
VN-lobby voor meer vrouwelijke blauwhelmen faalt, behalve in Afrika
- UN/Christopher Herwig
Er moeten meer vrouwelijke blauwhelmen komen, als het aan de Verenigde Naties ligt. Maar de gestelde targets voor 2014 worden niet gehaald, blijkt uit bestudering van de troepenaantallen die de organisatie maandelijks publiceert. Opvallend: Afrikaanse landen domineren de top vijf en scoren daarmee goed op vrouwendeelname in VN-missies.
‘Yes, there are women in the frontline, we even have one lady who is driving an armoured vehicle’, aldus een militaire woordvoerder over Keniaanse vrouwelijke soldaten op de Keniaanse nieuwssite Standardmedia. Het land staat op de eerste plaats in de top vijf.
Als het aan VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon ligt, volgen vele landen dit voorbeeld. In 2009 formuleerde hij een target in lijn met deze ambitie: in 2020 moet 30 procent van de politietroepen uit vrouwen bestaan. Voor militaire eenheden stelde hij het target op 20 procent. Nu, in 2014, is het tijd voor een tussenmeting. Daarvoor moeten de politiegroepen op 20 procent uitkomen; militaire eenheden op 10 procent.
Maar Europese landen halen deze targets bij lange na niet. Neem Italië. Met bijna 1400 troepen steekt het percentage van vijf procent vrouwen schraal af. Des te opvallender is de Afrikaanse deelname. Sub-Sahara landen leveren relatief meer vrouwen aan VN-missies dan hun Europese partners.
Andere landen vallen juist op vanwege hun gebrek aan vrouwen onder de wapenen. Neem India. Met 8132 blauwhelmen de grootste leverancier van troepen. Ook troepen uit Bangladesh en Pakistan bestaan vrijwel geheel uit mannen. Georg Frerks, hoogleraar Conflict Studies aan de Universiteit Utrecht, verklaart: ‘Het nadeel van een wereldwijd target is dat je geen gelijk uitgangspunt hebt. Deze landen beginnen vaak op nul als het aankomt op vrouwelijke participatie. Landen als India en Pakistan zullen meer moeite hebben om aan deze targets te voldoen. Het is belangrijk om bij het stellen van een doel te kijken naar individuele landen. Het is een internationale maatstaf, maar iedereen zit in een ander traject.’
Koploper
Waarom scoort Sub-Sahara Afrika dan wel? Frerks verklaart: ‘In deze landen heerst er geen taboe op de rol van vrouwen in de maatschappij, wat bijvoorbeeld in islamitische landen wel zo is. In Sub-Sahara Afrika nemen vrouwen in de landbouwsector belangrijke posities in, zij zijn prominent aanwezig in economische functies en zitten niet thuis met hun handen over elkaar.’Daarnaast noemt Frerks als mogelijke reden dat er mogelijk vrouwen zijn die eerst vochten in een rebellenleger en via demobilisatieprogramma’s in het nationale leger komen. Ook geeft hij als oorzaak de economische situatie in deze landen. ‘De laatste jaren is er geïnvesteerd in politie,- en legerhervormingen. Daardoor ontstond extra werkgelegenheid. Dit biedt mogelijkheden aan vrouwen.’
VN-resolutie 1325
De wens om meer vrouwen bij vredesmissies en -processen te betrekken, vindt zijn oorsprong in vele VN-resoluties, waarvan de meest bekende VN-resolutie 1325. (zie kader).
Ondanks de aandacht voor VN-resolutie 1325 laten de huidige missies een minder positief beeld zien. De targets van de VN worden niet gehaald. Van de 12.000 VN-politieagenten die momenteel actief zijn, is slechts 9,7 procent vrouw, in plaats van de gewenste norm van 20 procent. Ook militaire VN-missies lopen achter op schema: slechts 2,9 procent is vrouw tegenover het target van 10 procent, zo blijkt uit cijfers van de VN.
Frerks is niet verrast: ‘Het is al moeilijk genoeg om soldaten te werven voor missies naar conflictgebieden. Je kunt dan niet ook nog eens selectief zijn en mannen weigeren omdat je meer vrouwen wilt hebben. Het target is een gewenst kader waar je actief naar streeft om dat te bereiken.’
Hand in eigen boezem
De huidige VN-missie naar Mali brengt de Nederlandse deelname in kaart. Momenteel zijn er 20 vrouwen actief in Mali, tegenover 337 mannelijke militairen, blijkt uit de opgevraagde cijfers van Defensie. Woordvoerder Jos van der Leij verklaart dat Defensie kijkt naar de verschillende fasen van een missie: ‘Zo is voor bijvoorbeeld de opbouw van een missie de rol van vrouwelijke militairen nog niet zo noodzakelijk als later in de missie, het verzamelen van bijvoorbeeld inlichtingen in Mali.’
Hij benadrukt dat Defensie aandacht heeft voor genderdiversiteit, omdat het de troepen operationeel beter maakt. ‘Zo kijken we altijd waar en hoe wij Defensie personeel als Gender Advisor en als Gender Focal Point op sleutelfuncties binnen een missie in kunnen brengen, om te waarborgen dat gender voldoende aandacht binnen de operatie krijgt. Enkel focussen op een procent vrouwelijke deelnemers binnen een missie dient niet per se dit doel.’
Volgens Joke Florax, projectmanager gender bij het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD), is de Nederlandse deelname aan de andere tak van VN-missies – de politiemissies echter ’niet slecht’. ‘We hebben momenteel bijna 30 procent politievrouwen in het inwerktraject zitten voor een missie.’
‘Vrouwen mogen dat niet doen’
Is het stellen van targets bij missies bij voorbaat zinloos? Nee, stelt Georg Frerks. ‘Targets hebben ambitieniveau. Targets laag stellen is ook geen uitdaging. Het is lastig om een goede mijlpaal te stellen.’ Hij voegt daaraan toe dat targets een inspanningsverplichting met zich meebrengen, maar geen resultaatsverplichting. Dit betekent echter niet dat het vrijblijvend moet worden. ‘Je moet niet net doen alsof het niets betekent. Je hebt de resolutie ondertekend, hamer er dan ook op om participatie te bevorderen. Je moet wel een commitment maken.’ Frerks wijst er vervolgens op dat vrouwen steeds meer toetreden tot gevechtseenheden die eerst alleen toegankelijk waren voor mannen. ‘‘Vrouwen mogen dat niet doen, anderen doodschieten.’ Deze gedachte heerste lange tijd. Dit is veranderd. Wanneer je de statistieken uitsplitst, zul je zien dat bij gevechtseenheden het percentage vrouwen achterblijft. Dit komt omdat ze in veel landen op nul beginnen.’
Meer vrouw op straat
Waarom moeten vrouwen eigenlijk een grotere rol krijgen in vredeshandhaving? Volgens Georg Frerks zijn vrouwen noodzakelijk in vredesmissies. Zo houden zij beter rekening met de kwetsbare positie van vrouwen en kinderen in conflictgebieden. Frerks: ‘Uit onderzoek blijkt dat vrouwen gevoelige onderwerpen meer bespreekbaar maken voor slachtoffers – bijvoorbeeld als er in een conflict sprake is geweest van seksueel geweld. Dit komt omdat ze als vrouw gemakkelijker in contact komen met de lokale bevolking. Hierdoor wordt de missie effectiever en minder vijandelijk.’
Vrouwen zijn onmisbaar, betoogt Frerks. ‘Neem checkpoints in islamitische landen. Daar mogen mannen geen vrouwen fouilleren. Dan heb je vrouwen nodig.’
Negatieve effecten
Volgens Joke Florax zijn de belemmeringen voor vrouwen om deel te nemen aan VN-missies groot. ‘Een uitzending naar Afghanistan of Mali betekent een jaar weg. Natuurlijk kan je een keer met verlof maar een jaar van huis ervaren veel politievrouwen als een belemmering om zich aan te melden. Zeker als zij ook nog zorgtaken hebben.’
