Ebola: medische oorlog met desastreuze langdurige gevolgen

European Commission DG ECHO/Flickr

Terwijl het ebola-virus zich verder verspreid, lijdt Liberia onder de gevolgen van de crisis. Die zijn niet alleen desastreus voor de slachtoffers, maar ook voor het land als geheel. Wat voor impact heeft het virus op het dagelijks leven en de economie van Liberia? Ingrid Gercama doet vanuit Liberia voor Vice Versa verslag.

Hoewel het ebola virus al sinds maart 2014 in Liberia is, lijkt het erop dat de internationale samenleving nu eindelijk wakker is geworden. Met de besmetting van internationale hulpverleners en verspreiding naar Nigeria is het virus ‘hot nieuws’ geworden. De Amerikaanse Nieuwszender CNN vraagt zich af of Ebola naar de Verenigde Staten kon komen. Ook de Nederlandse krant NRC Handelsblad publiceerde een artikel over de mogelijkheid dat iemand het virus naar het eigen land zou meenemen. Het ebola virus is niet langer een ver-van-mijn-bed-show, een ziekte voor arme West-Afrikanen, maar een internationale zorg.

En dat werd tijd: 964 mensen in Liberia zijn inmiddels besmet met het dodelijke en zeer besmettelijke ebola virus geraakt en daarvan zijn 164 op het moment in quarantaine geplaatst. Het dodental staat op 565. De ebola uitbraak is West Afrika is de meest grootschalige uitbraak in de wereldgeschiedenis en verspreid zich snel. Het virus ontstond naar verluid in februari 2014 in Guinea en heeft zich vanaf daar naar Liberia, Sierra Leone, Nigeria en naar verluid Saoedi-Arabië verspreid.

Hoewel internationale media veel aandacht aan de ebola uitbraak in West-Afrika schenkt, wordt vooral over nieuwswaardige situaties op lokaal niveau bericht en over potentiële gevolgen voor het Westen geschreven. Wat de ebola echt betekent voor de langdurige ontwikkeling van Liberia wordt minder belicht. Door langdurige burgeroorlog is Liberia’s economie onderontwikkeld: 63.8 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens en het land is totaal afhankelijk van buitenlandse ontwikkelingshulp. 70.2% van het BNI in Liberia komt van internationale hulporganisaties als de UN en andere ngo’s.

Rijstrellen

Tel daarbij de ebola uitbraak bij op. Angst voor het virus heeft invloed op de economische ontwikkeling in het land. Doordat vluchtmaatschappijen besluiten niet meer op het land te vliegen en de grenzen met buurlanden Ivoorkust, Guinea en Sierra Leone zijn gesloten wordt handel zo goed als stil gelegd. Investeringen worden ‘on hold’ gezet en de internationale gemeenschap ebt langzaam weg uit het land. Alle scholen en grote markten op grensovergangen als Foya, Bo Waterside and Ganta zijn gesloten ‘untill further notice’.

Internationale paniek en maatregelen om internationale verspreiding van het virus te voorkomen hebben desastreuze invloed op het toekomstige dagelijkse leven in Liberia. Hoewel de Wereldgezondheidsorganisatie heeft gesteld dat internationale handel en transport niet beperkt hoeft te worden, blijven buitenlandse ondernemers weg. Liberia’s Minister van Financiën, Asmara Konneh, drong bij buitenlandse investeerders aan om het land niet te verlaten: ‘stay with us, let’s fight this together’. Volgens Konneh is de schade die aan de Liberiaanse economie groot: ‘it might be small money internationally, but it is big money for Liberia’: $12 miljoen aan overheidsinkomsten zijn al verloren gegaan in de crisis tijd.

Het vertrek van buitenlandse investeerders kan rampzalige gevolgen hebben voor de veiligheidssituatie van de Liberiaanse bevolking. Het land leeft voornamelijk op geïmporteerde goederen en zal, door internationale handelsbeperkingen, zich zelf niet meer kunnen voeden.

