
Vrijdagmiddagborrel: Allemaal dus naar Afrika?
De Hogeschool van Amsterdam kondigde deze week aan alle stages en studiegerelateerde reizen naar Afrika te verbieden. Dit vanwege ebola en politieke instabiliteit. Er brak een storm van protesten uit en de Hogeschool zwakte haar verklaring daarop ernstig af. Marc Broere over de lessen die je hieruit kunt trekken. De tijd dat mensen Afrika zomaar kunnen afschilderen als een continent van hel en verdoemenis is gelukkig voorbij.
Het was opmerkelijk nieuws deze week: de Hogeschool van Amsterdam (HvA) heeft alle stages en studiegerelateerde reizen naar Afrika verboden. Dat had het College van Bestuur (CvB) besloten. De beweegredenen voor het reisverbod zijn de ‘uitbraak van het ebolavirus en de politieke instabiliteit in het continent’. Een reis naar Afrika kan in uitzonderlijke gevallen nog doorgaan, meldde de verschillende nieuwspublicaties, maar dan moet het CvB daar eerst toestemming voor geven. De maatregel geldt in principe voor een jaar. Als er dan niets is veranderd, wordt de regeling verlengd.
De persvoorlichter van de HvA stond het studentenblad Folia te woord. ‘Dit is een heel ingrijpende beslissing’, sprak ze. ‘Studenten en medewerkers die op dit moment in risicolanden verblijven, zullen indien nodig door de HvA worden teruggehaald naar Nederland.’ De kosten voor de eventuele repatriëring van studenten en medewerkers neemt de hogeschool voor zijn rekening. De hogeschool heeft zelfs een veiligheidsadviseur, Peter Wurtz genaamd, die alle lopende en nieuwe voorstellen voor stages en studiegerelateerde onder de loep gaat nemen. ‘Het antwoord is in principe nee, tenzij’, vertelde Wurtz tegen Folia. De veiligheidsadviseur had nog een mooie oneliner in de aanbieding. ‘De politieke stabiliteit en gezondheidssituatie in Afrikaanse landen gedragen zich op dit moment als dagkoersen’, sprak hij ferm.
Verontwaardigde reacties
Op sociale media wordt direct verontwaardigd gereageerd op het besluit van de HvA. Nederland kwam op voor Afrika. De kritiek richt zich vooral op de omvang van het reisverbod. Dat geldt voor het hele Afrikaanse continent, terwijl het ebolavirus momenteel maar in drie landen in West-Afrika een gezondheidsrisico vormt. Voor de HvA lijkt Afrika dus geen continent maar een groot land te zijn. En dat schoot professor Ton Dietz, directeur van het Afrika Studiecentrum, in het verkeerde keelgat. Dietz ziet het de afgelopen jaren bijna als zijn persoonlijke missie om het beeld van Afrika als ‘rising continent’ te verkopen. Twee weken geleden nog organiseerde hij de conferentie Africa Works! waar bezoekers tegen betaling van 395 euro een tweedaags programma konden bijwonen over alle kansen en mogelijkheden van Afrika. Zo’n actie van de HvA doet al het zendingswerk van Dietz meteen weer teniet.
Maar Dietz maakte wel degelijk een belangrijk punt. ‘De Hogeschool van apekool’ noemde hij de HvA. Ik moest gniffelen om de term ‘apekool.’ Ik heb ooit iemand datzelfde woord horen gebruiken, namelijk Jan Donner, de voormalige topman van het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Nadat hem – overigens op schandalige wijze – zijn subsidie was ontnomen noemde hij het beleid van de toenmalige staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking en Europese Zaken, Ben Knapen, ‘apekool’. Het is een woord dat heren van stand als Donner en ook Dietz gebruiken als ze eigenlijk diep in hun hart bijvoorbeeld ‘klote’ of ‘kut’ willen zeggen. De persverklaring van Dietz was overigens wel degelijk vilein. ‘Studenten van de Hogeschool van Amsterdam wordt geleerd om kritisch en intelligent naar de wereld te kijken’, verklaarde de sociaal-geograaf. ‘Hun bestuurders gaven de afgelopen dagen wel heel erg het verkeerde voorbeeld.’
Aandacht en samenwerking
Om overtuigend te vervolgen: ‘Hoe dom kun je wezen. Afrika heeft 1,2 miljard inwoners en 54 landen. In drie landen heerst Ebola en daar wonen circa 21 miljoen mensen. Politiek instabiel zijn op dit moment vooral Zuid-Soedan (11 miljoen inwoners), de Centraal-Afrikaanse Republiek (4 miljoen), Libië (6 miljoen) en Somalië (10 miljoen), en delen van Noord-Mali, Oost-Congo en vorige week Burkina Faso. Vergeleken met een decennium geleden is Afrika een stuk stabieler en is er in heel veel gebieden sprake van een gestage economische groei en verbeterende perspectieven. Al is er nog een hoop te doen. Daar kunnen ook Nederlanders een rol bij spelen en HvA studenten zouden vooral WEL moeten gaan kijken hoe het er echt is en wat ze zouden kunnen leren van en bijdragen aan Afrika.’
Dietz eindigde zijn verklaring met de woorden: ‘Wat Afrika verdient is aandacht en samenwerking, geen stigma (‘enge mensen’, ‘gevaarlijke landen’) en isolement. Gebaseerd op goede kennis. Bestuurders van de HvA: kom eens langs op het Afrika Studiecentrum en bezoek onze websites.’
De HvA reageerde geschrokken op alle commotie en schreef in en persverklaring: ‘Er is veel aandacht voor een vermeend besluit van de HvA om studenten niet meer naar Afrika te laten reizen. In feite zit het als volgt. Per jaar gaan enkele tientallen HvA-studenten naar Afrika voor een studiereis, stage of uitwisseling. Zoals bekend is er in sommige Afrikaanse landen sprake van een situatie waarbij de veiligheid of de gezondheid in gevaar kan komen. Er zijn gevallen bekend van studieplannen naar dergelijke gebieden. De HvA voelt zich verantwoordelijk voor het wel en wee van haar studenten en wil zorgvuldig omgaan met de belangen. Daarom is afgesproken dat plannen om naar bepaalde Afrikaanse gebieden af te reizen extra gecheckt worden, voordat die worden toegestaan. Her en der is de indruk ontstaan dat de HvA studenten zou willen verbieden naar enig Afrikaans land af te reizen. Dat is niet het geval. Alleen studiereizen naar landen waar de veiligheid of de gezondheid gevaar loopt, worden niet toegestaan.’
Pure winst
Wat is nu de conclusie van dit alles? Ik vind het heel positief dat er zo verontwaardig werd gereageerd op het besluit van de HvA en dat mensen in opstand kwamen tegen het wel heel negatieve stereotype beeld dat van Afrika werd geschetst. Kennelijk is de tijd voorbij dat mensen Afrika als een continent met alleen maar hel en verdoemenis kunnen afschilderen zonder dat dit tot verontwaardiging leidt. Dat is echt pure winst. En het zou ook een hele slechte zaak zijn als mensen wegblijven, als door de uitbraak van ebola en de instabiliteit in sommige landen allerlei hoopvolle ontwikkelingen van het afgelopen decennium weer teniet worden gedaan. Verder ben ik erg blij dat de beslissing van de HvA niet tot een kettingreactie heeft geleid van andere Hogescholen, Universiteiten en organisaties die stages, jongerenreizen of vrijwilligersprojecten naar Afrika aanbieden.
Allemaal naar Afrika dus? Nou…nee dat ook weer niet. De afgelopen weken is er namelijk ook een discussie losgebarsten over vrijwilligersreizen naar Afrika. Unicef is met een campagne over dit onderwerp begonnen en de actualiteitenrubriek Nieuwsuur had hier een onthullende en vooral pijnlijke uitzending over. Vrijwilligerswerk doen in Afrika is populair, vooral onder jongeren. Toch leiden goede bedoelingen soms tot een ware ‘vrijwilligersindustrie’ en internationaal zijn er steeds meer twijfels over de effecten van dit soort vrijwilligersprogramma’s.
Renske de Greef schreef hier een aantal jaar geleden al eens een prachtige roman over die opeens weer volop in de belangstelling staat. Maar ik merkte zelf afgelopen week dat kritiek uitoefenen op vrijwilligersprogramma’s niet echt wordt gewaardeerd en tot hele geïrriteerde reacties leidt. Dan kom je namelijk aan het gevoel van ‘goed doen’ van mensen. Over dit onderwerp gaat mijn column volgende week. Want ook deze discussie lijkt hard nodig te zijn.