Bovendien ben je nog niet klaar als je daadwerkelijk meer vrouwen in het leger hebt. Zo verwijst Peacewomen naar een onderzoek waaruit blijkt dat meer vrouwen in de Zuid-Afrikaanse troepenmacht de nodige negatieve effecten met zich meebrengt. Meldingen van seksuele intimidatie, geweld tegen vrouwen en zelfs moord nemen toe.
Volgens genderspecialist Elise Kant van ICCO is er nog een lange weg te gaan: ‘Het is te simpel gedacht dat je met de toename van vrouwen in VN-missies de problemen van vrouwen kunt tackelen. Als je meer vrouwen wilt betrekken, moet je ook de omgeving veranderen. Dat wil onder andere zeggen dat mannelijke deelnemers zich moeten aanpassen. Seksueel geweld en misbruik binnen en door het leger moeten hard worden aangepakt, zodat vrouwen een veilige interne werkomgeving hebben en de soldaten de problemen van vrouwen in conflictgebieden niet vergroten.’
Frerks onderstreept dit. ‘Vooruitstrevende legers hebben een diversiteitsbeleid. Daar wordt streng opgetreden tegen seksuele intimidatie.’
Pas op de plaats
In de aanloop naar 2020 – waarin de VN streeft naar 30% vrouwen in politietroepen en 20% in militaire functies – moet er nog flink aan de weg getimmerd worden. Defensiewoordvoerder Van der Leij: ‘Van alle militairen binnen Defensie is 9,2% vrouw. Van alle uitgezonden militairen betrof 7,9% vrouwelijke deelname. Om te voldoen aan de gestelde targets in VN-missies, zouden vrouwen relatief meer belast worden met uitzendingen dan mannelijke collega’s.’
Joke Florax pleit voor daarom voor aanpassingen om het aantal vrouwen binnen de gelederen te verhogen. ‘Wij onderzoeken of de inzet van missies ook op een andere manier kan worden ingevuld. Korter op missie gaan bijvoorbeeld, wanneer er om speciale expertise wordt gevraagd.’
Frerks is voorstander van realistische targets. ‘Een resolutie is een mooie verklaring. Targets zijn functioneel, maar je moet niet helemaal uit de pas gaan lopen met de realiteit. Bekijk waar je staat en tot hoever je kunt gaan.’ Volgens Frerks “moet er nog een tandje bij” willen we in de buurt komen. ‘Ik moet het nog zien: de participatie van vrouwen gaat erg langzaam. Dat mag van mij sneller. De VN moet dit blijven stimuleren in de opmars naar 2020.’
Bekijk ook een embedded Google Maps met alle huidige missies en aantallen actieve mannen/vrouwen ter plekke.
NAP in het kort
Nederland is een van de 193 landen die VN-resolutie 1325 heeft ondertekend. In deze resolutie staat dat vrouwen een grotere rol moeten krijgen in vredesprocessen. Nederland heeft een actieplan opgesteld om deze resolutie om te zetten in concrete acties. Het Nederlands Actieplan (NAP) 1325 ‘Vrouwen, Vrede & Veiligheid’ (2012-2015) is een vertaling van de VN-resolutie die door Nederland wordt gesteund. Dit actieplan is ondertekend door 57 maatschappelijke organisaties en vier ministeries. Hiermee committeren zij zich aan het verbeteren van de positie van vrouwen tijdens, voor en na conflictsituaties. De nadruk ligt op het het versterken van vrouwelijk leiderschap.
Tekst en datavisualisaties: Ernst-Jan Hamel, Lisa Olsthoorn, Hanan Nhass, Ans Boersma. Dit artikel is tot stand gekomen in het kader van de Masterclass datajournalistiek georganiseerd door LokaalMondiaal met Coolpolitics in samenwerking met Vice Versa en de Utrecht Data School.