
Millenniumdoelen: meer actie nodig in strijd tegen moeder-en kindsterfte
Er moet veel meer gedaan worden om de moedersterfte terug te dringen. Ook is er directe actie nodig wil de honger worden gehalveerd in 2015. Hoewel er veel punten vooruitgang is te zien, moet er nog heel wat gebeuren wil de wereld de doelstellingen van de Millennium Development Goals halen in 2015. Dat blijkt uit het gisteren gepresenteerde voortgangsrapport van de VN.
Het sterftecijfer van moeders daalde met 45 % tussen 1990 en 2013. Toch sterven er jaarlijks bijna 300,000 moeders tijdens of direct na de zwangerschap, zo stelt het rapport, dat data gebruikt die tussen 2010 en 2014 door 28 VN-agentschappen zijn verzameld. In ontwikkelingslanden sterven er veertien keer zoveel moeders dan in ontwikkelde landen, en Sub-Sahara Afrika kent de meeste sterfgevallen met 510 doden per 100,000 geboortes.
Volgens de VN zijn de meeste sterftegevallen te voorkomen. Bijvoorbeeld met een simpel magnesium sulfaat. Of door er voor te zorgen dat moeders toegang krijgen tot geschoold personeel. Slechts de helft van de moeders in ontwikkelingslanden krijgt check-ups voor de geboorte.
Ook het aantal kinderen onder de vijf dat overleed is sinds 1990 met 45 % afgenomen. De laatste jaren gaat die dalende trend steeds sneller. Desalniettemin zal het nog lastig worden de kindersterfte met twee derde terug te dringen, zoals dat de ambitie is in het vierde millenniumdoel. De meeste kinderen sterven aan ziektes als diarree, longontsteking en malaria. Ook hier is Sub-Sahara Afrika de meest zorgelijke regio. In 2012 haalde daar één op de tien kinderen de twaalfde verjaardag niet.
Daarnaast heeft 1 miljard mensen in de wereld geen toegang tot een schoon toilet.
Honger
Om ervoor te zorgen dat de honger wordt gehalveerd, moet er direct actie worden ondernomen, schrijft de VN. De dalende trend in het aantal mensen dat honger leidt neemt af. Een op de acht mensen wereldwijd leidt nog steeds aan honger. Ook ondervoeding blijft een groot probleem en de verschillen tussen regio’s onderling zijn groot. Zo zijn er in Sub-Sahara Afrika nog 25 % van de mensen ondervoed, terwijl dat in Latijns Amerika 8 % is.
Ook dit jaar laat het millenniumdoel voor universele toegang tot onderwijs zorgelijke trends zien. Ondanks dat er sinds 2000 in veel regio’s veel vooruitgang is geboekt, is de vooruitgang tot stilstand gekomen. Toch is het millenniumdoel binnen handbereik – zij het niet dat er steeds minder hulp voor onderwijs wordt uitgetrokken. 50 % van de kinderen die niet naar school gaan, wonen in conflictgebieden.
Er is ook goed nieuws. Sommige doelen zijn al gehaald: extreme armoede is met de helft gedaald en voor 2,3 miljard mensen kreeg toegang tot schoon drinkwater. 2 Miljard mensen kreeg toegang tot verbeterde sanitatie. Een geschatte 3,3 miljoen malaria-doden zijn voorkomen. Wel zouden er meer malarianetten verstrekt moeten worden. Ook de strijd tegen tuberculose werpt z’n vruchten af.
Er gaan al bijna evenveel meisjes naar de basisschool als jongens. Daarentegen is de genderongelijkheid groter bij hoger onderwijs. Goed nieuws is dan weer dat de politieke participatie van vrouwen stijgt: 21,8 % van alle parlementariërs in 2013 was vrouw – maar het glazen plafond blijft.
Meer hulp
De VN wijst ook op de toegenomen CO2 emissies: sinds 1990 zijn die met 50 % gestegen. Ontbossing zorgt er daarnaast voor dat lokale gemeenschappen hun belangrijkste overlevingsbron verliezen.
Verrassend genoeg is de dalende hulptrend wel gekeerd. Na twee opeenvolgende jaren waar de wereldwijde hulp daalde, steeg deze weer in 2013 en is nu zelfs op haar hoogste niveau. 17 van de 28 OESO-DAC leden vergrootte hun budget en ook niet-DAC leden lieten een stijgende lijn zien. In de Verenigde Arabische Emiraten wordt zelfs 1,25 % van het BNP aan hulp uitgegeven. Daarentegen gaat er wel steeds minder hulp naar de minst ontwikkelde landen.
Verder signaleert de VN dat importtarieven in westerse landen steeds meer omlaag gaan, al gaat dat wel wat langzaam.
Ongelijkheid
Er zijn grote verschillen te zien tussen regio’s als het gaat om vooruitgang op de millenniumdoelen. In Sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië is er de minste vooruitgang. In Sub-Sahara Afrika is het zelfs onwaarschijnlijk dat de doelen worden gehaald. Daarentegen boeken Zuid-Oost Azië en Oost-Azië (China) wel vooruitgang en ook Latijns Amerikaanse landen lopen beter op schema.
Dat er steeds minder mensen in extreme armoede leven, is vooral te danken aan China en India – ook herbergen deze landen nog steeds een grote proportie van het aantal mensen dat voor minder dan 1,25 $ per dag rond moet komen.
VN secretaris generaal Ban Ki-Moon roept dan ook tot meer actie daar waar er nog steeds grote gaten zijn tussen ambitie en realiteit. ‘Voor de meest kwetsbaren en meest gemarginaliseerden, is sociale exclusie en discriminatie nog steeds het grootste struikelblok voor vooruitgang’, aldus Ban Ki-Moon. Als er niet meer actie ondernomen zal worden, zullen niet alle doelen worden gehaald in 2015, waarschuwde hij tijdens een presentatie van het rapport.
Dit terwijl de wereld druk is te beslissen wat er na 2015 moet gaan komen als opvolger van de millenniumdoelen. Ban Ki Moon pleitte dan ook voor een ambitieuze opvolger van de millenniumdoelen ‘that will leave no one behind’.