Opbouw na de ebola-crisis: ‘Investeer in gezondheidswerkers’

INTERVIEW – Ruim een jaar geleden stroomden de eerste nieuwsberichten over de Ebola-uitbraak in West-Afrika binnen. Door de epidemie raakte zo’n 25.000 mensen besmet en lieten ruim 10.000 mensen het leven. Inmiddels lijkt de situatie onder controle. Maar structurele hulp is essentieel, meent Samuel Kofi Woods (50), mensenrechtenactivist en voormalig minister van Werkgelegenheid en Publieke Zaken van Liberia. Minister Ploumen lijkt gehoor aan zijn oproep te geven.

Kofi Woods was onlangs in Nederland om te pleiten voor meer structurele hulp aan de door Ebola-getroffen gebieden. Tegelijkertijd blikt hij terug op hoe de Westerse wereld het afgelopen jaar omging met de crisis en daarbij uit hij scherpe kritiek. ‘De recente Ebola-uitbraak legt een aantal zaken bloot; niet alleen zijn internationale gezondheidsorganisaties langzaam in hun respons, ook missen ze de capaciteit om snel op Ebola te testen en hebben ze geen lange termijnvisie.’

Volgens Kofi Woods speelden winstmotieven ook een rol bij de reactie op de Ebola-uitbraak.De epidemie begon in eerste instantie in landen als Congo en Uganda maar daar kwamen internationale gezondheidsorganisaties traag op gang omdat ze niet aangemoedigd werden en de farmaceutische industrie vooral op zoek was naar winst. Daarentegen men ging sneller over tot actie toen later het virus massaal uitbrak in Guinee, Sierra Leone en Liberia. Toen waren er wel beschikbare middelen om de situatie te handhaven en ging de farmaceutische industrie wel op zoek naar geschikte geneesmiddelen en vaccins.’

Daarnaast heeft Kofi Woods harde woorden voor de binnenlandse regeringen en hoe zij hebben gereageerd op de recente Ebola-uitbraak. ‘West-Afrikaanse regeringen moeten leren omgaan met het gebrek aan vertrouwen bij de burger. Dit wantrouwen is veroorzaakt door loze beloftes. Het resultaat was dat burgers sceptisch reageerden toen de regering aangaf dat er een dodelijk virus was. Daardoor heeft het Ebola-virus zich ook zo snel kunnen verspreiden.

Ook moeten West-Afrikaanse regeringen meer investeren in hun zorgstelsels. Burgers moeten een manier vinden om hun regering te monitoren en dan vooral hoe de regering haar budget formuleert, plant en uitgeeft. Dit om er voor te zorgen dat een percentage van het overheidsbudget wordt uitgegeven aan basisvoorzieningen zoals  gezondheidszorg en onderwijs. Een dergelijke monitoring door burgers is van groot belang maar ontbreekt nog in West-Afrikaanse landen.’

Werk aan de winkel

Voor de geboden hulp uit Nederland is Kofi Woods ook duidelijk dankbaar. Maar hij benadrukt dat de oplossing voor Ebola nog niet compleet is. ‘In Afrika hebben we een gezegde: “the long journey begins with the first step.” Zo zie ik de tot nu toe geboden hulp dan ook; als een eerste stap in de realisatie van de uitdaging waar we wereldwijd voor staan. De Europese grenzen en ziekenhuizen worden steeds kwetsbaarder voor mensen die uit Ebola-gebieden komen. En stel je eens voor dat hier een Ebola-uitbraak plaatsvindt. Alleen al de medische kosten van een evacuatie bedragen zo’n 500.000 à 700.000 euro per persoon. De dreiging en kosten van een nieuwe, massale Ebola-uitbraak wegen dan ook niet op tegen de kosten van het stabiliseren van de huidige situatie. Daarbij moeten we denken in lange termijnoplossingen. Zeker als het aankomt op thema’s als gezondheidszorg, educatie en ontwikkeling als geheel.’

