Het leven, de liefde en de leer

Ontwikkelingssamenwerking en het christendom hebben een geschiedenis samen, hoe je het went of keert. Maar hoeveel weten we eigenlijk over de inspiratiebronnen van christelijke ontwikkelingsprofessionals en hun organisaties nu?  Hoe verbinden zij zich met heilige geschriften, met christelijke waarden en met partners en gemeenschappen in landen wereldwijd? Brenda Bartelink gaat op onderzoek uit en vindt voldoende aanleiding voor een wat radicaler geluid in een steeds zakelijker worden ontwikkelingsdiscours.

Het is een zondagochtend ergens in augustus als ik rond half tien een klein kerkje binnenstap op het platteland van Malawi. Ik ga zitten op een houten bankje dichtbij het altaar in het pas gebouwde kerkje. Het zonlicht kiert door de ruimtes tussen de bakstenen door. Twee mannen in helderwitte pakken zetten een lied in, iedereen zingt en danst. Daarna wordt er gebeden. Ik versta de taal niet, maar de vorm is herkenbaar. De preek gaat over Genesis, het eerste boek in de Bijbel, waarin wordt verhaald hoe God de mensen schiep. ‘Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen’.

Pastor Christoph legt uit dat mensen zijn gemaakt naar het voorbeeld van God zelf, en dat ze de opdracht hebben gekregen om goed voor de aarde te zorgen. ‘We moeten samenwerken’, zegt hij, ‘samen bouwen aan een kerk, een gemeenschap en aan ons land Malawi, waar mensen in liefde samenleven’.

In Malawi interviewde ik verschillende kerkleiders, vrouwen en mannen, die geïnspireerd door deze Bijbelse opdracht de positie van meisjes in hun gemeenschap probeerden te verbeteren, of huiselijk geweld probeerden tegen te gaan. Voor hen was de Bijbel een belangrijke inspiratie en drijfveer kunnen zijn in het werken aan ontwikkeling. In onze westerse seculiere samenleving is hiervoor weinig aandacht. Dat religie een belangrijke inspiratiebron is voor mensen als Desmond Tutu, Martin Luther King en Nelson Mandela die wij beschouwen als kampioenen van ontwikkeling en vreedzame verandering, wordt vaak vergeten.

Professionaliteit en identiteit

Hoeveel weten we eigenlijk van dat wat ontwikkelingsprofessionals in Nederland inspireert? Twee van de drie medefinancieringsorganisaties die in de jaren ’60 werden opgericht, het huidige ICCO en Cebemo, een voorloper van Cordaid, waren christelijk. De Raad van Kerken participeerde in NOVIB, de derde. In de loop der jaren zijn daar vele andere organisaties bijgekomen die voortkwamen uit initiatieven van christenen, en meer recent ook van moslims en hindoes in onze samenleving en daarbuiten.

Onze samenleving is veranderd in een meer seculiere, en in religieus en cultureel opzicht meer diverse samenleving. Ontwikkelingsorganisaties zijn geprofessionaliseerd en profileren zich lang niet altijd meer op basis van hun religieuze kleur. Dat heeft in de Nederlandse samenleving tot de gedachte geleid dat er spanning bestaat tussen professioneel en religieus geïnspireerd handelen. Hoewel dit in sommige organisaties als een spanningsveld wordt ervaren, geldt dit voor anderen niet of veel minder. Bovendien is ontwikkelingssamenwerking altijd waarden gedreven, zelfs als je een puur pragmatische insteek hebt. Lees de bundel Sacred Aid er maar eens op na, of pak de slotbeschouwing van Prisma directeur Henk Jochemsen er in de recent verschenen Vice Versa special over religie en ontwikkelingssamenwerking er eens bij. Elke ontwikkelingsorganisatie geeft op een of ander manier vorm aan haar identiteit en haar bevlogenheid. Allemaal verbinden ze zich met mensen en gemeenschappen elders in de wereld, of ze dat nu doen door het voeren van een Tax Justice Campagne richting bedrijven en overheden hier in Nederland, het inzamelen van geld tijdens de jaarlijkse Vastenacties in Nederlands kerken of in de zorg voor Ebola patiënten in een kliniek in Freetown, Liberia.

Spiegel

Creëert het een band wanneer je allemaal dezelfde Bijbel leest? Ja en Nee. ‘Onze partners in Afrika zeggen we het geloof veel te rationeel belijden en te weinig aandacht hebben voor spiritualiteit’, zegt directeur van De Verre Naasten, Klaas Harink in de eerder genoemde special van Vice Versa. Religieuze inspiratie kan dus ook een ander licht werpen op iets dat voor onszelf zo vanzelfsprekend is dat we het niet meer opmerken. In de Pauselijke Encycliek, Caritas in Veritate, bekritiseert de vorige paus Benedictus XVI de eenzijdige nadruk op de financieel economische kant van ontwikkeling. Voormalig Cordaid directeur René Grotenhuis verwijst hier naar in zijn boek Grenzeloos Eigenbelang, en voegt er aan toe dat betrokkenheid bij de ander zonder dit enkel uit te drukken in kosten en baten de kern vormt van religieus geïnspireerde ontwikkelingssamenwerking. Ik vraag me af in hoeverre het voor een ontwikkelingsorganisatie in Nederland, religieus of niet, nog mogelijk is om aan het kosten-baten denken  te ontsnappen. Maar dat laat alleen maar zien hoe belangrijk het is dat we ons verbinden met mensen en organisaties die ons een spiegel voorhouden, die vragen wat onze waarden, drijfveren en idealen zijn.

Ik had zo’n ervaring in dat kleine kerkje op het platteland van Malawi, waar pastor Christoph preekte over de liefde van God die tot uitdrukking komt in de liefde tussen mensen en in de liefde voor de schepping. Voor de pastor is de opdracht tot liefde, een opdracht om zich in te zetten voor een meer inclusieve gemeenschap. Hij is zich er van bewust dat religieuze leiders vaak hebben bijgedragen aan uitsluiting, maar zijn geloof inspireert hem tot het tegenovergestelde. Dan is het tijd voor de collecte, ik twijfel, hoeveel zou gepast zijn? Na de dienst laat hij me zijn tuin zien, geeft me een paar maiskolven, en een briefje van 1000 Malawiaanse kwacha om een colaatje te kopen. Het bedrag dat ik in de collecte stopte, zit nu weer in mijn portemonnee. Onder de indruk van de gastvrijheid van de pastor, vraag ik me af of ontwikkelingssamenwerking niet nog veel meer zou kunnen draaien om gastvrijheid? Gastvrijheid stelt tenslotte ook de relatie tussen mensen centraal, alleen maakt het van de ontvanger of doelgroep de gastheer of vrouw.

Radicale inclusie

Gastvrijheid is een manier om ‘het vreemde’ te verwelkomen en een plek te geven in de gemeenschap. In het boekje Just Hospitality dat ik onlangs las ter inspiratie voor dit stuk, werd gastvrijheid benadrukt als een Bijbelse opdracht om met verschillen om te gaan, of dat nou gaat om culturele verschillen of om gender, etniciteit of seksualiteit. De nadruk op liefde en inclusie in het boekje deed me denken aan uitspraken van emeritus Bisschop Desmond Tutu, voorzitter van de waarheids- en verzoeningscommissie. Als geen ander had hij ervaren hoe de Nederduits Gereformeerde Kerk in Zuid Afrika het Apartheidssysteem legitimeerde. Zelf pleit hij voor radicale inclusie: ‘Deze familie heeft geen outsiders. Iedereen is een insider. Jezus zei: “Wanneer ik van de aarde omhoog geheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen”. Iedereen, iedereen, iedereen!!!-Zwart, wit, geel; rijk, arm; slim of niet; mooi of minder mooi. Iedereen’.

Natuurlijk zal niet iedereen de leer op dezelfde manier interpreteren als Tutu. Het leven kent namelijk een enorme diversiteit aan religieuze meningen, waarden, visies en ‘spiritualiteiten’ die niet zelden conflicteren elkaar. Evenmin is er een blauwdruk voor religieus geïnspireerde ontwikkelingssamenwerking die kan worden gekopieerd en toegepast, daarvoor zijn de relaties tussen professionals en hun organisaties te belangrijk. De vraag naar wat ons drijft, naar wat heilig is voor ons, is een vraag die maar al te snel naar de marge verdwijnt in de dominantie van logframes, jaarplannen en begrotingen. Maar professionals zijn meer dan het werk dat ze doen, en ontwikkelingssamenwerking is meer dan een sector die een product in de markt zet. Het gaat over relaties. Relaties die altijd ongelijk zijn, maar ook inspirerend, verwarrend, botsend en verrijkend. Er zit liefde en bezieling in en daar mag wat mij betreft nog wel eens een radicaler geluid over klinken!

Brenda Bartelink werkt voor het Kennis Centrum Religie en Ontwikkeling bij Stichting Oikos. Hier houdt ze zich bezig met de betekenis van religie in sociale verandering en ontwikkeling, en in de dynamiek tussen mensen en organisaties die zich met ontwikkelingssamenwerking bezig houden. Deze column is gebaseerd op de Inleiding die eerder in de Vice Versa Special over Bijbelse Inspiratie in Ontwikkelingssamenwerking werd gepubliceerd.

Auteur
Brenda Bartelink

Datum:
06 februari 2015
Categorieën: