IS: de brand die uit moet woeden

INTERVIEW – Voor hoogleraar Edwin Bakker zijn het drukke tijden: hij gaat regelmatig op werkbezoek naar het buitenland, verricht intensief onderzoek en geeft tegelijkertijd colleges aan studenten en professionals. Deze activiteiten hebben één ding gemeen: Bakkers expertise rondom radicalisering en jihadistisch terrorisme. Met Vice Versa sprak de terrorismedeskundige over misvattingen rondom Syriëgangers, de rol voor hulporganisaties in Libanon en het bestrijden van de Islamitische Staat (IS). ‘Natuurlijk kunnen we zeggen: “weet je wat, begin die staat maar”. Maar zullen we de mensenrechten dan ook maar overboord gooien?’

Bakker is zo’n tien minuten aan het woord als hij tot de kern komt van wat hij ‘de IS-kwestie’ noemt. ‘Eigenlijk spelen er twee verschillende zaken: de IS in de gebieden van Syrië en Irak en Westerse jongeren die dus die kant opgaan.’ Van de laatste categorie zijn er volgens Bakker nu zo’n tweehonderd Nederlandse gevallen. ‘Deze jihadstrijders zijn nog geen terroristen en het zijn zeker geen gehersenspoelde of achtergestelde jongeren. Het zijn wel vaak mensen die serieuze problemen hebben met zichzelf. Dan hebben we het over verkrachtingen door een familielid, drugs- en alcoholmisbruik maar ook over mentale stoornissen zoals borderline. Deze jongeren zijn op zoek naar zingeving, naar avontuur en voor hen werken  antiterrorismemaatregelen zoals het innemen van een paspoort of bevriezen van een rekeningnummer niet,’ zo vertelt Bakker. ‘Er zijn al jongens aangehouden met twintig duizend euro op zak. En dan kan de overheid wel je paspoort innemen maar dan heb je nog steeds je identiteitskaart waarmee je naar Turkije kunt. Daarnaast hebben veel van die jongeren een Marokkaans paspoort en daarmee kunnen ze zonder visum naar Turkije. Het idee is om niet alleen hun paspoort in te nemen maar dat ze ook op een zwarte lijst komen te staan. Die lijsten zijn er natuurlijk al, maar dan moet Turkije wel die jongeren stoppen. En dat gebeurt niet. Dus het probleem ligt ook bij Turkije. Daar gaat tegenwoordig 99% van de Syriëgangers naartoe. Open en bloot worden daar mensen over de grens gebracht. En Turkije kijkt er naar en vind het prima.’

Onze jongens

De hoogleraar is ook zichtbaar verontwaardigd over de maatschappelijke reactie op de zelfmoordaanslagen door Nederlandse jihadisten. ‘Het is absurd dat als zo’n jongen 23 mensen dood in Irak, dat wij daar rustig onder blijven. Dan denken we: ‘het zijn maar Irakezen’. Maar het waren gewoon lieve, onschuldige mensen. Feit is ook dat zo’n jongen de grootste massamoordenaar van Nederland is. Ik word er boos om: onze grootste zorg lijkt nu dat een jihadist terugkeert naar Nederland om hier een aanslag te plegen. Terwijl in dat gebied een enorme vluchtelingenstroom is. Het is godgeklaagd: daar worden mensen dagelijks opgeblazen, vermoord, verminkt en is onze Responsibility to Protect heel ver weg.’ Volgens Bakker moet onze overheid dan ook een nieuwe (zij het controversiële) maatregel overwegen: het traceren en uitschakelen van Nederlandse jihadstijders. ‘Ik ben voorstander van het stoppen en helpen van mogelijke jihadstrijders. Maar als zij eenmaal over de grens zijn en zich bij IS hebben aangesloten en meedoen aan een organisatie die oorlogsmisdaden begaat, dan mogen ze wat mij betreft een hele zware straf krijgen. Een goed afschrikmiddel kan zijn om ze te doden. Hierbij verzamel je zoveel mogelijk intelligence om jouw strijders, die afkomstig zijn uit jouw land, doelgericht aan te vallen. Onze premier riep onlangs al ‘Ik heb ze liever dood, dan terug’. Mijn vraag aan hem is nu: wilt u daar dan ook beleid op maken?’. Ik vind dat we daar serieus over moeten nadenken. Want zijn wij niet verantwoordelijk voor de misdaden die onze jongens daar begaan?’

Interventie light

‘Natuurlijk gaat de kwestie ook over IS in Syrië en Irak,’ zo vertelt Bakker. ‘Maar wat is IS eigenlijk? Het is een terroristische organisatie, maar vooral vanwege de tactiek. Met hun gruweldaden willen ze een land iets laten doen of juist niet laten doen. Dat is de wijze van opereren van een terroristische organisatie. Maar dat is zeker niet het enige label dat je op IS kan plakken. Is het bevrijdingsorganisatie? Het is pijnlijk om te zeggen, maar voor heel veel mensen is dat zo. In een aantal steden in Irak en Syrië worden ze jubelend binnengehaald en gezien als de bevrijders van de door Sjiieten gedomineerde legers van Syrië en Irak. Dus we moeten beseffen dat ze voor sommigen bevrijders zijn en daar moet het contraterrorismebeleid op aangepast worden. Daarnaast is IS een allegaartje van elementen: Westerse, Tunesische, Libische en Tjetjeense foreign fighters, voormalige leden van het regime van Saddam Hoessein in Irak en groepen die zich uit angst bij IS hebben aangesloten. Daar kun je dus niet één soort beleid op voeren. Het is heel goed wat de Amerikanen nu doen: een interventie light uitvoeren. Ze verzamelen intelligence, zorgen ervoor dat diverse partijen met elkaar gaan praten en af en toe stoppen ze het ergste, zoals de verovering van de Iraakse stad Erbil. IS verliest ook langzaam terrein in Irak en lijkt daar zo’n beetje over haar machtspunt heen. Of IS-strijders nu hun opmars maken richting het Westen? Nee, dat is bluf. En juist daar is de organisatie heel goed in.’

In Libanon

Over de aanwezigheid van hulporganisaties en ngo’s in het gebied is Bakker duidelijk: vertrek. ‘In Irak en Syrië is geen ruimte meer voor zulke organisaties. We hebben het al gezien: bij mensen van Europese komaf wordt de keel doorgesneden. Of ze worden verhandeld of verruild. Dan mag je van je donateurs nog geld vragen om jouw medewerkers vrij te krijgen. Ik zou het graag anders zien, maar die organisaties zijn een drop in te ocean. Ze staan nu voor hele radicale krachten die zowel economisch als militair veel sterker zijn. Het is hard om te zeggen maar deze brand zal moeten uitwoeden.’ Tegelijkertijd pleit de terrorismedeskundige voor meer hulp in buurland Libanon. ‘Dat land puilt uit van vluchtelingen. Er zijn nu grote spanningen omdat vluchtelingen huizen- en voedselprijzen omhoog stuwen, en de lonen omlaag. Dus in Libanon valt nog veel te doen. In de vluchtelingenkampen kunnen ngo’s ervoor zorgen dat kinderen aan onderwijs worden blootgesteld en niet alleen aan indoctrinatie door radicale groeperingen. Daarnaast is het belangrijk om vluchtelingen te leren hoe ze voor zichzelf kunnen beginnen. Voorkom dat ze apathisch in vluchtelingenkampen zitten. Geef ze praktische vaardigheden, trainingen. Geef ze weer zingeving. Hoe de Nederlandse overheid daaraan kan bijdragen? Door meer geld te doneren aan ngo’s. Maar dat is politiek gezien wel lastig. De overheid legt zich er dan bij neer dat de situatie in het gebied voorlopig zo blijft. Tegelijkertijd is de realiteit evident: voorlopig verandert er niet zo veel en als er al iets verandert dan eerder in negatieve zin.’

Prof. dr. Edwin Bakker is hoogleraar (Contra-)Terrorisme aan de Universiteit Leiden en directeur van het Centre for Terrorism & Counterterrorism in Den Haag. Meer informatie over zijn werk? Bezoek de website: www.leeronskennen.leidenuniv.nl/edwin-bakker