Voor het verkrijgen van meer structurele hulp in de strijd tegen Ebola, sprak Kofi Woods begin deze maand met enkele Nederlandse parlementariërs. ‘Ik heb het verzoek gedaan om meer samen te werken op het gebied van handel en herstel van ons zorgstelsel. In Liberia is het gezondheidssysteem namelijk ingestort. Voor de Ebola-crisis had Liberia 51 dokters die meer dan 3.5 miljoen burgers dienden. Daarnaast kende mijn land zo’n 400 gezondheidswerkers, waaronder veel verpleegkundigen. Maar door de Ebola-crisis zijn we zo’n 100 van deze gezondheidswerkers verloren. En dat is alleen al in Liberia. Dus we staan nu voor een serieuze uitdaging en deze vraagt om trainingen en human resources development. Dit is ook exact wat ik van de Nederlandse overheid vraag. Als we namelijk het zorgstelsel in de getroffen regio willen herstellen dan moeten we investeren in human resources en in een betere infrastructuur: meer capaciteit voor laboratoriumtesten, een betere logistiek en goede gezondheidsvoorzieningen. Het laatste is zo’n beetje non-existent in West-Afrika.’

Een kleine overwinning

Samuel Kofi Woods is ook zichtbaar verheugd door de meest recente ontwikkeling op het gebied van Ebola-bestrijding: de Nederlandse minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking en  Buitenlandse Handel) maakte begin april bekend dat ze het functioneren van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaat onderzoeken en aankomende zomer op handelsmissie gaat naar de door Ebola-getroffen gebieden. ‘Dit is een kleine overwinning voor het harde werk van de Nederlandse en Liberiaanse ngo’s die zich hebben ingezet voor meer externe overheidssteun’, vertelt Kofi Woods.

De oud-minister van Liberia ziet voor Nederland ook mogelijkheden in het aanbieden van onderwijssteun. ‘Ik denk dat Liberia profijt kan hebben van de studiebeurzen van Nuffic (het expertise- en dienstencentrum voor internationalisering in het Nederlandse onderwijs, red.) en dat dit kan bijdragen aan de human resources development in mijn land. Kijk, ik heb hier aan de Universiteit van Leiden en aan het Institute of Social Studies in Den Haag gestudeerd. Dus ik weet dat Nederland veel te bieden heeft op onderwijsgebied.

Ik zie graag terug dat meer Liberiaanse burgers specialistisch onderwijs kunnen volgen, bijvoorbeeld op het gebied van medicijnen en watermanagement. En juist daarin heeft Nederland veel te bieden. Mijn volgende stap is dan ook om er voor te zorgen dat Liberianen in aanmerking komen voor studiebeurzen. Mijn focus ligt nu dus op het introduceren van studiebeurzen en op meer handel en economische ontwikkeling  in mijn land. Ik zal niet rusten voordat dit is bereikt.’

Kofi Woods, die binnenkort terugkeert naar thuisland Liberia, geeft daarom ook aan ons land volgend jaar weer te willen bezoeken. ‘Mijn werk hier is nog niet klaar’, vertelt hij. ‘Het bestrijden van Ebola is namelijk geen gebeurtenis. Het is een proces. Liberia is zwaar getroffen door de Ebola-epidemie en mijn doel is het herstellen van de human resources in mijn land.’

Afgelopen weekend maakte minister Ploumen tijdens de voorjaarsvergadering van de Wereldbank en het IMF in Washington bekend dat Nederland vijf miljoen euro gaat geven aan een investeringsfonds dat in het leven is geroepen om het economisch herstel in de Afrikaanse landen die zijn getroffen door ebola te bevorderen. Tevens organiseert ze in juli een handelsmissie naar de ebola-landen.

 

 

Auteur
Pamela Roumen

Datum:
20 april 2015
Categorieën: