Tweede Kamer wil meer geld voor maatschappelijk middenveld

Een meerderheid van de Kamer wil dat er binnen het ontwikkelingsbudget meer geld voor het maatschappelijk middenveld beschikbaar komt. Aan een percentage van 25% van haar budget voor het maatschappelijk middenveld wil minister Ploumen zich wel committeren. Maar het is de vraag of de Kamer tevreden is met haar beloftes, of dat er moties in de lucht hangen.

Het Nederlandse maatschappelijk middenveld heeft het zwaar. De gevolgen van de miljardenbezuiniging op de ontwikkelingssector, ingezet in 2010, zijn steeds directer voelbaar voor de ngo’s. Dat blijkt ook uit het Algemeen Overleg gistermiddag in de Tweede Kamer. Roelof van Laar (PvdA) ontving vele mails van bezorgde partijen. En Bram van Ojik (Groenlinks) houdt de minister een scenario voor waarin ngo’s personeel wegsnijden, programma’s uitfaseren en het partnernetwerk oprollen.

De heilige 25 %

Om dit scenario te verzachten wil de Kamer harde toezeggingen van de minister om 25 % van haar budget uit te geven aan het maatschappelijk middenveld. Volgens eerdere afspraken zou zij jaarlijks een kwart van het ontwikkelingsbudget moeten besteden via ngo’s. Maar de afgelopen jaren bleef dit percentage herhaaldelijk hangen onder de 25 procent. Ook voor komend jaar heeft de regering 21 procent van het ontwikkelingsbudget gereserveerd. Een percentage dat het merendeel van de Kamerleden weinig tevreden stemt. ‘Een afwijking van vier procent is al snel een paar miljoen euro’, stelt Mulder.

Maar zorgen zijn volgens de minister niet nodig. ‘Ik zie geen reden om te denken dat we die 25 procent niet halen. Voor 2016 is nog niet alles ingevuld is omdat om de bestedingen niet geheel dicht te timmeren. Maar we gaan uitkomen op die 25 procent’, aldus Ploumen. En na een debat met een allerminst gerustgestelde Van Laar bekrachtigt ze: ‘Ik zeg toe volgend jaar richting de 25% te gaan.’

Tegelijkertijd geeft de minister aan een zekere bandbreedte te willen houden. En dat is inherent aan het instrument, omdat vantevoren niet duidelijk is waar het geld precies terecht komt. Dat houdt in dat het percentage sommige jaren ook uit kan komen op 23 % of zelfs 26 %. ‘En dan ga ik ook niet naar beneden bijsturen’, voegt ze toe.

Mulder is niet overtuigd. ‘Hoe meet ze die 25 % dan? We willen voorkomen dat aan het einde van het jaar opeens heel veel calls komen maar inmiddels mensen zijn ontslagen en programma’s zijn afgebouwd.’ Ze vraagt een VAO aan om meer inzet van de minister af te dwingen om daadwerkelijk minimaal 25% van de gelden aan het maatschappelijk middenveld uit te geven. Ook Roelof van Laar en Bram van Ojik tonen zich weinig tevreden, maar de aanwezige maatschappelijke organisaties zijn desalniettemin voorzichtig blij met wat zij zien als harde uitspraken van de minister.

Tenders

Een deel van die 25 % beslaat een bedrag van €334 miljoen euro dat alvast is gereserveerd voor 2016. Daarvan gaat 185 miljoen euro naar ngo’s via de Strategische Partnerschappen en, dankzij een kasschuif, 95 miljoen naar de voorfinanciering van nieuwe partnerorganisaties. Ook kunnen ngo’s, anders dan de nota ‘Wat de wereld verdient’ stelt, financiering krijgen voor niet-partnerlanden. Dit kan via het ‘Accountability Fund’, een ambassadefonds van 15 miljoen euro voor lage- en middeninkomenslanden. Voor de vakbonden is 4 miljoen euro beschikbaar en 7 miljoen euro is gereserveerd voor de ondersteuning van het hele ontwikkelingsveld in z’n geheel.

Tot slot is er een innovatiefonds van 10 miljoen beschikbaar dat, op verzoek van Van Laar, omgedoopt is tot ‘inclusiefonds’. Over het budget is Ploumen helder: ‘Deze 334 miljoen is gereserveerd voor het maatschappelijk middenveld. En daar gaat geen cent van af.’

Naast de fondsen die expliciet bedoeld zijn voor maatschappelijke organisaties, komt er ook via de Nederlandse afdracht aan het multilaterale kanaal geld bij ngo’s terecht. Daarnaast kunnen ngo’s ook via tenders voor de speerpunten overheidsfinanciering binnenhalen. Het FLOW fonds voor vrouwen en meisjes is onlangs gesloten, voor Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) is het samengevoegde fonds inmiddels open. De tenders voor publiek-private-partnerschappen (PPP) voor de overige drie speerpunten volgen volgens de minister één dezer dagen.

Daar zit juist een struikelblok. Want meedingen via deze financiële speerpuntinstrumenten is soms lastig voor ngo’s, hoorde zowel de Kamer als Ploumen. De minister onderzoekt daarom de obstakels en gaat deze aanpassen. Een grootscheepse evaluatie hoeft de Kamer niet te verwachten, maar ze zal cases analyseren en ‘pragmatisch [kijken of] er een klein lettertje te veel of verkeerd staat’, aldus de minister.

