
Vrijdagmiddagborrrel: Integriteitsproblemen
De burgemeester van Wassenaar, Jan Hoekema, wilde op kosten van zijn gemeente naar Tanzania om een school te openen die reeds geopend was. Hoekema is ook vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van de NCDO waar hij een forse vergoeding voor ontvangt. Het is opvallend dat er vaker integriteitsproblemen zijn rondom toezichthouders en de bestuurder van de NCDO, schrijft Marc Broere. Dit heeft een negatieve uitstraling op de hele ontwikkelingssector. Wie roept deze mensen van de NCDO ter verantwoording?
Een week of twee geleden kwam burgemeester Jan Hoekema van Wassenaar negatief in het nieuws. Hij wilde een school gaan openen in Tanzania die al geopend bleek. De gemeente had voor de kosten van de reis moeten opdraven. De reis viel niet in goede aarde bij de lokale politiek in het villadorp. ‘Die school is een particulier initiatief van een Wassenaarse. Ik zie geen enkele reden waarom de burgemeester van gemeenschapsgeld een bezoek zou moeten brengen aan die stichting’, sprak Henri Hendrickx van de lokale partij Hart voor Wassenaar in het AD. Ook Aart van Sloten van de lokale afdeling van GroenLinks zag het nut van een bezoek aan Tanzania niet in. ‘Dit is geen reis die van gemeenschapsgeld moet worden betaald.’
Het is volgens het AD niet de eerste keer dat Hoekema onderwerp van discussie is. Zo ‘vergat’ hij in 2008 per ongeluk twee diepvriespizza’s af te rekenen bij de plaatselijke Albert Heijn en liepen de verbouwingskosten van zijn ambtswoning gierend uit de hand met 630.000 euro, hoewel dat volgens het AD niet zijn eigen schuld was.
Hoekema zelf was zich van geen kwaad bewust en liet weten dat het verzoek voor het openen van de school vanuit het Wassenaarse bedrijfsleven komt. ‘In Tanzania wordt het gewaardeerd als er een gezagsdrager vanuit Wassenaar aanwezig is.’
Vergoedingen
Naast burgemeester van Wassenaar is Jan Hoekema vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van de NCDO, en over deze organisatie wil ik het in deze column hebben. Voor deze nevenfunctie bij de NCDO krijgt Hoekema een vergoeding van 3.125 euro per jaar, plus 500 euro aan reiskosten. Voorzitter Pieter van Geel van de NCDO ontvangt 3.750 euro per jaar en eveneens 500 euro reiskosten. De ‘gewone’ leden van de Raad van Toezicht Anna Chojnacka, Annelies Zoomers, Valerie Sluiter, Herman Mulder en Simone de Wit krijgen allen 2.500 euro per jaar, plus het standaardbedrag van 500 euro voor reiskosten. Alleen toezichthouder Dick Benschop ‘ziet af van een vergoeding’ aldus de jaarrekening (2013) van de NCDO.
Volgens de NCDO zijn de vergoedingen bestemd voor vier tot vijf vergaderingen per jaar, inclusief het lezen van documenten, het bijwonen van de vergaderingen en de reistijden, en komt dit neer op meer dan 50 uur inzet per jaar. De voorzitter heeft daarnaast nog extra overleg met de directeur/bestuurder.
Ongewoon
Ik vind deze beloningen opmerkelijk. Het is ongewoon en zelfs exceptioneel in de Nederlandse ontwikkelingssector om dergelijke vergoedingen te betalen. Besturen en Raden van Toezicht in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking bestaan bijna altijd uit mensen die dit onbezoldigd doen, hooguit tegen reëel gemaakt onkosten. Ze zijn tevreden met een broodje of afhaalmaaltijd tijdens de vergadering en soms nog een glaasje wijn na afloop. Het gaat vaak om mensen met een goede baan en een goed netwerk die in hun vrije tijd iets goeds en zinvols voor de samenleving willen doen; ze vervullen hun burgerplicht, net zoals al die vele honderdduizenden Nederlanders die naast hun betaalde werk ook vrijwilligerswerk doen in hun vrije tijd.
In het geval van de NCDO vind ik het extra opmerkelijk dat de toezichthouders een fors zakcentje krijgen omdat de organisatie nu juist bestaat bij de gratie om mondiaal burgerschap onder de Nederlandse bevolking te stimuleren. Het is, vind ik, een verkeerd signaal richting al die vrijwilligers die op onbezoldigde basis de besturen van honderden misschien wel duizenden particuliere initiatieven bevolken. Ik begrijp ook niet dat de andere toezichthouders van de NCDO het signaal dat Dick Benschop gaf door af te zien van een vergoeding niet hebben opgepakt en hebben nagevolgd.
En waarom, in vredesnaam, moet de burgemeester van Wassenaar betaald worden uit het steeds verder teruglopende ontwikkelingsbudget zodat hij gemotiveerd is om zijn vergaderstukken te lezen en een vergadering bij te wonen? Ach, kom nou toch!!
Morele principes
Het voorbeeld van de vergoedingen is typerend voor de manier waarop de NCDO zich steeds meer manifesteert binnen de ontwikkelingssector. Men lijkt het niet zo nauw te nemen met de hoge morele standaarden die mensen van ontwikkelingsorganisaties verwachten.
En hoe zit het met de voorzitter van de NCDO Pieter van Geel? De oud-staatssecretaris en fractieleider van het CDA is tegenwoordig consultant en in te huren voor alle soorten bruiloften en partijen die maar denkbaar zijn. Zo combineert hij het voorzitterschap van de NCDO met tal van andere nevenfuncties, zoals het op de kaart zetten van Helmond waar hij verantwoordelijk is voor de marketing van deze stad.
Dat hij niet zo principieel is bleek wel toen Van Geel in 2013 voorzitter werd van de Nederlandse Vereniging van Frisdranken, Waters, Sappen (FWS), de lobbyorganisatie van de frisdrankindustrie die zich tegen het heffen van statiegeld verzet.
Milieuorganisaties reageerden kritisch en noemden het gedrag van Van Geel ‘onverstandig en onfris.’ Robbert van Duin van Recycling Nederland zei in het AD: ‘Dit is de manier waarop het gaat in de lobbywereld. Zijn voorzitterschap is een beloning, maar niet voor goed milieugedrag.’
Uiteraard was Van Geel zich van geen kwaad bewust. Wat ik me dan afvraag: hoe geloofwaardig is het om het voorzitterschap van een organisatie als de NCDO -waarvan de afkorting staat voor Nationale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling- te combineren met het voorzitterschap van een lobbyorganisatie die volgens milieuorganisaties deze duurzame ontwikkeling nu niet bepaald vooruit helpt? Ging er toen geen enkel lichtje branden in het hoofd van Van Geel of bij de andere leden van de Raad van Toezicht van de NCDO? Dit lijkt me nu bij uitstek een geval voor de andere Raad van Toezicht-leden om tenminste nog iets zinnigs voor hun royale onkostenvergoeding te doen en Pieter van Geel te wijzen op deze ‘incoherentie’ in zijn schnabbels.
Idealisme met een prijskaartje
Maar het verhaal gaat nog verder. Een van de eerste wapenfeiten van Van Geel als voorzitter van de Raad van Toezicht was het aanstellen van Arie de Ruijter als interim-bestuurder van de NCDO. De Ruijter is een gepensioneerde hoogleraar sociale wetenschappen. Hij is aangesteld om de NCDO te reorganiseren en klaar te maken om in de toekomst zonder overheidssubsidie verder te gaan. Dat doet hij vooralsnog met succes want De Ruijter wist nog een forse transitiesubsidie binnen te slepen voor de komende drie jaar. Door zijn listige manier van opereren lijkt de uitdrukking ‘Arie Bombarie’ hem op het lijf geschreven.
Arie de Ruijter zelf presenteert zich graag als een man die zich na zijn pensioen nog één keer ‘opoffert’ om zich met hart en ziel voor de goede zaak in te zetten. Kijk je naar de jaarrekening van de NCDO uit 2013, dan zie je dat het idealisme van Arie de Ruijter helemaal niet zo altruïstisch is als hij doet voorkomen; dan zie je dat aan dat idealisme zelfs een pittig prijskaartje hangt. De Ruijter kreeg in 2013 namelijk een managementfee van 143.000 euro voor 10,5 maand werk. (op jaarbasis is dit ruim 163.000 euro).
Even voor alle duidelijkheid: ik zeg niet dat iedereen die gepensioneerd is het voor twee boekenbonnen en een fles wijn hoeft te doen, maar vraag me wel af wat iemand met het uitstekende pensioen van een hoogleraar drijft om in deze barre tijden van bezuinigingen binnen de ontwikkelingssector nog zo’n hoog bedrag te declareren. Wat hou je er dan voor ethische standaard op na?
Arie de Ruijter zou een voorbeeld kunnen nemen aan al die andere gepensioneerde managers die zich via het PUM-programma voor een kleine onkostenvergoeding inzetten voor ontwikkelingsprojecten en korte of langere missies uitvoeren.
Moreel kompas
Het is mij inmiddels duidelijk dat het morele kompas van de NCDO steeds verder verdampt.
Vanaf de toezichthouders sijpelt dit gedrag via de bestuurder verder de organisatie in. Waar ik me vooral zorgen om maak is dat dit gedrag de legitimiteit en geloofwaardigheid van de hele ontwikkelingssector aantast. Dat kunnen we zeker in deze tijden niet gebruiken.
Als ik zoals recentelijk lees over Hoekema die zonder zichzelf ook maar een kritische vraag te stellen op kosten van de belastingbetaler in het vliegtuig naar Tanzania wilde stappen, en aan al die andere incidenten denk, dan ben ik diep bedroefd en ook boos. Laten mensen als Van Geel, Hoekema en De Ruijter zich realiseren hoe kwetsbaar ze de ontwikkelingssector maken met hun gedrag.