
Opinie: verhoog inzet informatietechnologie als hulpmiddel in strijd tegen ebola
De ebolacrisis in West-Afrika blijft de gemoederen bezig houden. Angst lijkt te regeren in Europa, Amerika maar zeker ook in Afrika. Landen sluiten de grenzen en reizigers worden gescand op symptomen van ebola bij binnenkomst. Toch komt de daadwerkelijke hulp aan de meest getroffen landen langzaam op gang en is sterk gericht op het sturen van goederen. Hoewel de meeste hulporganisaties niet meteen prioriteit geven aan de inzet van informatietechnologie, kan het een goede en snelle bijdrage leveren in een noodsituatie, betoogt ICT-expert Victor van Reijswoud.
In de 85ste Tech Salon in Washington op 30 oktober kwamen 35 thought leaders, IT-experts en beslissers in de ebolacrisis samen om zich te buigen over de vraag hoe informatie- en communicatietechnologie (ICT) een rol kan spelen in een effectievere aanpak van de ebolacrisis. De focus van de discussie lag op de manier waarop communicatie en coördinatie tussen lokale en internationale partners verbeterd kan worden en hoe de informatie over ebolaverspreiding en behandeling beter en sneller gedeeld zou kunnen worden onder behandelaars en getroffen bevolkingsgroepen.
In de eerste plaats merken de deelnemers aan de TechSalon op dat het speelveld bij de ebolacrisis erg complex is. Aangezien naar schatting slechts dertig a veertig procent van de ebolagevallen in officiële gezondheidscentra worden behandeld is vraag naar informatie diffuus en door de vele betrokken partijen enorm groot. Preventie en behandeling speelt zich op alle niveaus is de samenleving af en hierdoor wordt eigenlijk iedereen een behandelaar in de strijd tegen ebola.
SMS
SMS is een goed medium om korte berichten naar grote groepen mensen te sturen. Dit gebeurt dan ook op grote schaal. Het Internews Center for Innovation and Learning inventariseerde meer dan tweehonderd communicatie initiatieven in Liberia, Guinea en Sierra Leone waarvan veel gebruik maken van SMS om informatie over behandeling en preventie van ebola te sturen. De BBC doet nog een duit in het zakje met een Whatsapp-campagne. De vraag die dan opkomt is natuurlijk of zoveel initiatieven nog wel efficiënt en effectief zijn. In dit verband vraagt de organisator van de TechSalon, Wayan Vota, zich af of zoveel SMS berichten de bevolking niet gaan irriteren en daarmee ‘humanitairian spam’ worden.
Het informeren van de bevolking is een eerste stap maar niet voldoende. Dialoog, het beantwoorden van vragen en het geven van persoonlijk advies wordt belangrijker naar mate de crisis zich verdiept. In Sierra Leone leidde dit tot het instellen van een hotline. Door gebrek aan ervaring met grootschalige callcenters en hoge verwachtingen van de bevolking had dit initiatief een erg moeizame start. Hulp van de WHO en andere externe partijen voorkwam een debacle. Echter een gecoördineerd initiatief en voortbouwen op bestaande kennis en technologie voor callcenters zou een sneller en beter resultaat hebben gehad. Met de juiste ervaring en technologie zou het snel opzetten van een 24uurs hotline service voor alle drie landen redelijk snel gerealiseerd kunnen zijn.
A Dollar for Ebola
Bestaande online sociale netwerken zoals Facebook en Twitter kunnen een belangrijke rol spelen in de informatie-uitwisseling en dialoog over ebola in de getroffen landen, maar ook met de rest van de wereld. Sociale media zijn wereldwijd nog steeds erg populair en zeker in Afrika. Doordat de netwerken zo groot zijn en goed toegankelijk geven ze de mogelijkheid eenvoudig een wereldwijde dialoog te starten. De Ice Bucket Challenge is daar een goed voorbeeld van. Sociale media worden ook gebruikt om lokale actie te stimuleren en eventueel te financieren. Het crowdfunding initiatief ‘A Dollar for Ebola’ in Zimbabwe laat zien hoe je dit doet. Hoewel de actie nog in de kinderschoenen staat gebruikt het sociale media om lokale acties financieel te ondersteunen in de preventie tegen ebola. Door een nauwe samenwerking met communicatie-experts en sociale mediadeskundigen zouden hulporganisaties in een vroeg stadium snel en goede voorlichting hebben kunnen geven.
Wellicht de belangrijkste toegevoegde waarde van ICT, maar ook de meest complexe, zit in het opsporen, registreren en in kaart brengen van ziektegevallen. Ervaringen met het gebruik van mapping software en mobiele telefoons laten zien dat de omvang van een crisis snel en goed in kaart kan worden gebracht. Het Ushahidi platform is hierin gespecialiseerd. Deze software kan via tekstberichten (SMS) die vanaf mobiele telefoons verstuurd worden geografische informatie overbrengen op een interactieve kaart. Deze moderne open source ICT-applicatie heeft onder anderen zijn kracht bewezen in de nasleep van de aardbevingen in Haïti en Chili. Dit kan ook worden omgedraaid. In samenwerking met de overheid en lokale telecommunicatiebedrijven zouden de bewegingen van mensen met hun mobiele telefoons in kaart gebracht kunnen worden. Als dat vervolgens over de kaart van de brandhaarden van de ebola wordt gelegd kan men beter besmettingspatronen herkennen en beginnen met risico analyses over mogelijke verspreiding te maken. Dit zijn geavanceerde toepassingen van ICT die zijn verbonden met serieuze privacy vragen, maar de moeite waard om te verkennen.
De bovenstaande voorbeelden van toepassingen van informatietechnologie laten zien dat er veel mogelijk is. De aanpak van de ebolacrisis kan veel baat hebben bij het gebruik van deze technologie. De deelnemers van de TechSalon zijn dan ook niet negatief, maar geven wel aan dat er bij de traditionele hulporganisaties meer focus moet komen op de mogelijkheden en toegevoegde waarde van informatie en communicatie technologie. Dit is een discussie die ook in Nederland gevoerd moet worden. Het is in ieder geval voor de IT experts duidelijk dat het gebruik van informatietechnologie een snelle en effectieve aanpak van ebolacrisis bevorderd zou hebben.
Victor van Reijswoud is adviseur management en informatiesystemen en social entrepreneur bij MIS4D. Hij adviseert organisaties in internationale samenwerking over de inzet van informatie- en communicatie technologie om efficiënter en effectiever hun doelstellingen te bereiken. Vanuit zijn standplaats (Yaoundé – Kameroen) stimuleert hij via Social Media for Change (SM4C) initiatieven om met sociale media positieve sociale veranderingen in gang te zetten.