Als jij aan de onderhandelingstafel zou zitten… over klimaatfinanciering

DEBAT – Wat is de rol van klimaatfinanciering bij het behalen van de Sustainable Development Goals? Moet klimaatfinanciering onderdeel zijn van het ontwikkelingsbudget of juist niet? En welke rol speelt de private sector bij het aanpakken van klimaatverandering? Voor de laatste onderhandelingstafel vroeg Vice Versa aan Gerhard Mulder (IUCN NL), Paul Steele (IIECD) en Charlene Watson (ODI) wat zij tijdens de Financing for Development-conferentie in Addis Abeba naar voren zouden brengen.

Paul Steele – International Institute for Environment and development (IIED)

‘Ik heb het idee dat de onderhandelaars besloten hebben om behoedzaam te zijn over klimaatfinanciering in Addis Abeba, vanwege de aankomende klimaattop in Parijs in december. Maar volgens mij is dit een gemiste kans: de relatie tussen financiering voor ontwikkeling en klimaatfinanciering moet verbeterd worden. In Addis zou dit bereikt kunnen worden. Momenteel is er een groot verschil tussen de positie van ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen. Ontwikkelingslanden willen dat klimaatfinanciering bovenop het officiële ontwikkelingsbudget (ODA) komt. Maar OECD-landen doen precies het tegenovergestelde en rekenen alle klimaatfinanciering als onderdeel van het ontwikkelingsbudget. We moeten een compromis tussen deze twee posities vinden. Beide partijen zijn niet bereid gevonden om te compromitteren en ik denk dat we daarom kansen mislopen. Het compromis dat ik voorstel is dat financiering voor adaptatie als ODA wordt geteld, maar dat financiering voor mitigatie in middeninkomenslanden bovenop het ODA wordt gerekend.

‘De relatie tussen financiering voor ontwikkeling en klimaatfinanciering moet verbeterd worden.’

‘In het onderzoek van IIED gaf ik het voorbeeld van klimaatbestendige infrastructuur in Nepal en klimaatbestendige landbouw in Vietnam. Bij deze adaptatiemaatregelen is het bijna onmogelijk om onderscheid te maken tussen de klimaatcomponent en de ontwikkelingscomponent van het geld. Bovendien is het belangrijk om ontwikkelingshulp klimaatbestendig te maken zodat het klimaatverandering kan doorstaan. De twee bronnen van financiering kunnen dus het beste worden gecombineerd. Daarnaast laat de literatuur zien dat de beste manier om klimaatbestendigheid te garanderen is om ervoor te zorgen dat de bevolking gezonder, rijker en beter opgeleid is. Op zichzelf staande projecten zoals klimaatwaarschuwingssystemen of cropping patterns veranderen werken weliswaar, maar tot op zekere hoogte. Ook daarom is het nodig om klimaatfinanciering en ontwikkelingsfinanciering te combineren.

‘De beste manier om klimaatbestendigheid te garanderen is om ervoor te zorgen dat de bevolking gezonder, rijker en beter opgeleid is.’

‘Maar als het gaat om mitigatie in middeninkomenslanden, vind ik het problematisch dat dit onder ODA valt. Ik vind het niet eerlijk om bijvoorbeeld Nederlandse investeringen in windturbines in China onder ontwikkelingsgeld te laten vallen. Hierbij is er geen sterke link met armoedebestrijding. Er wordt steeds meer geld in dit soort mitigatie gestopt en dat verdringt ontwikkelingsbudget voor de minst ontwikkelde landen. Ik weet niet zeker of ontwikkelingslanden zich ervan bewust zijn dat een groeiende hoeveelheid geld naar mitigatie in middeninkomenslanden gaat. Ik hoop dat het outcome document van Addis Abeba overeenstemming bevat dat financiering voor adaptatie als onderdeel van het ontwikkelingsbudget moet worden gezien, en dat het kan gaan naar klimaatbestendige financiering van de Sustainable Development Goals, maar dat financiering voor mitigatie in middeninkomenslanden bovenop het ODA moet worden geteld. Een sterke uitkomst van Addis kan helpen in de onderhandelingen in Parijs later dit jaar, maar een slechte uitkomst zou mensen ongemotiveerd kunnen maken voor Parijs.’

Gerhard Mulder – IUCN NL

‘Het belangrijkste in Addis Abeba is om niet te verzanden in een discussie over definities. Er is enorm veel geld nodig om de Sustainable Development Goals te halen. Als je dan blijft hangen in een discussie over wat nu precies onder ODA valt en wat onder klimaatfinanciering, dan mis je het punt. Je moet je juist richten op het leveren van resultaat en het behalen van de doelen. Mijn insteek is: wat gaan we nou met z’n allen doen om ervoor te zorgen dat die doelen bereikt worden? Als je de SDG’s betekenisvol wil halen, heb je meer nodig dan publiek geld. Er zijn nieuwe business-modellen nodig en nieuwe manieren om geld, technologieën, mensen en ideeën met elkaar te verbinden.

‘Als je blijft hangen in een discussie over wat nu precies onder ODA valt en wat onder klimaatfinanciering, dan mis je het punt.’

