Opinie: De Nederlandse koers voor wereldwijde voedselzekerheid bevat blinde vlekken!

De Tweede Kamer debatteerde op 9 december over Voedsel, maar de aanwezigen stapten heel gemakkelijk over prangende inconsistenties heen. Dit schrijven Anke Tijtsma (Wemos) en Anselm Iwundu (Fairfood) in deze opiniebijdrage.

In de reflectie van Iris Visser op deze site (dd. 10 dec) wordt al geschetst dat voedselzekerheid complex is en de oplossingen niet eenduidig.

De leden van het consortium A Fair Bite for Food Rights met Wemos, Fairfood, IBFAN/GIFA, FIAN en Slow Food, vinden het stuitend te moeten toezien dat de aanwezige Kamerleden tijdens het AO de overheidsaanpak lijken te accorderen en incoherenties voor lief nemen. Er werden wel degelijk scherpe vragen gesteld door diverse Kamerleden, maar de staatssecretaris (Dijksma) en de minister (Ploumen) blijven met hun antwoorden hangen in vaagheden en inconsistenties. Wat dacht u bijvoorbeeld van de focus op het stimuleren van de export van Nederlands vlees en melk in de Kamerbrief ‘Nederlandse inzet voor wereldwijde voedselzekerheid’. En het gelijktijdig promoten van plantaardig eiwit als gezond alternatief voor onszelf!

Begrijp ons niet verkeerd, wij zijn natuurlijk blij met de oproep van het kabinet om binnen één generatie de honger in de wereld uit te bannen. En we omarmen ook de plannen om de economische perspectieven voor boer(inn)en te versterken en bij te dragen aan de verduurzaming van voedselsystemen. Ja, uit de kamerbrief  spreekt zeker ambitie. Maar de voorgestelde koers om deze ambitie te bereiken, zit naar onze mening nog vol blinde vlekken.

Wij maken ons zorgen om de volgende vlekken:

Vlek 1: De voorgestelde koers ontbeert een sterk mensenrechtenperspectief

De beleidsbrief is niet verankerd in bestaande mensenrechtenkaders en maakt ook slechts summier melding van het recht op voeding. Een beleid verankerd in het recht op voeding brengt andere keuzes met zich mee door voorrang te geven aan: a) de rechten van arbeiders in de agrarische sector op een leefbaar loon en fatsoenlijke werkomstandigheden; b) het recht van kleinschalige voedselproducenten op toegang tot o.a. land en water; c) het recht van consumenten om te weten waar hun voedsel vandaan komt, wat er in zit en onder welke omstandigheden het is geproduceerd.

Vlek 2: Het voorgestelde beleid focust sterk op de corporate sector en heeft geen aandacht voor conflicterende belangen tussen publiek en privaat

De beleidsbrief rept over ‘people, planet & profit’, maar door de sterke nadruk op de rol van het bedrijfsleven lijkt ‘profit’ belangrijker te worden dan ‘people & planet’.  Dit blijkt bijvoorbeeld uit de eenzijdige focus op een verhoging van de voedselproductie, handelsbevordering en technologische innovatie. Voedselonzekerheid heeft niet altijd te maken met te weinig beschikbaar voedsel, maar bijvoorbeeld met een onevenwichtige spreiding van de voedselproductie. Handel draagt niet altijd bij tot het verbeteren van de voedingstoestand, bijvoorbeeld wanneer juist de ongezonde voedingsproducten breder beschikbaar komen. Daarnaast kan de introductie van nieuwe technologie leiden tot het verdringen van lokale voedselsproductie en -tradities, hetgeen resulteert in de verstoring van sociale verbanden op lokaal niveau. De Nederlandse overheid moet zich harder maken voor de belangen van ‘people & planet’ en haar beleidskeuzes daarop baseren.

Vlek 3: De beleidsbrief mist een concrete aanpak van een van de twee uitingsvormen van malnutrition, te weten overgewicht

Op het internationale toneel wordt in het kader van slechte voeding breed erkend dat verschillende vormen van malnutrition  (onder- en overvoeding) verband met elkaar houden en in samenhang moeten worden opgelost. Ondervoeding en overgewicht komen vaak in één en het hetzelfde gezin voor en veel lage- en middeninkomenslanden kampen inmiddels met  beide uitdagingen. De brief richt zich alleen op ondervoeding terwijl overvoeding een evenzo groot probleem is. Wist u dat in grote delen van Mexico overgewicht onder kinderen inmiddels een even groot en soms zelfs groter probleem is dan ondervoeding? Met een integrale aanpak van malnutrition kan Nederland voorkomen dat haar partnerlanden de ene serieuze voedingsuitdaging inruilen voor de andere.

Vlek 4: De Nederlandse aanpak zet niet in op het belang van gezonde voeding in de eerste levensfase

Cruciaal voor een gezonde start van pasgeboren kinderen is het krijgen van borstvoeding. Wij roepen dan ook met klem op om voorrang te geven aan het bevorderen en beschermen van  borstvoeding. Daarop inzetten is misschien niet winstgevend voor de zuivelindustrie maar wel effectief in de strijd tegen onder- en overvoeding bij kinderen.

Over de enorme mondiale voedsel- en voedingsuitdagingen en de diverse blinde vlekken in de beleidsbrief zijn wij nog niet uitgepraat. Gelukkig kan er donderdagmiddag 18 december bij de procedurevergadering BuHaOs besloten worden dat er alsnog een apart AO komt over de kamerbrief Voedselzekerheid. Ook bij de kamerbespreking in 2015 over het WRR rapport ‘Naar een voedselbeleid’ kunnen deze hiaten aan bod komen. Een vlekvrije koers voor meer mondiale voedselzekerheid is mogelijk!

Anke Tijtsma (Wemos) en Anselm Iwundu (Fairfood), namens het consortium Fair Bite for Food Rights bestaande uit: Fairfood, FIAN, IBFAN/GIFA, Slow Food en Wemos. Dit consortium is in mei 2014 gevormd vanuit de Good Food alliance (Fairfood, FIAN, Wemos, Slow Food, The Hunger project en foodwatch). 

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
15 december 2014
Categorieën: