Religie, Gender en Ontwikkeling: van radicalisering naar verbinding

INTERVIEW – Religie is onlosmakelijk verbonden met ontwikkeling, volgens Dr. Azza Karam adviseur op het gebied van cultuur voor de United Nations Population Fund (UNFPA) en coördinator van de UN inter-agency task force on religion and development. Ontwikkelingsorganisaties kunnen nu eenmaal niet om de rol van religie heen en ook de VN deelt deze mening, volgens Karam, die onlangs aan Nederland een bezoek bracht. 

Met haar rappe stijl van praten onderschrijft Karam dat het engageren met religieuze leiders cruciaal is om vooruitgang te boeken. ‘De religieuze leiders zijn zeer belangrijke spelers. Dat komt ten eerste omdat zij de gemeenschap aanspreken en de taal gebruiken om spanningen te onderdrukken of juist geweld ondersteunen in de naam van hun religie.’

‘Ten tweede zijn het de enorme netwerken van religieuze leiders en geloofgebaseerde organisaties, die ontzettend belangrijk zijn voor het verstrekken van humanitaire hulp vanwege bijvoorbeeld natuurrampen en conflicten. Religieuze leiders en organisaties spelen een zeer belangrijke rol, omdat zij gedragsverandering kunnen bewerkstelligen en  sociale voorzieningen leveren voor de gemeenschap. Zij besturen scholen, gezondheidsklinieken en hebben een enorm netwerk.’

Is het moeilijk voor de Verenigde Naties om de verbinding aan te gaan met religieuze groeperingen?

‘Het duurde vele jaren van bemiddeling en belangenbehartiging in de VN zelf om de vooroordelen tegenover religie te overwinnen. Religie wordt gezien als conservatief, niet bevorderend voor mensenrechten en in het bijzonder die van de vrouw. Het duurde een lange tijd van lobbyen binnen het systeem om onze eigen gedachten en mentaliteit te veranderen en dat doen we nu nog steeds. Er is nog veel weerstand om samen te werken met religieuze groeperingen. Dat is de realiteit in de VN en in de meeste seculiere organisaties. Mijn taak is dan ook 75% van de tijd mijn eigen collega’s te overtuigen van de wijsheid om samen te werken met religieuze organisaties en slechts 25% is de werkelijke betrokkenheid met de organisaties zelf.’

En hoe ga je precies de samenwerking aan met religieuze leiders en hun organisaties?

‘Er zijn vele strategieën en ze verschillen tussen de ene VN-organisatie en de andere. Unicef, UNAIDS en UNFPA hebben bijvoorbeeld met onze religieuze partners gewerkt met thema’s, zoals het belang van borstvoeding, of het tegengaan van stigmatisering van HIV/AIDS en het promoten van anticonceptie. De VN zorgt dat de belangrijkste feiten en cijfers worden gedeeld met de religieuze partners, bijvoorbeeld het aantal vrouwen dat overlijd tijdens de bevalling en hoeveel kinderen sterven als gevolg van ondervoeding.

Mijn taak is 75% van de tijd mijn eigen collega’s te overtuigen van de wijsheid om samen te werken met religieuze organisaties.

‘Toch zijn er nog veel religies en religieuze vertegenwoordigers die niet willen samenwerken met de VN, vooral vanwege een aantal gevoelige kwesties zoals, anticonceptie en abortus. Voor degene die wel willen samenwerken is het belangrijk om tot een gemeenschappelijke taal komen. Dat betekent dat als gezinsplanning een gevoelig onderwerp is, omdat het abortus betreft, er gezocht moet worden naar een betere formulering, bijvoorbeeld; gezinswelzijn. Het kan nog steeds hetzelfde betekenen, maar het is de taal die ervoor zorgt dat het onderwerp minder problematisch of confronterend wordt voor religieuze gemeenschappen.’

Heeft u ook het belang van gender in uw programma’s staan wanneer je samenwerkt met religieuze groepen?

‘Jazeker, gendergelijkheid is een van de vele hoofdgebieden waar we met de religieuze groepen over praten. Wanneer de religieuze leider of groep niet wil praten over dit onderwerp werken we niet met hen samen. Vaak komen de religieuze leiders of groeperingen zelf met duidelijke ideeën over gendergelijkheid en vrouwenempowerment, variërend van meer politieke betrokkenheid en economische afhankelijkheid tot het verbeteren van de reproductieve gezondheidszorg. Gelukkig zijn er veel geloofgebaseerde organisaties die goed meewerken met ons. Het is eigenlijk verbazingwekkend hoeveel het er zijn.’

