Strijden voor een onafhankelijke staat voor de Toeareg in Mali: de ambassade van Azawad

Moussa Ag Assarid. Foto: Yves Tennevin

ACHTERGROND – De Toaereg in Mali strijden voor erkenning van hun onafhankelijke staat Azawad, een strijd die sinds de Arabische Lente gepaard gaat met geweld. Kunstenaar Jonas Staal ziet nog iets anders dan geweld in het proces van het gevecht voor onafhankelijkheid: een kunstwerk van symbolen. Hij richtte een ‘ambassade’ op. Op zijn uitnodiging was Moussa Ag Assarid, vertegenwoordiger van Azawad, onlangs in Utrecht en vertelde daar over het conflict, én het militaire ingrijpen. ‘De internationale gemeenschap wil het noorden van Mali stabiliseren, maar zijn alleen bang voor de islamisten en kijken niet om naar de burgers van Azawad.’

Een druk schrijvende tolk zit naast Moussa Ag Assarid. Moussa Ag Assarid woont al jaren in Frankrijk, maar komt oorspronkelijk uit het noorden van Mali. Naast schrijver is hij ook vertegenwoordiger van de MNLA (Nationale Beweging voor de Bevrijding van de Azawad). De activist is maar enkele dagen in Nederland: over twee dagen voegt hij zich bij zijn landgenoten van de MNLA, die in Algerije onderhandelen met de regering van Mali. ‘We vechten al sinds 1958 voor ons bestaansrecht. De MNLA is geen religieuze of idealistische organisatie, maar we vechten voor het welzijn van ons volk. Het ultieme doel nu is dat het volk zelf mag beslissen over hun lotsbestemming. We willen een referendum.’

‘Het is een echte ambassade’

Ag Assarid nam Jonas Staal deze zomer mee naar de ‘statenloze staat’ Azawad. Daar liet hij hem zien hoe de wens voor onafhankelijkheid er uit ziet. ‘Ik zag de geboorte van een nieuwe staat: de fundamenten van een nieuwe politieke entiteit, die de oude structuren van de Franse kolonie en de staat Mali een nieuwe betekenis geeft. Op elke hoek van de straat is de vlag van Azawad te zien’, zegt Staal. ‘Op t-shirts, op muren geschilderd, voor de ramen. Dat vind ik iets moois: dat politiek en cultuur zo nauw samenhangen.’ Ag Assarid is verbaasd op dat moment. Hoe kan Staal, wiens land zelfs betrokken is bij het conflict door militaire steun, nu niet weten wat er allemaal aan de hand is in Azawad? De twee besluiten samen te werken.

Een ambassade is het resultaat. Een grote witte ruimte met aan de muren foto’s van soldaten in de woestijn. Teksten erbij over de geschiedenis van Mali. ‘Hoewel er bijvoorbeeld geen visa verstrekt worden, maakt de realiteit van het volk van Azawad, het bestaan van de mensen, dat de ambassade echt is’, zegt Staal. Het kunstproject roept inhoudelijk vragen op. Wat is dat, een statenloze staat? Wat is er precies aan de hand in het land? En wat is de rol van de internationale gemeenschap daarin? Aan een tafel die in de vorm van Mali is gezaagd zitten wetenschap, politiek, activisten en journalistiek bij elkaar om daarover te discussiëren.

Het conflict

Ag Assarid gaat door. Hij vertelt geëngageerd over het conflict. Over de armoede in de woestijn en het gebrek aan humanitaire hulp. Verschillende groepen opstandelingen vechten er tegen de regering. Onder meer islamitische extremisten geliëerd aan Al Qaida. Zij willen de sharia invoeren in zo groot mogelijke delen van het land.

Het volk van Azawad wordt gevormd door groepen in het noorden, geleid door de toearegs. Zij willen autonomie in het noordelijkje deel Mali. Daar vechten ze al voor sinds 1958. Lange tijd was er sprake van vrede en een ‘stille strijd’, maar aan het begin van de Arabische Lente in 2011 laait het geweld weer op. Veel toearegs waren voorheen goedkope huurlingen in het leger van de Libische leider Kaddafi. Na zijn val keren de militanten terug naar huis, gewapend met zwaar materieel van het Libische leger. De Nationale Beweging voor de Bevrijding van Azawad wordt opgericht (de MNLA), die de seculiere staat Azawad uitroept. Maar deze staat wordt nog door geen enkel ander land erkend.

