
‘Steun voor maatschappelijk middenveld Brazilië essentieel’
Brazilië is als een van ‘s werelds grootste economische groeiers de status van ontwikkelingsland allang ontstegen. Meer dan logisch dat Nederland en de rest van de EU van geen hulp meer aan Brazilië geven, toch? Landrechten activiste Adriana Ramos stelt dat juist nu internationale steun voor het Braziliaanse maatschappelijk middenveld hard nodig is om tegenwicht te bieden aan de macht van bedrijven. Afbraak van milieuwetten, arbeidsvoorwaarden en rechten van de inheemse bevolking dreigt. ‘Brazilië wordt als volwassen democratie geportretteerd, maar de private sector doet en laat wat ze wil.’
In reactie op de aangekondigde strategische partnerschappen uitte Marinus Verweij (directeur ICCO) al eerder zijn zorgen over de definitieve stop op financiering voor projecten in Brazilië, Peru, Colombia en Zuid-Afrika. ‘Op het gebied van pleiten en beïnvloeden is er juist in die landen heel veel te winnen als je kijkt naar de emancipatie van het maatschappelijk middenveld’, aldus Verweij.
Adriana Ramos van Instituto Socio Ambiental (ISA) was te gast bij het door ICCO georganiseerde debat Talks that Matter. ICCO werkt al ruim twintig jaar samen met de Braziliaanse organisatie ISA. ‘Wij ondersteunen lokale organisaties in het ontwikkelen van initiatieven op het gebied van sociaalecologische duurzaamheid over onderwijs, capaciteitsopbouw of het genereren van inkomen door duurzaam gebruik van het oerwoud,’ legt ze uit.
Wat zijn de belangrijkste problemen waar jullie in je werk in Brazilië momenteel tegenaan lopen?
‘Op dit moment is het belangrijkste dat we ervoor zorgen dat de wetgeving die we bereikt hebben behouden blijft. De economie van Brazilië is sterk afhankelijk van primaire bronnen, waardoor er steeds meer strijd over natuur en territoria ontstaat. Het huidige systeem geeft veel macht aan bedrijven die de verkiezingen financieren. Bedrijven hebben momenteel een grote vinger in de pap. De agribusiness is sterk vertegenwoordigd in het Congres, met als doel de constitutie aan te passen om de rechten van de inheemse bevolking te verzwakken en om milieuwetten te veranderen.
Neem nu de wetgeving rondom behoud van ons regenwoud. Ontbossing is een van de grootste problemen in Brazilië, zeker in het perspectief van wereldwijde klimaatverandering. Onze wetgeving stamt uit de jaren ’30 en is door de jaren heen aangepast en versterkt om te garanderen dat we de bossen beter konden beschermen. Met sterke wetten die werden nageleefde door de regering, betrokkenheid van allerlei verschillende stakeholders slaagden we erin de ontbossing te verminderen.
De afgelopen drie jaar zijn deze wetten juist weer afgekalfd, simpelweg omdat we niet over voldoende capaciteit beschikten om dit tegen te gaan. We zijn niet meer in staat om die strijd tegen ontbossing succesvol te voeren. De regering vindt het allemaal prima. Zij hebben een andere agenda en daar doen ze niet geheimzinnig over.
De nationale bond voor landbouw en veehouderij stelt dat we de rechten van de inheemse bevolking moeten verminderen, dat we flexibelere milieuwetten nodig hebben voor landbouwproductie, en zelfs dat het verbod op slavenarbeid moet worden afgezwakt. Deze conservatieve agenda heeft veel invloed, omdat de rurale sector het belangrijkste blok van afgevaardigden in de Tweede Kamer heeft. We proberen campagne te voeren met het maatschappelijk middenveld om druk op het congres uit te oefenen en om de regering aan onze kant van de strijd te krijgen. De regering is echter een coalitie, waardoor ze niet altijd de macht of zelfs maar de wens heeft om tegen de belangen van bedrijven in te gaan.’
En nu ben je hier om steun voor die strijd te vinden?
‘Deze uitdaging kunnen we niet alleen aan, daar hebben we partners en steun bij nodig. De ruimte in Brazilië voor het maatschappelijk middenveld om in te werken en te lobbyen voor duurzame ontwikkeling is gekrompen en krimpt bij gebrek aan steun. De internationale gemeenschap heeft ons altijd gesteund, maar laat ons in de steek nu we niet meer als ontwikkelingsland gezien worden. De huidige regering heeft economische belangen van bedrijven voorop staan en hecht weinig waarde aan ons werk. De enige relatie die met de regering mogelijk is, is dat we hun beleid uitvoeren.
Ook hebben we weinig steun vanuit de samenleving, omdat de cultuur van het steunen van ngo’s nog niet bestaat. Brazilianen zijn wel geïnteresseerd in ons verhaal, maar beschikken niet over voldoende informatie. De grote mediakanalen belichten slechts één kant van het verhaal, ze laten enkel de kant van de private sector zien. Er wordt verteld dat onze wetgeving ouderwets is en economische groei tegenhoudt en er heerst een politiek van het criminaliseren van inheemse leiders. In deze context is het lastig om bewustzijn te creëren.’
Hoe proberen jullie dit te veranderen?
‘We werken voornamelijk op lobby and advocacy, we proberen het bewustzijn in de Braziliaanse samenleving te verhogen en druk op het congres te zetten, zodat we deze veranderingen tegen kunnen houden, maar het is lastig.
We brengen specifiekere en duidelijke informatie over wat er nu precies gebeurt naar buiten via social media. Deze problemen spelen zich voornamelijk op het platteland af, terwijl de meerderheid van de bevolking in de steden leeft. Het is een ver-van-hun-bed-show en ze zien de link met hun eigen problemen en belangen niet. Sao Paulo kent bijvoorbeeld grote problemen met zijn watervoorziening. Wij proberen te laten zien dat dit een gevolg is van andere milieuproblemen in Brazilië buiten de steden.
Bewustzijn onder de bevolking zelf is niet genoeg, dit debat moet ook naar het politieke niveau vertaald worden. Tegenwoordig focussen we voornamelijk op het veranderen van het kiesstelsel, omdat dit de basis van veel problemen vormt. Het politieke systeem moet omgevormd worden, zodat politici meer betrokken zijn bij publieke belangen en niet enkel private belangen in ogenschouw nemen.
Momenteel is er een grote discussie over mijnbouwwetgeving gaande. De mijnbouw in Brazilië veroorzaakt grote problemen voor het milieu en lokale gemeenschappen. We maken ons grote zorgen omdat de afgevaardigde die rapporteur voor deze zaak is wordt gefinancierd door vijf grote mijnbouwbedrijven. Dit terwijl de ethische code van de Tweede Kamer uitdrukkelijk verbiedt dat een afgevaardigde de belangen van zijn financiers vertegenwoordigt.
We hebben een verzoek ingediend om deze taak aan een andere afgevaardigde over te dragen, maar de Tweede Kamer ziet geen problemen omdat de nieuwe wetten over de sector en niet over deze specifieke bedrijven gaat. Er is zelfs een video waarin deze afgevaardigde vertelt: “Ik wordt gesteund door mijnbouwbedrijven en de Braziliaanse wetgeving staat dat toe. Ik ben hier om hun belangen te vertegenwoordigen.” De ethische code wordt op die manier vertaald als het hen zelf goed uitkomt.’
Een gebrek aan democratie lijkt het belangrijkste probleem, maar een politiek systeem veranderen is lastig.
‘Onze democratie is nog niet volwassen, en we ontvangen niet meer de steun die we gewend waren uit de tijd dat we het regime bevochten. De internationale steun viel al snel weg. Toen Lula verkozen werd dacht iedereen, inclusief wijzelf, dat we een grote belangrijke stap gezet hadden, want we hadden voor het eerst een echt democratisch gekozen regering, maar als we de rest van het politieke systeem niet aanpakken is deze democratie erg zwak. We beschikken over alle participatie instrumenten en mechanismen, maar de capaciteit om deze politiek te beïnvloeden, tegen de private belangen in, ontbreekt.’
Wat voor steun vraag je van internationale organisaties om deze capaciteit te versterken?
‘De steun die we voorheen ontvingen hebben we nog steeds nodig. We moeten erkennen dat er nog steeds veel moet gebeuren en terug naar die aanpak, waarbij we ondersteund werden om zelf problemen aan te kaarten. Nu focussen onze partners voornamelijk op de projectaanpak, waarbij we op hele specifieke punten werken, en we niet genoeg capaciteit hebben om het bredere politieke probleem aan te pakken. De Europese landen die ons hielpen dit momentum te bereiken, en hierin had Nederland een grote rol, moeten inzien dat we nog niet op eigen benen kunnen staan.’
Hoewel Nederland in het nieuwe financieringsstelsel voor ontwikkelingsorganisaties extra wil gaan inzetten op pleiten en beïnvloeden, worden juist landen als Brazilië niet meer gezien als ontwikkelingslanden die steun nodig hebben gezien.
‘Natuurlijk zijn er heel veel landen met urgentere problemen wanneer je over armoedebestrijding praat, maar Brazilië is een strategisch land om op in te zetten, zeker als het over de sociaalecologische duurzaamheid gaat. We moeten erkennen dat er nog heel veel moet gebeuren en dat Brazilië dat niet alleen kan, dat blijkt wel uit wat we de afgelopen jaren gezien hebben. Samenwerking is niet alleen belangrijk voor financiering, maar ook voor politieke steun. Het is belangrijk om te erkennen dat wanneer er niet actief aan gewerkt wordt dat de situatie Brazilië zal verslechteren, wat consequenties heeft voor de hele wereld als het gaat over ontbossing, koolstofemissies, watertoevoer.
We moeten Brazilië niet enkel op basis van armoede vergelijken. Kijk naar de rol van Brazilië in internationale samenwerking met andere Zuidelijke landen. Brazilië exporteert dit economische model dat deze sociaal-ecologische problemen veroorzaakt naar andere landen in Afrika en Latijns-Amerika.
Ik maak me zorgen over de wijze waarop Brazilië in de wereld geportretteerd wordt. We worden als een volwassen democratie met sterk groeiende economie gezien, terwijl het industrialisatieproces stagneert, we afhankelijk zijn van onze natuurlijke bronnen, de private sector het idee heeft dat ze kunnen doen en laten wat ze willen en maatschappelijk verantwoord ondernemen niet wettelijk afgedwongen wordt. Het idee dat de maatschappij in Brazilië, zowel publiek als privaat, klaar is om op een democratische en progressieve manier te werken klopt helaas niet. Van buitenaf lijkt het misschien zo, maar van binnenuit zien we de gevaren.’