
De strijd tegen belastingontwijking is een gezamenlijke strijd van ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden
BLOG – Belastingontwijking een strijd tussen westerse en ontwikkelingslanden? Integendeel, betoogt Nils Langemeijer van de Directie Duurzame Economische Ontwikkeling van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden lopen jaarlijks miljoenen mis. ‘Er is dus alle reden om de strijd tegen belastingontwijking gezamenlijk te voeren.’
Voor ontwikkelingslanden is belastinginning cruciaal om basisvoorzieningen te kunnen financieren. Met stagnerende ontwikkelingssteun van buitenlandse overheden (ODA) neemt dat belang alleen maar toe. Door opleidingen helpt Nederland ontwikkelingslanden om hun belastingbeleid en inningsvermogen te versterken. Ook helpen wij hen om belastingontwijking aan te pakken, onder meer door antimisbruikclausules in bilaterale belastingverdragen op te nemen en door ondersteuning van hun deelname in het internationale overleg over betere fiscale regels.
Nuancering gewenst
De inkomsten die ontwikkelingslanden mislopen door belastingontwijking door multinationals, staan al enige tijd volop in de belangstelling van de media. Soms wordt een beeld geschetst alsof het zou gaan om een nieuwe confrontatie tussen voormalige koloniale machten en ontwikkelingslanden. Het Westen, verenigd in de OESO, zou ontwikkelingslanden nadelige belastingregels dicteren. Dit beeld vraagt om nuancering.
Allereerst gaat het voorbij aan de opzet van de lopende internationale onderhandelingen over betere standaarden die landen in hun belastingbeleid zouden moeten toepassen. Deze onderhandelingen vinden plaats op basis van het Action Plan Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) van de OESO. Bij deze onderhandelingen zitten niet alleen de 34 OESO-leden maar in totaal 62 landen om de tafel. De 34 OESO-landen, 5 landen die op de drempel staan van het OESO-lidmaatschap, 9 G20-landen die geen OESO zijn, zoals Brazilië, India, China en Zuid-Afrika, en 14 ontwikkelingslanden, waaronder Bangladesh, Filippijnen, Jamaica, Kenia, Peru, Senegal en Vietnam. Alle andere ontwikkelingslanden kunnen hun inbreng leveren via regionale consultatiebijeenkomsten en dat doen ze ook. Deze opzet is zeker niet ideaal, maar je kunt moeilijk volhouden dat die zo gekozen is om de OESO de toekomstige belastingregels te laten bepalen.
Hoge druk
Er staat hoge druk op de onderhandelingen en dat is gunstig. De internationale fiscale afspraken moeten worden aangepast aan de economische realiteit van 2015. Grote ondernemingen hebben wereldwijd vestigingen die in toenemende mate verschillende taken (productie, financiering, management, marketing, onderzoek, verzekeringen, etc.) voor het gehele concern vervullen. Bij de locatiekeuze van de verschillende vestigingen is het streven naar een zo laag mogelijke belastingdruk voor de gehele onderneming een steeds belangrijkere rol gaan spelen.
Belastingafdrachten zijn geen afspiegeling meer van waar bedrijven economisch actief zijn en toegevoegde waarde creëren, maar van waar zij hun verdiensten in de belastingopgaven laten verschijnen. Door slim om te gaan met intra concern leveringen van goederen en diensten en met financieringen laten ondernemingen hun verdiensten zoveel mogelijk in landen met lage belastingen vallen. Hierdoor lopen zowel ontwikkelde landen als ontwikkelingslanden belastinginkomsten mis. Bij beide groepen is de slagkracht van het nationale belastingbeleid ondermijnd. Er is dus alle reden om de strijd tegen belastingontwijking gezamenlijk te voeren.
Wereldkampioenschap schaken
De Third International Conference on Financing for Development in Addis in juli biedt een mooie gelegenheid om daar handen en voeten aan te geven. Tijdens de conferentie staat de discussie over beschikbare middelen voor ontwikkelingslanden om de nieuwe Sustainable Development Goals te halen centraal. Het genereren van meer eigen inkomsten door ontwikkelingslanden is daar een belangrijk onderdeel van. Het is dan ook wenselijk dat ontwikkelingslanden steun krijgen toegezegd voor noodzakelijke hervormingen in hun belastingbeleid en voor hun capaciteit om belastingen daadwerkelijk te kunnen innen.
Onlangs was ik bij de Verenigde Naties (VN) in New York bij een bespreking van het Addis Ababa Accord waarin de uitkomsten van de conferentie in juli worden vastgelegd. Soms voelde ik mij meer toeschouwer van het Wereldkampioenschap Schaken dan van hands on overleg over een gezamenlijke actie-agenda. Zoals gebruikelijk in de VN had een belangrijk deel van het overleg een procedureel karakter. Groepen landen waren naarstig bezig om via intern overleg tot één standpunt te komen. Vooral de EU en de G77, op papier de groep van 134 ontwikkelingslanden, maar met inmiddels diverse economisch opgekomen landen in hun midden, hechten eraan met één mond te kunnen spreken.
Toch heb ik van de groep van minst ontwikkelde landen wel enkele duidelijke wensen kunnen vernemen. Zij zien graag dat er meer ODA wordt besteed ter versterking van hun belastingbeleid en belastinginning. Daarbij willen zij ook graag praktische steun om resultaten van BEPS in eigen beleid tegen belastingontwijking om te kunnen zetten. Ook willen zij de afspraken van het Global Forum on Transparency and Exchange of Information for Tax Purposes over gegevensuitwisseling kunnen opvolgen. Uitwisseling van financiële gegevens tussen belastingdiensten over de activiteiten van multinationals maakt het makkelijker om sluiproutes voor belastingontwijking te ontdekken.
Hier gaat het echter ook om een capaciteitskwestie. Buitenlandse Zaken verleent al steun aan ontwikkelingslanden op een deel van de genoemde terreinen. Daarbij behoren de Nederlandse Belastingdienst en het International Bureau of Fiscal Documentation tot de samenwerkingspartners. We onderzoeken of uitbreiding mogelijk is en of we daar ook andere landen warm voor kunnen maken.
Elf dagen voor de conferentie in Addis, op 2 juli, organiseert het Ministerie van Buitenlandse Zaken zelf een internationale belastingconferentie over belangen van ontwikkelingslanden en hoe die het beste te dienen. Personen met een beroepsmatige connectie met belastingvraagstukken kunnen zich nog aanmelden opconference2july@minbuza.nl(externe link) en krijgen dan een registratieformulier toegestuurd.
Dit artikel verscheen eerder op de website van www.ondernemeninontwikkelingslanden.nl