Aanvankelijk strijdt MNLA samen met de islamitische groeperingen en ze verspreiden zich richting het zuiden van Mali. Het regeringsleger krijgt flinke klappen. ‘Toen het regeringsleger verslagen was, kon ons volk weer ademen’, zegt Ag Assarid. De islamisten en de toearegs hebben andere belangen en komen uiteindelijk ook met elkaar in conflict. De islamitische extremisten veroveren steeds meer gebieden. Het regeringsleger voelt zich ondertussen niet voldoende gesteund door de eigen regering en pleegt in maart 2012 een staatsgreep. President Amadou Toumani Touré wordt afgezet en vervangen door een militaire junta.

Interventie

Op dat moment, in 2012, besluit Frankrijk in te grijpen, de voormalige kolonisator van Mali. Nadat het in de regio weer redelijk gestabiliseerd is, verzoekt de interim-president Dioncounda Traoré om een VN vredesmacht te sturen die de Franse interventiemacht opvolgt. Dat verzoek wordt ingewilligd, en operatie MINUSMA (United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali) wordt opgezet medio 2013. Nederland doet ook mee en stuurt 350 militairen om mee te helpen met de stabilisatie van de regio.

Moussa Ag Assarid is kritisch tegenover de interventie. ‘De VN vecht ook tegen ons, tegen de toearegs. Maar we hebben een gezamenlijke vijand: de islamitische terroristen. De internationale gemeenschap wil het noorden van Mali stabiliseren, maar zijn alleen bang voor de islamisten en kijken niet om naar de burgers van Azawad.’ De MNLA wil samenwerken met de VN om het volk te beschermen. ‘De blauwhelmen komen uit verschillende staten met eigen belangen. De vredestroepen moeten zich afvragen: zijn we nu het volk aan het beschermen of alleen maar aan het vechten voor onze eigen belangen? En waarom is er geen humanitaire hulp? Waarom komt de VN pas ingrijpen als Al Qaida oprukt?’

Jasper van Dijk, Tweede Kamerlid van de SP, heeft geen steun uitgesproken voor de missie waar het kabinet Nederlandse militairen voor stuurt. ‘Er zijn geen substantiële en duurzame oplossingen te bewerkstelligen met militaire interventies. Het is niet realistisch om een staat te restaureren tot hoe het was. We weten niet eens goed wie tegen wie vecht.’ Het is volgens Van Dijk ook niet aan Nederland om te bepalen of Azawad bestaansrecht heeft. Die staat moet door het volk gemaakt zijn, niet door het buitenland, zegt hij.

Legitimiteit

De internationale gemeenschap is niet happig op het ‘zomaar’ helpen bij het vormen van een nieuwe staat. De lokale bevolking moet er achter staan. En dan nog is het een enorm ingewikkeld proces. Een freelance journalist uit het publiek vraagt zich daarom af waarom de bevolking niet te spreken is over de MNLA. ‘Ik kon geen supporters van die club vinden. Waar zijn ze?’  Ag Assarid reageert verontwaardigd. Dit is volgens hem precies het probleem. ‘Ik kom uit een plek 40 kilometer van Gao [een grote stad in het noorden van Mali, red]. Ik kan niet naar die stad reizen, omdat het leger daar zit. De mensen kunnen niet vrijuit spreken. Ook niet tegen journalisten. In heel veel delen van het land is men bang om te praten. We worden onderdrukt.’

Dat de lokale bevolking niet vrijuit spreekt, draagt niet bij aan de legitimiteit van de claim om een staat te vormen. En het maakt het ook moeilijk om media-aandacht te krijgen, iets dat het volk van Azawad wel recht zou doen, volgens oorlogsjournalist Arnold Karskens. ‘In 2014 ligt de aandacht van de journalistiek bij Syrië, IS en Oekraïne, niet bij Azawad. Journalisten moeten het verhaal vertellen dat nog niemand verteld heeft.’ Hij heeft ook een tip voor Moussa Ag Assarid: de MNLA zou meer van dit soort avonden moeten organiseren en meer trips voor journalisten. ‘Verspreid je boodschap. Zo lang journalisten in je gebied kúnnen komen, laat je zien dat het niet zoiets als een concentratiekamp is. Heb niks te verbergen.’

Jeroen Zandberg van de UNPO (Unrepresented Nations and Peoples Organisation) zegt dat internationale erkenning lastig is voor Azawad. Azawad is geen lid van de UNPO. ‘Het is geen onafhankelijke staat, zoals de MNLA in 2012 geclaimd heeft. Het is een bezet gebied, een minderheid zonder grondgebied. Daarnaast mag een “statenloze staat” alleen lid worden van de UNPO als geweld niet het doel is, maar als het alleen voor zelfbescherming gebruikt wordt.’ Het is onduidelijk of Zandberd hiermee de MNLA ervan beschuldigd geweld te misbruiken. Maar het zou volgens hem in ieder geval de legitimiteit van de staat Azawad in het geding brengen.