In 1979 kende Liberia al de zogenoemde rice-riots toen oud-president William Tolbert de prijs van geïmporteerde rijst probeerde te verhogen om nationale productie te stimuleren. Het gevolg: een bloedige burgeroorlog. En het is niet voor niets dat de bevolking de huidige situatie ‘zoals als het in de oorlog was’ beschrijft. Zo vertelt de Monroviaanse taxichauffeur Prince: ‘ook toen werd rijst duur en kon ik niet meer eten’. In Grand Cape Mount en Bomi County zijn er al rijsttekorten gemeld. Kosten voor voedsel zijn enorm gestegen. De prijs voor rijst (het hoofdingredient van de dagelijkse Liberiaanse maaltijd) zijn enorm gestegen: met een dollar per zak. Ook een zak met mineraal water is van 100 Liberiaanse dollar (plus min 0.90 euro) gestegen naar 150 tot 200 Liberiaanse dollar (omgerekend 1.40 tot 1.80 euro). Een significant verschil voor de meerderheid van de bevolking die haar basisgoederen niet meer kan betalen.

‘Ebola-war’

Afgelopen maand heeft President Ellen Johnson Sirleaf een nationale noodsituatie aangekondigd in Liberia; het land wordt nu voor de komende 90 dagen direct door de president bestuurd en alle ministeries zijn van hun macht ‘ontdaan’. Praktisch gezien betekent dit dat de president van Liberia beslissingen kan maken om zo het ebolavirus hardhandig aan te pakken: de Armed Forced of Liberia zijn in delen van het land in gezet om sociale onrust te voorkomen en de meest getroffen gebieden in Liberia te isoleren. De bevolking is opgeroepen om 21 dagen niet te reizen en minister van Defensie Brownie Samukai heeft zijn troepen naar checkpunten in Lofa, Bong, Bomi en Cape Mount gestuurd. De AFL is bevolen om dodelijk geweld te gebruiken om hun taken tot een succesvol einde te brengen. Liberianen spreken over ‘the ebola-war’ en zijn doodsbenauwd voor het leger: er gaan geruchten dat het leger zal gebruikt worden om ebolapatiënten te vermoorden om zo de epidemie in te perken. Het vertrouwen in de overheid is klein en het leger boezemt na jaren burgeroorlog angst in.

Door de afsluiting van grenzen en gemeenschappen door de AFL zijn kosten voor vervoer sterk gestegen. Taxichauffeurs en commerciële bussen zijn ook door een nood overheidsdecreet verplicht om niet meer dan vier mensen in hun vervoermiddel te hebben. Voor de uitbraak van ebola zaten deze vrolijk gekleurde wagens overladen met passagiers en reed de bestuurder niet weg voordat er vier mensen op de achterbank waren gepropt en twee in de bijrijdersstoel. Het beperkte vervoer tussen Monrovia en andere delen van het land heeft grote impact: pre-crisis verzag de hoofdstad de periferie van ‘manufactured goods’ en de counties Monrovia van voedsel.

Kustplaats Harper is een paar dagen met de auto van de hoofdstad gelegen en de bewoners voelen de crisis situatie: er is bijna geen gas meer te krijgen uit Monrovia of Abidjan (Ivoorkust). Lokale businesses kunnen hun klanten niet meer dezelfde prijzen geven als voorheen en klanten zijn ontevreden. Het tekort aan gas kan de lokale economie potentieel nog meer verwonden: omdat er geen nationaal stroom netwerk is in het grootste deel van het Liberiaanse platteland, krijgen meeste mensen stroom van generatoren die op gas werken.

