praten. Op de eerste plaats zullen we de positie van vrouwen in het Somalische recht moeten gelijktrekken. Tegelijk moeten we zwaar in gaan zetten op fatsoenlijk onderwijs voor meisjes en het scheppen van mogelijkheden van vrouwen om sneller door te stoten. Eigenlijk zouden we een minister voor gender, voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen moeten hebben. En die minister zou dan geen vrouw maar een man moeten zijn. Er is geen betere manier om te zeggen dat gender geen vrouwending is, maar een thema waar elke Somaliër zich achter moet stellen.
Over oorlog, terrorisme en geweld wil de ambassadeur het liever niet hebben. Somalië is niet alleen een ‘post war country’, maar ook een ‘fragiele staat’. Al was het maar omdat de terreurgroep Al Shabaab een doorlopende bedreiging vormt voor de rust in het land. Wie de SDG’s door de ogen van een inwoner van een land als Somalië, Congo of Afghanistan leest, merkt op dat ze vrijwel geen aandacht schenken aan kwesties van oorlog en vrede. In de 4.800 woorden die de SDG’s tellen, komt het woord ‘oorlog’ niet één keer voor. ‘Veiligheid’ evenmin. Het woord ’terrorisme’ valt één keer, terwijl het onderwerp toch al jaren torenhoog op de internationale agenda staat. Ook ‘verzoeningsprocessen’ ‘vredesmissies’ en ’transitional justice’ [het juridische en bestuurlijke proces om oorlogslanden te begeleiden naar vrede, democratie en gerechtigheid] schitteren in de SDG’s door afwezigheid.
Het was de ambassadeur ook opgevallen. ‘Ik spreek nu niet meer dan mijn persoonlijke vermoeden uit, maar ik denk dat onderwerpen rond oorlog of terrorisme te politiek gevoelig zijn in een project als de SDG’s. De Verenigde Naties zoeken constant naar een gemeenschappelijk belang, omdat ze willen dat landen het met elkaar eens kunnen worden. Met ontwikkelingsdoelen rond oorlog en terrorisme zou je enorme problemen oproepen tussen landen in het Midden-Oosten. Daarnaast lijken me dit soort onderwerpen ook lastig in doelen te formuleren. Het bereiken of bewaren van vrede is een doorlopend proces, dat je niet met een doel in 2030 kunt bereiken. Overigens zie ik de ontwikkelingsagenda van de SDG’s in zijn algemeen als het beste recept voor het voorkomen van geweld. Niets is beter voor het bereiken van vrede of het vermijden van oorlog dan het aanjagen van ontwikkeling. Mensen die zich uit de armoede bevrijden, die niet langer hongerig zijn of uit de vernedering ontsnappen, zijn veel minder gevoelig voor terroristische ideeën. De hele SDG-agenda is wat dat betreft niet minder dan één grote vrede en veiligheidsagenda.’
En hoe denkt de ambassadeur dan over ‘energizing development‘ zoals dat in ontwikkelingstaal heet? Ontwikkeling kost enorm veel energie. Vooralsnog zijn olie, kolen en gas de goedkoopste en betrouwbaarste bronnen. Het grote probleem van fossiele energie is natuurlijk de uitstoot van CO2. Daarom willen de SDG’s deze uitstoot zo snel mogelijk omlaag brengen. ‘Dat is een heel belangrijk punt’, zegt de ambassadeur. Nu, in de SDG’s. En meer nog tijdens de grote klimaattop in Parijs komende december.
‘Kijk, ook Somalië zal de gevolgen van de klimaatverandering ondervinden. Wij hebben een enorme kustlijn die zo weg kan spoelen als de zeespiegel stijgt. Voor ons is het tegengaan van klimaatverandering van levensbelang. Maar er zijn SDG’s die op dit moment nog belangrijker zijn. Ik noemde gender al, maar ik denk simpelweg ook aan hongerbestrijding en economisch groei. De SDG’s die daarover gaan, moeten prioriteit krijgen. Als de rijke landen toch vinden dat ook wij volledig over moeten stappen op duurzame energie, dan zullen ze er ons ook financieel in moeten steunen. Doen ze dat niet, en blijven ze toch hameren op het uitbannen van fossiele brandstoffen, dan zullen velen dat gaan zien als een Westerse doctrine. Dat moeten we niet hebben.’
‘Op termijn gaan ook wij natuurlijk inzetten op een beter milieu. Ieder land zet uiteindelijk zijn prioriteiten binnen het project van de SDG’s. Voor ons heeft armoedebestrijding en gendergelijkheid nu de eerste prioriteit.’