Schuiven met potjes

Er zijn meer manieren om geld voor ngo’s bij elkaar te sprokkelen. Zo is een deel van de Kamer op zoek naar budgettaire schuifmogelijkheden. Leden Voordewind (CU) en Mulder (CDA) verwijzen naar hun motie die ze vorig najaar indienden tijdens de begrotingsbesprekingen om 50 miljoen euro over te hevelen van multilaterale organisaties naar het maatschappelijk middenveld. Ploumen ziet voorlopig weinig heil in het plan. Liever wacht de minister op de bekendmaking van de zogenaamde ‘Scorecards’, de beoordeling van multilaterale organisaties op hun effectiviteit en relevantie. ‘En een verschuiving binnen de multilaterale kanalen is waarschijnlijker dan een overheveling naar het middenveld’, benadrukt de minister.

Ploumen is eveneens terughoudend over de voorstellen van met name Groenlinks en D66 rondom mogelijke budgettaire meevallers en positieve economische groei. Mocht deze zomer blijken dat het BNP hoger is dan verwacht, dan gaat het vrijgekomen ontwikkelingsgeld, dat via de internationale 0,7-norm gekoppeld is aan het BNP, niet per se naar het maatschappelijk middenveld. ‘Laten we eerst de berekeningen afwachten en dan op basis van onze prioriteiten een afweging maken.’

Het lijkt er dan ook op dat Van Ojik daar geen genoegen mee neemt en met een motie flirt. ‘Ik hoop dat de Kamer richtinggevend kan zijn over hoe Ploumen haar eigen budget kan invullen. Ik ben benieuwd of ze toeschietelijker kan worden’, aldus het Groenlinks-Kamerlid.

Strategische Partnerschappen

Ook over de Strategische Partnerschappen klonken vragen vanuit de Kamer. Zo wil Sjoerdsma opheldering over de beslissing om enkele organisaties uit de zogenaamde ‘C-selectie’ toch te selecteren voor het Partnerschap. Ploumen: ‘Er waren simpelweg te veel voorstellen met de beoordeling ‘voldoende’. De externe commissie heeft daarom een additionele, lichte beoordeling gekozen, gebaseerd op Theory of Change, diversiteit en kwaliteit ten opzichte van de andere partnerschappen.’

Kersvers OS-woordvoerder Kamerlid Joost Taverne (VVD) neemt daar geen genoegen mee. ‘We praten nu over 25 partnerschappen, maar eigenlijk gaat het om 65 organisaties waarvan sommige doen aan “dubbel dippen”. Schiet dit niet z’n doel voorbij om helderheid te schetsen en de bomen weer door t bos te kunnen zien?’ Bovendien moet het overkoepelende thema ‘Samenspraak en Tegenspraak’ onder de loep worden genomen op het gebied van beleidscoherentie, vindt hij. ‘Waarom financieren we ngo’s die zich actief tegen Nederlands overheidsbeleid inzetten, zoals SOMO die strijdt tegen TTIP? De minister mag zich graag hard maken voor beleidscoherentie, maar hier is sprake van incoherentie.’

Geen Klein bier

De VVD-er is ook kritisch ten opzichte van de overige Kamerleden, want ondanks de bezuinigen krijgt het maatschappelijk middenveld volgens hem nog steeds veel geld . ‘Alleen als via de Strategische Partneschappen is zo’n 200 miljoen euro beschikbaar. Dat is geen klein bier. Dus alle klaagzangen in perspectief zien.’

‘Je zal er maar mee in het kabinet zitten’, antwoordt Van Laar op Tavernes betoog. Hij wilde daarbij graag benoemen dat de activiteiten van SOMO juist goed illustreren waarom maatschappelijke organisaties onmisbaar zijn. Ook de minister benadrukte nog eens dat het juist de bedoeling is dat ngo’s de overheid kritisch volgen. ‘Het zal schuren, maar de Nederlandse democratie kan tegen een stootje.’

Kapitaalvernietiging

Afgezien van SP en VVD die op een merkwaardige manier naar elkaar opschoven doordat ze in tegenstelling tot de andere Kamerleden niet onverdeeld positief waren over ngo’s, stond het nut van het maatschappelijk middenveld gistermiddag niet ter discussie. Maar ook na Ploumens betoog, blijven de zorgen over de toekomst van het maatschappelijk middenveld bestaan. De omslag van vaste subsidiekaders naar een tendersysteem zal niet vlekkeloos verlopen, voorspelt Van Oijk. ‘Vroeger liepen we voorop met vaste financiering, dat is voor een groot deel vervangen door tenders. Wat betekent die omslag voor ngo’s? Concurrentie en marktwerking zorgen voor een hoge mate van onzekerheid en voor problemen in de projectcontinuïteit en netwerk van lokale partners. En dat leidt uiteindelijk tot kapitaalvernietiging.’

Ook Sjoerdsma (D66) voorziet problemen. ‘Samenspraak en Tegenspraak is goed qua doelstellingen, maar de uitvoering is verontrustend. Met een beetje pech is dit het einde van wat eens een topsector van Nederland is.’

Auteur
Eva Huson

Datum:
23 april 2015