Brief aan FMO: ‘Onze rechten moeten serieus genomen worden’

 

Foto: Werner Bayer

OPINIE – Manolo Miranda, van Panameese inheemse beweging M-10, reageert met een brief op het interview met Nanno Kleiterp van FMO van afgelopen juni. FMO investeert in de bouw van de Barro Blanco dam in Panama, een dam die ervoor zal zorgen dat het woongebied van de inheemse Panamese bevolking onder water komt te staan. Miranda wil hierover dialoog met de overheid en de investeerders, maar ondertussen wordt de bouw voortgezet zonder overleg. FMO zou ondertussen haar eigen regels op sociaal- en milieugebied niet naleven.

Onderstaande brief is een reactie van Manolo Miranda, woordvoerder van de Panamese inheemse beweging Movimiento 10 de Abril (M-10), op het interview met Nanno Kleiterp van Nederlandse ontwikkelingsbank FMO op 9 juni 2015, geplaatst op ViceVersa online. Manolo Miranda bezocht Nederland en Duitsland van 22 tot en met 26 juni om de Nederlandse en Duitse ontwikkelingsbanken FMO en DEG ertoe te zetten mee te werken aan een oplossing voor het conflict rondom Barro Blanco.

De FMO investeert net als de Duitse ontwikkelingsbank DEG, 25 miljoen dollar publiek geld in de bouw van de Barro Blanco dam in Panama. Deze dam zal het gebied van de inheemse Ngöbe-bevolking, waartoe ook Miranda behoort, onder water zetten. Al voor het begin van de bouw van de dam waren er dan ook felle protesten. Volgens M-10 en een aantal internationale milieuorganisaties, hebben beide ontwikkelingsbanken de eigen regels op sociaal- en milieugebied niet nageleefd.

In februari van dit jaar besloot de Panamese overheid de bouw van de dam stil te leggen omdat de projectontwikkelaar (Genisa) zich niet aan de afspraken rondom sociale- en milieuaspecten van het project hield. Na jaren kwam er dan eindelijk een dialoog op gang tussen de inheemse bevolking, Genisa en de Panamese overheid, om tot een oplossing te komen. Deze dialoog kwam echter tot stilstand in mei, toen de overheid toestemming gaf aan Genisa om aan bepaalde onderdelen verder te bouwen, zonder dat alle partijen aan de dialoogtafel hiervan op de hoogte waren gesteld.

De M-10 had al in de lente van 2014, samen met Nederlandse organisaties Both ENDS en SOMO, een klacht ingediend tegen FMO en DEG. Een jaar later, in mei van dit jaar, kwam het rapport van het onafhankelijke klachtenpanel uit, waarin staat dat de banken, voordat ze het contract met Genisa tekenden, niet voldoende informatie hadden ingewonnen over de gevolgen van de dam en over instemming van de inheemse bevolking met het project. De conclusies van het rapport waren voor Miranda aanleiding om naar Nederland en Duitsland te reizen en in gesprek te gaan met FMO en DEG. Naar aanleiding van deze gesprekken stuurden de banken gezamenlijk een brief aan de Panamese overheid met het aanbod om een onafhankelijke mediator te ondersteunen die alle partijen zou kunnen betrekken bij het vinden van een oplossing.

Tot nu toe heeft de Panamese overheid helaas nog niet gereageerd op dit aanbod. Het hervatten van de bouw stuit ondertussen op grote weerstand van de inheemse bevolking. Wat de M-10 betreft is er geen gesprek over oplossingen mogelijk als er de bouw niet wordt stilgelegd. De overheid probeert de dialoog weer vlot te trekken en betrekt daar wel allerlei traditionele inheemse leiders uit alle gebieden bij, maar niet de vertegenwoordigers van de getroffen bevolking. Dat leidt tot grote zorgen omdat juist die mensen niet zullen worden gehoord in de dialoog.

Inmiddels zijn zowel in Nederland als in Duitsland kamervragen gesteld over het project, en in Duitsland werd onlangs een reportage uitgezonden waarin kritisch werd gekeken naar de rol van DEG in het project.
(Deze context werd geschetst door Both Ends)

 

Brief Manolo Miranda, Panamese inheemse beweging M-10

Vanuit Panama ben ik naar Nederland gekomen omdat de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO nooit naar óns is toe gekomen. Ik ben hier gekomen om een oplossing te zoeken voor het conflict rondom de Barro Blanco dam, maar die hebben we helaas nog niet gevonden.

FMO heeft in augustus 2011 aan Genisa een lening gegeven voor de bouw van de Barro Blanco dam in Panama. Deze dam moet schone energie gaan opwekken, maar zal drie van onze dorpen onder water zetten. Nog vóórdat FMO de lening voor dit project had goedgekeurd, vroegen wij om een gesprek met de bank. We vroegen FMO van de financiering af te zien omdat wij nooit hadden ingestemd met het project. Toen FMO toch besloot de dam te financieren, hebben we ze verzocht de betalingen stop te zetten. Maar FMO ging nooit op onze verzoeken in en zette de financiering stug door. Niemand is ooit naar ons toegekomen om ons om onze toestemming te vragen.

Ik heb begrepen dat Nanno Kleiterp, de directeur van FMO, de bewoning van onze dorpen voorafgaand aan de bouw van de dam openlijk in twijfel trekt. We worden afgebeeld als mensen die alleen maar bezig zijn ontwikkeling tegen te houden. Natuurlijk vinden wij dat ons land ontwikkeling nodig heeft, maar in die ontwikkeling moeten mensenrechten leidend zijn. Ons grondgebied en onze cultuur worden eeuwenlang bedreigd. De Ngöbe-Buglé hebben in Panama een eigen grondgebied en dat gemeenschappelijke land mag niet worden verkocht aan private partijen zonder onze instemming. Dat staat zelfs in de Panamese grondwet. Maar dat recht is dus ernstig geschonden door het Barro Blanco project.

Zolang wij onze toestemming voor dit project niet hebben gegeven, wordt de wet  overtreden. Tijdens mijn bezoek aan Nederland kreeg ik zowel van de afgevaardigden van ministeries als van de FMO zelf te horen dat de dam, die voor 95% afgebouwd is, toch niet meer kan worden gestopt. Een gotspe, want de bank heeft ons bestaan en onze rechten vier jaar lang genegeerd en de bouw ondanks onze protesten gewoon door laten gaan, om vervolgens te zeggen dat het project nu te ver gevorderd is om het nog te kunnen stoppen.

‘FMO moet onze rechten nu serieus nemen’

FMO heeft een mensenrechtenbeleid, maar heeft daar in elk geval in dit geval niet naar gehandeld. Na een aantal kritische rapporten van de VN en recentelijk ook van FMO’s eigen onafhankelijke klachtenmechanisme, is het tijd dat de bank ons recht op inspraak (‘free, prior and informed consent’) serieus neemt. Wij zijn bereid om de dialoog alsnog aan te gaan, maar onder één voorwaarde: de bouw van de dam moet worden stopgezet totdat er een oplossing voor het conflict is gevonden die mensenrechten garandeert. In Panama hebben we een gezegde dat van toepassing is op het Barro Blanco project: ‘Nunca es tarde si la dicha es buena’. (Vrij vertaald naar het Nederlands: ‘beter laat dan nooit’).

Het is nu aan FMO om ons tegemoet te treden. De uitnodiging aan de heer Kleiterp om ons te komen opzoeken op ons eigen land om met eigen ogen te zien wat de dam teweeg brengt en om een serieuze dialoog aan te gaan, staat nog steeds open.

Auteur
Manolo Miranda

Datum:
06 augustus 2015