In een interview gaf je aan dat ‘de woede van vrouwen (women’s anger), ten grondslag ligt aan alle godsdiensten en religieuze tradities.’ Wat bedoel je daarmee?

‘Eeuwenlang zijn vrouwen achtergesteld en onderdrukt, maar vandaag de dag zijn er meer vrouwen in het publieke domein dan ooit. Enerzijds kunnen vrouwen tegenwoordig hun invloed uitoefenen in alle domeinen van de samenleving; in het bedrijfsleven, overheidsinstanties, overal. Angela Merkel bepaalt mee wat er gaat gebeuren in de EU en dat is dus vrij indrukwekkend.

‘Anderzijds is het een enorme strijd geweest voor veel vrouwen die in deze posities terecht zijn gekomen. Als ik spreek over de woede van de vrouw, dan doe ik dat met het besef dat er veel vrouwen zijn die zo hard moesten knokken voor hun positie dat ze een bepaalde energie bij zich dragen van strijd en vastberadenheid. Ze hebben geen tijd voor nog meer obstakels, en zijn onvermurwbaar in hun missie.

Gelukkig zijn er veel geloofgebaseerde organisaties die goed meewerken met ons.

‘Ik denk dat religieuze instellingen erg bang zijn voor die vastberadenheid van deze vrouwen, want de religieuze groepen zijn toch nog vaak de laatste citadels van het patriarchaat, waar mannen een dominante rol in de maatschappij innemen. Religieuze leiders hebben de neiging om een beetje ongerust te zijn, want als je één vinger geeft aan een vrouw, neemt ze gelijk je hele hand.

‘Vrouwen zijn nu meer dan ooit aanwezig in de maatschappij, en dat zal zijn vertaalslag wel hebben. Zal het betekenen dat er bijvoorbeeld minder oorlogen zijn? Op dit moment lijkt dat niet te gebeuren, maar we weten het niet. Er zijn namelijk ook juist jonge vrouwen die deel uitmaken van radicale groeperingen.’

Hoe kan het dat deze jonge vrouwen zich willen aansluiten bij radicale groeperingen?

‘Dat is een belangrijke vraag die we als VN moeten onderzoeken. Het is een fundamentele uitdaging voor de dominante westerse beschaving die we vandaag de dag kennen. Radicale groeperingen zetten vraagtekens bij onze kernwaarden uit de westerse moderne samenleving. Ik denk niet dat West-Europa dat inziet en beseft dat hun beleid dat ook versterkt. Kijk maar naar bijvoorbeeld de pogingen van de EU om de grenzen te beschermen voor hun eigen welvaart… Het is dat soort discours en die xenofobische houding tegenover de migranten die weerstand oproept vanuit de eigen gemeenschap.’

Vrouwen zijn nu meer dan ooit aanwezig in de maatschappij, en dat zal zijn vertaalslag wel hebben.

Hoezo heeft de EU een xenofobische houding?

‘Er heerst in de EU nog steeds het gevoel dat je alles kan controleren, maar in feite zijn het de eigen gemeenschappen die niet goed geïntegreerd zijn. Ze worden om een ​​aantal redenen gemarginaliseerd, en komen in diskrediet vanwege hun religie, met name de moslims. Sommigen van hen leggen zich daardoor nog meer toe op hun religie zonder gewelddadig te worden, maar anderen radicaliseren. Ze sluiten zich aan bij een radicale beweging om voor hun gevoel hun eigenwaarde terug te krijgen en in de tussentijd doet Europa haar best om iedereen zoveel mogelijk buiten te houden… Dat werkt averechts.

Radicale groeperingen zetten vraagtekens bij onze kernwaarden uit de westerse moderne samenleving.

‘Daarom is het juist nu nog meer van belang om de toenadering te zoeken en de verbinding aan te gaan met religieuze leiders en groeperingen. Als mens zullen we ons tot elkaar verhouden en juist de nadruk moeten leggen op gedeelde belangen. Initiatieven als de duurzame ontwikkelingsdoelen zijn een mooi voorbeeld: het zijn gemeenschappelijke behoeften voor iedereen en maakt dus geen onderscheid, of je nu een moslim, christen, jood of boeddhist bent.’

Vice Versa wijdde in december een gehele special aan het belang van geloof, bestel deze na via deze link.

Auteur
Jolien Bouwman

Datum:
07 augustus 2015