Weinig ontwikkelingshulp

‘Waarom praten we over legitimiteit?’ Fathi N Khalifa lijkt blij te zijn dat zijn microfoon wordt aangezet. Tot twee weken geleden was hij de directeur van het World Amazigh Congress, een internationale organisatie die de cultuur en identiteit van Azawad promoot en beschermt. ‘Het volk van Azawad bestaat uit 16 miljoen mensen, uit verschillende landen, met een cultuur én met rechten. Arabieren, koerden, christenen, moslims en toeareg. En we kunnen onze kinderen niet eens Awaziaanse namen geven.’

Hij benadrukt ook dat er bijna geen ontwikkelingsorganisaties aanwezig zijn in het noorden van Mali. Terwijl dat hard nodig is. Er is veel armoede en droogte, waardoor er te weinig water en voedsel in de regio is. De Malinese overheid laat het volk aan hun lot over, zegt N Khalifa. Maar alleen het Rode Kruis en enkele kleine ngo’s zijn ter plekke en er is weinig activiteit, volgens hem. Dat is te wijten aan het ruige, droge woestijnlandschap van het noordelijke deel van het land. Reizen in de Sahara is moeilijk. Maar hij wijst ook naar de internationale gemeenschap. ‘Die maakt het veel moeilijker dan het is. Vanavond ook. Het is niet complex, het is juist simpel. Mensen bevinden zich in hun eigen land, op eigen grondgebied. Dat zou hen niet ontnomen mogen worden. Het conflict weerhoudt ontwikkelingsorganisaties er onterecht van ervan humanitaire hulp te sturen.’ Als laatste wil N Khalifa Jonas Staal bedanken voor zijn kunstproject, de ambassade. ‘Zo worden we gehoord’.

Het twee uur durende debat is niet genoeg om alle vragen te beantwoorden. Hoe moet de internationale gemeenschap er mee omgaan? Wat moeten zij uitdragen in de MINUSMA-missie? Die vragen zijn onbeantwoord gebleven. Het probleem van Azawad wordt niet opgelost, maar dat was ook niet de bedoeling. Het doel is om mensen na te laten denken over het bestaan van een staat.

De woestijn

Staal: ‘In Nederland vergeten we wel eens wat het begrip staat inhoudt. Het is een vanzelfsprekendheid geworden. Dat heeft ook met onze cultuur te maken. De stateloze staat, de niet-erkende staat, worstelt veel meer met zijn identiteit dan erkende staten: er is een openlijk proces gaande waarin het gemeenschappelijke wordt onderzocht, tussen verschillende volkeren, verschillende geschiedenissen, verschillende talen, met verschillende beelden, die de horizon van een nieuwe staat moeten gaan vormen. Dat proces is politiek, militair, maar ook cultureel van aard. En dat laatste is denk ik cruciaal: dat de staat in termen van nationale bevrijdingsbeweging geen koloniale, maar een culturele expressie is.’

Moussa Ag Assarid voegt daaraan toe: ‘Deze avond was goed. We wilden iedereen laten zien wie de mensen van Azawad zijn. We wonen in de woestijn, maar we bestaan.’

Het kunstproject ‘New World Embassy: Azawad’ is nog tot 9 oktober te bezichtigen in gallerij Bak Utrecht. Van 17-19 oktober zal onder de naam ‘The Art of Creating A State’ een volgende sessie plaatsvinden, die ook door Staal is opgezet in samenwerking met BAK.

Na het debat is vorige week de Nederlandse ambassadeur in Mali op het matje geroepen om tekst en uitleg te geven namens Nederland. Hij gaf aan dat het niet op een officiele diplomatieke missie gaat. Maar Staal en Ag Assarid hebben goedkeuring van de President van de MNLA, Bilal Ag Acherif om de ambassade voort te zetten.’In die zin heeft de ambassade wel degelijk legitimeit, maar vanuit de positie van eens stateloze organisatie. Azawad kan opereren als een niet-erkende staat, net als dat onze ambassade kan opereren als een niet-erkende ambassade.’ De MNLA heeft verder aangekondigd diverse nieuwe ambassades te willen openen.

Auteur
Caroline van Slobbe

Datum:
24 september 2014