Hulpverleners

Op woensdag 20 augustus werd een van Liberia’s grootste commerciële markten gesloten, Watersite Market, na sociale onrust nadat bewoners van de West Point sloppenwijk in het centrum van Monrovia protesteerden tegen het optreden van politie en het leger. West Point werd afgesloten nadat ebola-patiënten uit een ebola behandelingscentrum waren ontsnapt. Bewoners van de gemeenschap hadden bebloede matrassen uit het centrum gestolen en protesteerden tegen de opening van een ebola ward in West Point. President Ellen Sirleaf Johnson heeft, om oproer als in Waterside te voorkomen, op 20 augustus 2014 een nationale avondklok van negen uur ‘s avonds tot negen uur s’ochtends ingesteld.

Door oproer als in West-Point en Waterside market, het groeiende aantal ebola-slachtoffers en nu luchtvaartmaatschappijen British Airways, Gambia Airlines, Arik Air and Kenya Airlines hebben besloten vluchten vanuit Liberia voorlopig op te schorten vinden internationale (hulp)organisaties het niet langer verantwoordelijk om expats in het land te hebben werken. Veel internationale (hulp)organisaties trekken medewerkers die niet in de gezondheidssector werken terug; immers, voor iets anders dan ebola-bestrijding is simpelweg geen vraag op het moment.

Hoewel gezondheidsexperts en crisisbestrijdingsteams ingevlogen worden, is de internationale community nog nooit zo klein geweest. Ook overheidsmedewerkers die eerder deze maand door de president  30 dagen op betaald verlof werden gestuurd hebben veelal het land verlaten. Hoewel de president inmiddels het verlof heeft opgeschort, blijft het een feit dat de vermogende laag van de samenleving, indien mogelijk, het land heeft verlaten.

Vertrouwen

Ook het vertrouwen in de overheid is geschaad: veel kritiek wordt geuit op het late handelen van president Ellen Johnson Sirleaf. Zij zou, volgens veel Liberianen, al veel eerder de grenzen hebben moeten sluiten en de gezondheidssector voor moeten bereiden. Door de burgeroorlog en historische ongelijkheden zijn Liberiaanse burgers erg argwanend en kritisch op de overheid; ebola vergroot het vertrouwen in overheidshandelen niet. Hoewel de overheid vergaande maatregelen invoert die ebola verspreiding kunnen tegen gaan, maken ze vooral het leven van de niet-zieke burger moeilijk.

Overheidsoptreden lijkt het echte probleem niet aan te pakken. Ebola-noodlijnen die moeten worden gebeld bij besmetting met het ebola virus of voor het ophalen van lijken zijn langdurig onbereikbaar. Lijken van ebola-slachtoffers liggen vaak dagen op straat voor het team van het ministerie van Gezondheid en Sociale Welvaart ze komt halen. Gezondheidswerkers en lijkenschouwers zijn al maanden niet betaald.

Welke gevolgen de ebola-uitbraak precies voor de langdurige ontwikkeling van Liberia zal hebben, is nog onduidelijk. Dat het niet rooskleurig zal zijn is duidelijk. De ebola-crisis zal een grote impact op de sociaal economische positie van veel Liberianen hebben. De economische groei van het land en het vertrouwen in de overheid zal dalen en dat heeft invloed op de veiligheidssituatie in het land. Patrick Hettinger, Senior country economist for Liberia voor the Africa Development Bank Group legt de vinger op de zere plek: hoewel de Liberiaanse economie sinds 2011 een groei van 8 procent heeft doorgemaakt, wordt er maar een groei van 5.9% voorspeld voor 2014. Dit was een voorspeling pre-ebola. En het lijkt erop dat de ebola-situatie nog erger is dan het lijkt: Ken Isaacs, van de humanitaire organisatie Samaritan’s Purse meent dat de cijfers de ernst van de situatie niet goed laten zien: ‘we geloven dat de gepubliceerde cijfers die de stijging in door ebola getroffen slachtoffers laat zien maar 25 tot 50 procent van het echte nummer laten zien’.

Auteur
Ingrid Gercama

Datum:
25 augustus 2014
Categorieën: