Partos viert tienjarige verjaardag met innovatiefestival

Foto: Rebke Klokke

Branchevereniging Partos blies afgelopen donderdag tien kaarsjes uit en vierde dit met het innovatiefestival in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger. Het waren echter niet de oude, bekende ontwikkelingssamenwerkingscracks die de show op deze feestelijke dag stalen, maar nieuwe veelal onbekende duurzame initiatiefnemers.

Knallende champagneflessen op de vroege middag. Het hoort er allemaal bij als je een feestje geeft. De een was blij dat de ontwikkelingssamenwerkingssector haar serieuze imago op die manier wat afstofte, een ander sprak van een ongepaste decadentie. Het bestuur van Partos zal er niet om gemaald hebben.Zij zagen de aanwezigen in het drukbezochte Pakhuis De Zwijger de hele dag debatten en workshops bijwonen.

Niet alleen de usual suspects kwamen op het feestelijke evenement af. ‘Het fijnste is misschien wel dat ik vandaag veel nieuwe gezichten heb gezien’, zegt Partos-directeur Bart Romijn als hij aan het eind van de middag terugblikt op het innovatiefestival.Naast de grote succesverhalen van het afgelopen decennium bood het evenement ook ruimte voor het presenteren van nieuwe initiatieven.

Deze groep mensen, die hun sporen in het vakgebied veelal nog moeten verdienen, vormden verrassend genoeg het meest inspirerende gezelschap van de dag.Tijdens een Dragon’s Den-sessie (vernoemd naar het gelijknamige televisieprogramma)mochten tien ambitieuze ondernemers aan een jury een duurzaam en innovatief ondernemingsplan voorleggen. Ze hadden twee minuten om hun toehoorders te overtuigen, waarna ze nog vijf minuten met allerlei vragen bestookt werden. Aanvankelijk zouden vijf plannen beloond worden met crowdfunding- en ondernemingsworkshops, maar door het hoge niveau maakte de jury een uitzondering en viel nog een zesde deelnemer in de prijzen.

Deze extra pluim gaat uiteindelijk naar Mama Diop, een bedrijf dat zogenaamde Solar Food Dryers voor fruitplantages wil bouwen. Initiatiefnemer Fred van Hessen vertelt dat circa tachtig procent van de in Gambia geteelde mango’s wegrot. Om dit te voorkomen wil hij de vruchten met speciale machines drogen, zodat de mango daarna in delicatessevorm op de markt kan worden gebracht. Honderd kilo verse mango kost in Gambia nog geen drie euro, na verwerking en het drogen daarvan heeft het in Europa een groothandelswaarde van 65 tot 85 euro, zo heeft hij berekend. Dat de gedroogde mango ook prima smaakt, bewijst Van Hessen met de rondgang van een schaal waar gulzig uit gegeten wordt.

Een ander bedrijf met een link naar de voedingsindustrie dat onderscheiden wordt is Pectcof. Bij koffieproductie worden op grote schaal schillen en vruchtvlees gedumpt. Zonde, meent woordvoerder Rudi Dieleman, want in deze schillen zit pectine, een grondstof die een waardevolle energiebron is voor de voedingsindustrie. ‘Pectcof wil deze grondstof uit de schillen onttrekken en op grote schaal aanbieden.Tegenwoordig wordt pectine nog uit appel- en citrusschillen gehaald, maar voor een veel hogere prijs. Die schillen vormen namelijk geen afval, de koffieschillen wel’, zegt Dieleman. Die daarnaast vertelt dat hij al veel enthousiaste reacties uit de industrie heeft gekregen, maar dat grote bedrijven pas met Pectcof in zee willen gaan zodra het een succesvolle start heeft gemaakt.

Een enigszins vergelijkbaar plan komt van het bedrijf Coleopatra, dat grondstoffen wil onttrekken uit dode kevers. De schilden van de tientallen kilo’s aan dode kevers die wekelijks in Nederlands worden weggegooid zitten boordenvol chitine, een stof die na behandeling in het laboratorium (en heel wat pelwerk) kan worden omgezet in bioplastic.

Maar ook een marktplaats voor de wereldwijde verkoop van goede daden, genaamd Smiles4Sale, valt in de prijzen. Net als een online platform, Allive, waarop ervaringen over (het omgaan met) ernstige allergieën, bijvoorbeeld voor doodnormale producten als noten, zaden en pitten, gedeeld kunnen worden.

Laatste winnaar is een samenwerkingsidee van Plan Nederland en Afripads om goedkoop, herbruikbaar maandverband in Oeganda op de markt te brengen. Maandverband is daar te duur en veel meisjes blijven nu een week thuis als zij ongesteld zijn. Dus moet er een betaalbaar initiatief komen. Plan richt zich hierbij op de hygiëne en bewustwording, Afripads zorgt voor de marketing en creëert het distributiekanaal.

Innovatieve partnerschappen

Even later kunnen de duurzame ondernemers van morgen naar succesverhalen uit de sector luisteren in de grote zaal. Ook daar is Plan aanwezig  om samen met onder andere OxfamNovib en Simavi te vertellen op welke wijze zij innovatieve partnerschappen zijn aangegaan. Plan-directeur r Monique van ’t Hek vertelt over de samenwerking tussen Plan en reisorganisatie Tui om sekstoerisme in Brazilië tegen te gaan. Vorig jaar werd Tui voor haar betrokkenheid bij het project beloond met de World Tourism Award. ‘Voor Tui was het aanvankelijk lastig om dit thema aan de kaak te stellen. In samenwerking met Plan is er voorlichting voor reizigers opgesteld, zijn jongerenwerkers ingeschakeld om meisjes uit de prostitutie te halen en is er met hotels een code of conduct afgesloten: zij laten geen volwassen met kinderen die niet van henzelf zijn binnen.’

Het verhaal dat Ewout van Gaalen (Simavi)vertelt is van een heel ander kaliber, te weten dat over het opzienbarend partnerschap tussen de ngo en het Zweedse Peepoople. Samen bieden zij  schone, biologisch afbreekbare toiletzakjes aan  in een sloppenwijk bij Nairobi, waar een miljoen mensen geen toegang tot een normaal wc hebben. Voorheen deden ze hun behoeften in normale plastic tasjes en gooiden die vervolgens op straat.Het Peepoo-zakje van Simavi en Peepoople bevat ureapoeder dat de bacteriën doodt en de geur neutraliseert. Wie het zakje daarna inlevert ontvangt een deel van het aankoopbedrag terug. De poep wordt vervolgens omgezet in hoogwaardige mest die weer gebruikt kan worden door lokale boeren.

Tom van der Lee van OxfamNovib grijpt de gelegenheid aan om te onderstrepen hoe belangrijk samenwerking is. ‘Praten is leuk, maar samen druk uitoefenen is het allerbeste. Het Oxfam-initiatief Behind The Brands is op dat gebied heel succesvol geweest. In een jaar tijd zijn negen van de tien bedrijven aangezet tot het veranderen van hun beleid. Wanneer je zoiets mondiaal lanceert kun je echt iets teweegbrengen. Oxfam wil ook graag voor veranderingen bij grote handelaren zorgen, zodat er verder in de productieketens dingen wezenlijk veranderen.’

Cartoons en correspondenten

De inzet van ngo’s en het afsluiten van succesvolle partnerschappen is één ding, bij bewustwording van de consument en het stimuleren van innovatie speelt media eveneens een zeer nadrukkelijke rol, zo wordt ook tijdens enkele lezingen op het innovatiefestival onderstreept. Welke invloed media kan hebben blijkt wel uit de impact van een ogenschijnlijk simpel stripverhaal dat in Kenia enorm succesvol is geweest op het gebied van bewustwording onder jongeren.Van het zogenaamde Shujaaz zijn sinds 2010 acht miljoen exemplaren verkocht. ‘Naar schatting zijn de boeken ongeveer 480 miljoen keer gelezen’, zegt auteur Everlyn Kermunto. ‘Aan de hand van gesprekken met Keniaanse jongeren worden de onderwerpen voor de verhalen bepaald. Wat hen boeit en drijft, komt in de strips terug.’ Maar ook geven de schrijvers zelf tips, bijvoorbeeld op voorlichtingsgebied. Ook kun je leren hoe je kippen moet onderhouden. Maar ook wordt het belang van stemmen onderstreept en gaat de strip uitgebreid in op het werkloosheidsprobleem. Buiten de cartoonboeken om wordt er intensief contact met de lezers onderhouden. Via sociale media en sms kunnen lezers met de karakters uit de strip ‘communiceren’ en hun mening over de verhalen met anderen delen.

Dichter bij huis gaat filosoof, schrijver en Correspondent-oprichter Rob Wijnberg in op de vraag hoe Nederlandse journalisten belangrijke zaken in derdewereldlanden op een betere manier kunnen belichten.Vanzelfsprekend geeft hij hierbij het voorbeeld van de wijze waarop De Correspondent bericht over de ontwikkelingssamenwerkingssector. ‘Met onze correspondent Conflict en Ontwikkeling, Maite Vermeulen,  heb ik afgesproken dat ze zich een half jaar lang op de hulpindustrie stort. In die periode keert zij de hele sector binnenstebuiten, of daar nu aanleiding voor is of niet. De structurele aandacht hiervoor moet ertoe leiden dat nieuws uiteindelijk aansluit bij wat zij schrijft in plaats van andersom. Wanneer je je richt op onderzoek en het blootleggen van onderliggende structuren, levert dat uiteindelijk een heleboel relevante verhalen op.  De kritiek die journalisten leveren op De Correspondent is dat wij schrijven over zaken die nu niet urgent zijn,maar van dat oude denkpatroon moet de  journalistiek juist afstappen. We moeten zogezegd van Breaking News, waar alle nieuwsplatforms in Nederland over berichten, naar Breaking New: mensen een inzicht bieden in hoe de wereld echt werkt in plaats van steeds maar hetzelfde nieuws te herhalen. Uiteindelijk moeten die inzichten ook doorbreken naar andere media.’

Weg met ‘de sector’

Over de toekomst van de ontwikkelingssamenwerkingssector en Partos in het bijzonder worden veel minder revolutionaire (of innovatieve) woorden gesproken. Al blijft het natuurlijk koffiedik kijken. Vlak voordat de champagne ontkurkt wordt laat bestuursvoorzitter Annemieke Nijhof haar licht schijnen over de vraag waar de komende tien jaar uitdagingen voor de branchevereniging liggen: ‘Tien jaar is een scharnierpunt, Partos gaat nu op weg naar volwassenheid. De kritiek die de sector de laatste jaren te verduren heeft gekregen moet ons nu helpen die stap te kunnen maken.’

Nijhof krijgt daarbij een tip van Cordaid-directeur Simone Filippini, die vindt dat ontwikkelingssamenwerking wel wat meer uit zijn schulp mag kruipen. ‘Misschien is dit een goed punt om niet langer over ‘de sector’ te spreken. Van die oude term moeten we echt een keer af. Wij, als ontwikkelingssamenwerkingsbranche, zijn een integraal onderdeel van het Nederlands buitenlands beleid en zo moeten we ons ook beschouwen.’ Of degenen die klaagden over het champagneklinken het daarmee eens zijn, is niet bekend. Innovatief was het voorstel van Filippini in elk geval wel.

Auteur
Lennaert Rooijakkers

Datum:
06 oktober 2014
Categorieën: