Ondertussen in Nederland…

ACTUEEL – Terwijl er tijdens de finance for development conferentie in Addis Abeba in juli zal worden gepraat over de rol van het ontwikkelingsbudget in het financieren van de nieuwe doelen, is er ook in Nederland een debat rondom het ontwikkelingsbudget. Wat is bijvoorbeeld de rol van het ontwikkelingsgeld bij het aanpakken van de vluchtelingencrisis, hoe wordt het Nederlandse debat over de financiering van ontwikkeling gevoerd en wat is de rol van Nederland op internationaal niveau?

Als we kijken naar het Nederlands ontwikkelingsbudget is één ding duidelijk: het is de afgelopen jaren kleiner geworden. Sinds 2013 haalt Nederland de 0.7 procentnorm niet meer en er is veel bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking. Ook wordt er kritischer gekeken waar het geld precies voor gebruikt wordt. Zo wordt er geld uit het ontwikkelingsbudget gebruikt voor activiteiten waarvan sommigen zich afvragen of ze relevant zijn voor ontwikkelingssamenwerking.

Een controversiële uitgavepost is bijvoorbeeld die van de eerstejaars-opvang van asielzoekers. Volgens de richtlijnen van de OESO kunnen deze uitgaven onder het ontwikkelingsbudget vallen, maar sommige landen kiezen er bewust voor om dit niet te doen. Nederland schaarde deze uitgaven wel onder het ontwikkelingsbudget, met uitzondering van vorig jaar, toen er 375 miljoen euro buiten het ontwikkelingsbudget werd vrijgemaakt voor de eerstejaars-opvang van asielzoekers.

‘Het gaat om driehonderd tot vierhonderd miljoen euro voor de opvang van eerstejaars asielzoekers’

Deze opvang is een belangrijk uitgavepost. Aangezien de instroom van asielzoekers toeneemt ten opzichte van vorig jaar, is het de vraag hoe dit in 2016 gefinancierd gaat worden. Paul van den Berg van Cordaid: ‘Het gaat om serieus geld: er wordt namelijk driehonderd tot vierhonderd miljoen euro uitgetrokken voor de opvang van eerstejaars asielzoekers. Als dit uit het ontwikkelingsbudget wordt gehaald, betekent het dat er nog extra bezuinigd wordt op andere activiteiten binnen de ontwikkelingssamenwerking’. Roelof van Laar van de PvdA is er ook niet gerust op. Hij legt uit dat om deze toename op te vangen, er een voorschot zal worden genomen uit alle meevallers in de begroting van de komende jaren tot 2020. Dit geld zal dus gebruikt worden voor de opvang van asielzoekers in dit jaar. Van Laar: ‘Met dit plan zou alle lucht uit de begroting zijn, dus we vragen ons af of dit zo moet’. Ook Sjoerd Sjoerdsma van D66 heeft serieuze vragen over deze aanpak: ‘Het kabinet moet wel overtuigend kunnen laten zien dat de eerstejaarsopvang van asielzoekers echt bijdraagt aan de ontwikkeling van landen daar. Je kunt dit nu niet in één keer omgooien, maar op termijn moet je gaan kijken hoe je die financieringsmechanismes verandert.’

Het ontwikkelingsbudget en vluchtelingen

De groeiende toestroom van vluchtelingen staat hoog op zowel de Nederlandse als de internationale agenda. Naast de opvang van asielzoekers in Nederland, is het ook de vraag welke rol het ontwikkelingsbudget kan en zou moeten spelen bij de aanpak van migratiestromen. ‘Er is een verschil tussen ontwikkelingsgeld dat naar humanitaire assistentie gaat, en geld dat is bedoeld voor armoedebestrijding op de langere termijn’, benadrukt Melissa Siegel, universitair hoofddocent migratie en ontwikkeling bij Maastricht University. Zo kondigde Minister Ploumen aan dat ze een bedrag van vijftig miljoen euro beschikbaar stelt voor het creëren van kansen voor jongeren in een aantal Afrikaanse landen, om zo migratie aan te pakken. De reacties op dit initiatief varieerden van ‘symboolpolitiek’ en ‘ridicuul’, tot ‘broodnodig’. Van Laar: ‘De aanpak van Ploumen is een goed begin, maar als alleen Nederland het op deze manier doet, is dat niet genoeg. Ik hoop dat andere Europese landen soortgelijke stappen gaan zetten’. Paul van den Berg is minder enthousiast over het initiatief van minister Ploumen. Hij noemt ook het Dutch Good Growth Fund. ‘Ik vind het nogal ongelukkig om het Dutch Good Growth Fund en vluchtelingen samen te pakken: je kunt niet hardmaken dat je met investeren in het midden- en klein-bedrijf mensen gaat tegenhouden. Dat lijkt me een ingewikkelde logica.’

 ‘De aanpak van Ploumen is een goed begin, maar als alleen Nederland het op deze manier doet is dat niet genoeg’

Ook Joël Voordewind van de ChristenUnie heeft hier een duidelijke mening over: ‘Ik zou het Dutch Good Growth Fund liever ombouwen tot een vluchtelingenfonds. Op die manier kun je bijvoorbeeld investeren in opvang in de regio en ervoor zorgen dat vluchtelingkinderen op zijn minst goed onderwijs en gezondheidzorg krijgen.’ Sjoerd Sjoerdsma vindt dat het ontwikkelingsbudget ook zou moeten worden gebruikt voor landen die niet per definitie ontwikkelingslanden zijn: ‘Het ontwikkelingsbudget zou op een flexibelere manier moeten worden toegepast. Alle noodhulp voor de Syrische vluchtelingen gaat naar VN-organisaties en niet naar lokale overheden, lokale opvang of lokale organisaties. Landen als Jordanië en Libanon zijn geen ontwikkelingslanden, maar dreigen nu wel fragiele staten te worden. Daar zou Nederland verandering in kunnen brengen door bijvoorbeeld een structurele relatie aan te gaan met die landen.’

‘Het is nooit bewezen dat meer ontwikkeling leidt tot minder migratie’

Op de lange termijn lijkt het devies om migratie aan te pakken te gaan over het creëren van perspectief. Maar hoe je dat doet, daar verschillen de meningen over. Waar Sjoerdsma stelt dat het begint bij het afschaffen van landbouwsubsidies van de EU, pleit Voordewind voor het belang van onderwijs voor de ontwikkeling. Ook Van Laar richt zich op investeren in kansen voor jongeren, net als minister Ploumen. Maar hierbij heeft Siegel wel een belangrijke kanttekening: ‘Het is nooit bewezen dat meer ontwikkeling leidt tot minder migratie. Prima als je meer ontwikkelingshulp naar Afrika stuurt, maar zeg niet dat je het doet om migratie tegen te gaan.’ Sterker nog, zo benadrukt ze, de meeste migranten komen niet uit de armste landen, maar uit middeninkomenslanden. Waar het debat eigenlijk om draait is de perceptie op migranten, legt Siegel uit: ‘Als landen zich ontwikkelen, maakt het ons plotseling niet meer uit dat er mensen uit die landen migreren. Mensen uit ontwikkelde landen migreren ook, maar niemand klaagt over Amerikaanse of Duitse migranten. Het is dus niet zo dat er minder migratie is, het gaat erom dat wij ons er niet druk over maken zodra iemand uit een ontwikkeld land komt. Op de één of andere manier zien we migranten dan niet meer als een bedreiging.’

Brandhaarden

Terwijl er wordt nagedacht over de rol van het ontwikkelingsbudget bij de aanpak van migratiestromen, werkt de dreiging van vluchtelingen die aan de poorten van Europa kloppen ook als instrument om meer geld voor defensie vrij te maken. Daarnaast heeft de vluchtelingenproblematiek ervoor gezorgd dat er toenemende aandacht is voor hoe we conflictgebieden en fragiele staten behandelen. Van den Berg: ‘Het wordt nu duidelijk dat er, zowel in Nederland als internationaal, een strategie ontbreekt over hoe we met brandhaarden om moeten gaan. Tot nu toe is het vooral symptoombestrijding geweest. Het defensiebudget is ook belangrijk, maar het moet wel in samenhang worden gezien met ontwikkelingsgeld.’

‘Tot nu toe is het vooral symptoombestrijding geweest.’

Ook Van Laar vindt dat er op een nieuwe manier moet worden gekeken naar hoe conflicten, zoals bijvoorbeeld die in Syrië of Eritrea, worden aangepakt: ‘Er is een bredere Europese agenda nodig om conflicten eerder te beëindigen en om te investeren in een goed bestuur en kansen voor jongeren.’ Het belang van ontwikkelingsbudget mag meer benadrukt worden, vindt ook Sjoerdsma: ‘Minister Hennis staat op de barricade en zegt: “Genoeg is genoeg. Door deze uitdagingen aan onze oost- en zuidgrens moet er meer geld komen voor defensie.” Maar ik hoor Koenders noch Ploumen zich in dit debat mengen, en het is belangrijk dat ze dat wel doen. Wat kan Nederland betekenen voor al die brandhaarden in het zuiden, bij het bieden van perspectief en bij het voorkomen van migratiestromen? Welke rol kunnen diplomatie en ontwikkelingspolitiek daar spelen?’

‘Het lijkt bijna alsof dat wat daar gebeurt niet écht invloed heeft op ons leven hier, maar dat heeft het natuurlijk wel.’

Nederlands financieringsdebat

Maar wordt er eigenlijk wel een goed debat gevoerd over hoe ontwikkeling wordt gefinancierd? Uit recent onderzoek van Kaleidos blijkt dat het Nederlands debat over de financiering van ontwikkelingssamenwerking beperkt is en dat politici er weinig in zijn betrokken. Van den Berg herkent dit en vindt dat Nederland zich dat wel moet aantrekken: ‘Vroeger was het bijna taboe om te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking, maar nu lijkt het totaal te zijn omgeslagen. Ik vind het vrij veelzeggend dat er nog steeds geen serieus debat heeft plaatsgevonden in de Tweede Kamer over de inzet van Nederland in Addis Abeba of het Post-2015-debat.’ Van Laar is het hier niet mee eens: ‘Tijdens de debatten van de Europese Raden wordt hierover gepraat. Dat is moeilijker terug te vinden en minder zichtbaar, maar er wordt serieus gepraat over de nieuwe doelen en de financiering ervan. In het Nederlandse debat is de tegenstelling die er was juist weg: ook de VVD erkent dat ontwikkelingshulp zin heeft’. Sjoerdsma vindt ook dat er serieus over de nieuwe agenda wordt gepraat en hoopt dat er nog een debat komt voor Addis Abeba. Maar als het gaat om de flexibilisering van het hulpbudget, blijft het Nederlandse debat volgens hem beperkt: ‘Ik probeer de discussie aan te zwengelen, maar ik stuit op weerstand bij zowel de PvdA als de VVD. Ze willen bijvoorbeeld niets aan de lijst partnerlanden veranderen, of er alleen landen aan toevoegen als andere landen er weer afgaan. Dat is heel instrumenteel Haags gedrag. Het is bijna alsof dat wat daar gebeurt niet écht invloed heeft op ons leven hier, maar dat heeft het natuurlijk wel.’

Nederland als voortrekker

Ondertussen duikt af en toe ook nog de 0.7 procentnorm op in het politieke debat. Zowel Voordenwind als Van Laar geven aan snel weer terug te willen naar de 0.7 procentnorm en zelfs de 0.8 procent weer te halen. Van Laar: ‘Dat gaat deze regeerperiode niet meer lukken, maar daarna kan het wel. Je doet ontwikkelingssamenwerking niet in één jaar, je moet verder vooruit kijken’. Maar juist dit jaar is een cruciaal jaar, legt Van den Berg uit: ‘Dit is het jaar waarin de SDG’s worden aangenomen, de nieuwe financieringsarchitectuur moet worden vormgegeven, en er over klimaatverandering word beslist. Als het dit jaar niet lukt, ga ik ernstig twijfelen aan de haalbaarheid van de doelstellingen die we als wereld met elkaar hebben gezet.’

‘Sinds we de 0.7 procent hebben losgelaten zijn we onze geloofwaardigheid kwijt.’

Als land dat altijd naar buiten heeft gekeken en graag gezien wordt als voortrekker op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, moet Nederland zich dit wel aantrekken, vindt Van den Berg. Het rapport van Kaleidos concludeert dat Nederland een goede basis heeft om een voortrekkersrol te bekleden wat betreft financiering van ontwikkeling, maar dat het huidige politieke klimaat deze rol de laatste jaren heeft beperkt. Is Nederland, dat zelf bezuinigt op ontwikkelingssamenwerking en de 0.7 procentnorm niet haalt, nog wel geloofwaardig als voortrekker? Roelof van Laar vindt van wel: ‘Nederland is een voortrekker in het combineren van handel en hulp en om de private sector te betrekken in ontwikkeling. Natuurlijk willen we de 0.7 procent weer halen, maar we zijn zeker nog geloofwaardig als voortrekker’. Voordewind is het daar niet mee eens: ‘Sinds we de 0.7 procent hebben losgelaten zijn we onze geloofwaardigheid kwijt. We kunnen nu niet andere landen oproepen om zich ook aan die 0.7 procent te houden. Alleen bij het geven van noodhulp staan we nog in de top 10 van grootste donoren’. Sjoerdsma is hier iets gematigder over: ‘We hebben zeker aan geloofwaardigheid ingeboekt, maar hier staan wel jaren van inspanning voor. Die zijn niet in één keer weg. Maar het is nu wel alsof de finishlijn in zicht is en we dan opeens half zo hard gaan lopen. Het is zonde van de inspanningen die je de jaren ervoor hebt gedaan.’

Foto: UNHCR (Flickr)

Auteur
Anna Gorter

Datum:
16 juni 2015