‘Geïndustrialiseerde landen hebben beloofd om in 2020 elk jaar 100 miljard dollar voor klimaat te mobiliseren van noord naar zuid. Die 100 miljard mag publiek of privaat geld zijn, indien dit met een publieke interventie is gemobiliseerd, en het mag naar mitigatie of naar adaptatie gaan. Een deel daarvan zal via het Green Climate Fund uitgegeven worden. De grote uitdaging ligt hier om meer geld naar adaptatie te krijgen. Momenteel wordt maar 5 procent van het klimaatgeld gebruikt voor adaptatie, dat zou vijftig procent moeten worden. Met adaptatie draag je ook in grote mate bij aan het behalen van de Sustainable Development Goals. Ik vind het bijvoorbeeld niet eerlijk om ontwikkelingsgeld te gebruiken voor bijvoorbeeld grootschalige duurzame energieprojecten in middeninkomenslanden. Dit soort mitigatieprojecten hebben nauwelijks een ontwikkelingscomponent en geen toegevoegde waarde voor de lokale bevolking. Kleinere projecten kunnen een grotere impact hebben op de lokale bevolking en bijdragen aan het behalen van de Sustainable Development Goals.

‘De tweede grote uitdaging is om ervoor te zorgen dat ook de private sector mee gaat betalen aan klimaatadaptatie. Er worden nu bijvoorbeeld steeds meer instrumenten ontwikkeld om kleinere projecten te bundelen en zo investeerders te trekken. Op deze manier wordt een brug geslagen tussen het grote geld en de lokale situatie, waar de impact moet plaatsvindt en waar de SDG’s moeten worden gehaald. Hier ligt ook een belangrijke rol voor ngo’s: zij hebben kennis van de lokale context en kunnen op die manier een brug slaan. Ontwikkelingsgeld kan hierbij dienen om de risico’s te verkleinen en investeerders aan te trekken. Mijn aanbeveling voor de ngo’s is dan ook om praktisch te zijn en samenwerking met de private sector te zoeken.

‘Ngo’s: wees praktisch en zoek samenwerking met de private sector.’

‘Bedrijven en banken zouden zelf ook veel beter hun klimaatrisico’s moeten inventariseren. Er zitten systematische klimaatrisico’s in de portefeuilles van banken. De Nederlandsche Bank zou banken moeten oproepen om dit in kaart te brengen. Bedrijven zoals Unilever en Nestlé zijn ook al bezig om hun hele supply chain in kaart te brengen en te kijken waar de risico’s zitten. Daar komen dan ook investeringen uit: ze kunnen bijvoorbeeld hun theeplantages gaan voorzien van efficiënte irrigatiesystemen in plaats van afwachten tot de regen valt. Dit draagt ook weer bij aan de Sustainable Development Goals.’

 

Charlene Watson – Overseas Development Institute (ODI)

‘De tekst van de Finance for Development-conferentie moet sterker zijn in het erkennen van klimaatrisico’s als iets wat systemisch is. Klimaatrisico’s moeten worden meegerekend in alle financiële investeringen. Als klimaatverandering niet wordt aangepakt, zal het onmogelijk zijn om een deel van de Sustainable Development Goals te behalen. Zero extreme poverty (de volledige uitbanning van armoede), moet gepaard gaan met zero net emissions (het bereiken van CO2-neutraliteit). Wanneer je klimaatrisico’s integreert in je activiteiten, zal het steeds meer lijken of er een klimaatfinancieringscomponent aan het ontwikkelingsgeld zit. Dit maakt accounting complexer, maar het is wel nodig. Bovendien blijkt dat ODA met een klimaatmarkering er niet voor zorgt dat andere doelen minder prioriteit krijgen, of dat de hulp ergens anders heengaat. In 2013 had maar vijf procent van het ontwikkelingsgeld als hoofddoel om klimaatverandering aan te pakken.

‘Als klimaatverandering niet wordt aangepakt, zal het onmogelijk zijn om een deel van de Sustainable Development Goals te behalen.’

‘De private sector speelt ook een rol in klimaatfinanciering. Er is een sterk argument voor de private sector om betrokken te zijn bij mitigatie, maar er is toenemend bewijs dat adaptatie ook voor de private sector kan werken. Er zal altijd een rol voor de publieke sector blijven om voor beleid en prikkels te zorgen en om informatie en instrumenten beschikbaar te stellen. Publiek geld zal altijd nodig blijven voor bepaalde adaptatiemaatregelen, maar bij andere maatregelen kan de private sector het overnemen. Je kunt bijvoorbeeld geld verdienen door gewassen weerbaarder tegen droogte te maken, dus dit is aantrekkelijk voor de private sector. Maar voor bijvoorbeeld het bouwen van een zeewering zal er publiek geld nodig zijn, of dit kan door een publiek-privaat partnerschap worden uitgevoerd. Het is ook belangrijk om te beseffen dat de private sector heel divers is. Er is toenemende interesse om in micro, kleine en middelgrote bedrijven te investeren. Ik denk dat dat een heel belangrijk onderwerp is.

‘Een sterke uitkomst van Addis Abeba zou de lat hoog leggen voor de onderhandelingen in Parijs in december.’

‘Daarnaast is infrastructuur een belangrijk punt in het outcome document van de Finance for Development-conferentie. Het originele concept bevatte sterkere taal over duurzame infrastructuur, maar deze duurzaamheidstaal is nu afgezwakt. Maar de manier waarop we aan de energie- en transportbehoeftes gaan voldoen, bijvoorbeeld hoe we wegen in ontwikkelingslanden gaan bouwen, zal een groot verschil maken of we voorbij de 2 graden stijging in temperatuur gaan of niet.

‘Tot slot zou ik in het outome document van Addis Abeba graag sterke uitspraken zien wat betreft toewijding aan de belofte van 100 miljoen dollar, en de erkenning dat het nodig is om subsidies voor fossiele brandstof te elimineren. Bovendien moet de duidelijke link worden behouden tussen klimaat gerelateerd onderzoek en ontwikkeling. Een sterke uitkomst van Addis Abeba zou de lat hoog leggen voor de onderhandelingen in Parijs in december.’

Auteur
Anna Gorter

Datum:
19 juni 2015