
Nieuwe kansen in Afrika door inzet van technologie
Afgelopen maandag 17 maart was Jessica Colaço, hoofdonderzoeker bij iHub Kenya, bij de SID-lezing ‘The Empowered Citizen’ aan het woord. Ze sprak over de nieuwe kansen die verbondenheid via internet in Afrika biedt, hoe ze met de organisatie iHub hierop proberen in te spelen en waar het volgens haar uiteindelijk allemaal om draait. ‘20% van het verhaal gaat over technologie, 80% gaat over de gemeenschap.’
De organisatie iHub begon twee jaar geleden na het geweld rondom de verkiezingen in Kenia. Bloggers gebruikten toen het internet om informatie te kunnen verspreiden, omdat de traditionele media dat niet deden. Dit inspireerde om te onderzoeken hoe nieuwe technologieën kunnen worden ingezet, en zo was iHub geboren.
De ‘techies’, zoals Colaço de technologie-experts bij iHub bijna liefkozend noemt, hebben de neiging om volledig in hun technologie op te gaan. iHub biedt ze de ruimte om te overleggen, te brainstormen en feedback op hun ideeën te krijgen. De mensen die er werken variëren van 18 tot 35 jaar, de meesten komen net van de universiteit af. iHub helpt ze met het onderzoeken van de behoeftes die mensen hebben en het opzetten van een start-up om daarop in te spelen. Zo organiseren ze bijvoorbeeld een competitie waar de deelnemers binnen 48 uur met een business plan moeten komen.
De menselijke maat in technologische vooruitgang
‘Internet heeft er voor gezorgd dat we over de hele wereld verbonden met elkaar zijn. Wat heeft dit betekend voor de afgelegen plattelandsgebieden?’ Om dit uit te leggen vertelt Jessica Colaço het succesverhaal van M-farm. ‘ Elke week hadden de boeren te maken met hetzelfde probleem. Ze wisten niet wat de prijs voor hun producten op de markt was, waardoor ze steeds weer afgezet werden door de handelaren. Om dit probleem op te lossen deden Suzan en Jamilah die stage liepen bij I-Hub mee aan de competitie met een idee voor een transparantiemedium voor boeren. Informatie over actuele prijzen wordt verzameld door geo-codering van groothandelaren op locatie. Nu werken er 30 mensen voor ze en zijn ze in staat boeren en kopers met elkaar in contact te brengen via de online marktplaats die ze hebben opgericht.’
Colaço legt uit: ‘In plaats van steeds maar weer het wiel opnieuw uit te moeten vinden stelt internet ons in staat om te leren over wat er op andere plaatsen gebeurt. De ondernemers van iHub wordt geleerd de menselijke maat niet uit het oog te verliezen. Het gaat niet om de technologie, maar over hoe die gebruikt kan worden.’
Bottom-up aanpak
Colaço benadrukt dat het belangrijk is om met technologie te komen die daadwerkelijk in de gemeenschappen werkt. ‘We moeten mensen trainen, zodat ze de volgende stappen zelf kunnen zetten. Dat is nodig om te doen waar iHub voor staat: handel stimuleren, zakenrelaties opbouwen, nieuwe ideeën aanwakkeren en zakelijke kansen te scheppen. Alleen dan kunnen digitale banen gecreëerd worden.’
Colaço illustreert dit met het project Macha Works. ‘Het kleine en afgelegen dorpje Macha is sinds tien jaar via een satelliet met het internet verbonden. Door het aanleggen van een internetverbinding, trainen van lokale talenten en zoeken naar door de gemeenschap gedragen oplossingen werd Macha Works een groot succes. De dorpelingen waren in staat om maar liefst 200 projecten en activiteiten op te zetten door de komst van het internet. De gezondheidszorg werd verbeterd door de training van verpleegsters, en door informatie aan patiënten beschikbaar te stellen. Daarnaast werd er gewerkt aan het behouden van cultureel erfgoed en het ondersteunen van onderwijs en ondernemingen.’
‘Bij een succes als Macha Works wil je het dat het navolging krijgt. Dit gaat echter niet door zomaar te kopiëren en te plakken. We moeten onderzoeken welke specifieke elementen ook in een andere gemeenschap zouden kunnen werken,’ stelt Colaço.
Ze legt uit waarom je een systeem niet zomaar kunt kopiëren. ‘Beperkende geografische grenzen worden overwonnen door de grenzeloosheid van het internet. Dit leidt echter niet zomaar tot een integratie van culturen, maar maakt dat we juist met verschillende culturen moeten leren omgaan.’
Toekomst
Op basis van statistieken over facebook- en twittergebruik laat Jessica zien dat toegang tot internet nog niet overal in Afrika gemeengoed is. ‘De glasvezelkabels komen nog niet tot in de dieper gelegen gebieden. Afrikaanse innovators proberen om de last mile verbinding aan te leggen, omdat dit een grote positieve invloed kan hebben op de mensen die daar wonen.’
Afrikaanse telecombedrijven investeren in het opbouwen van infrastructuur, maar er is meer nodig. Colaço stelt dat er meer onderzoek nodig is op basis van case studies, om mislukte initiatieven te voorkomen.
Rol voor ontwikkelingsorganisaties
Colaço ziet hierin wel degelijk een rol weggelegd voor traditionele ontwikkelingsorganisaties. De satelliet in het dorpje Machu was bijvoorbeeld gefinancierd door een donororganisatie. Colaço benadrukt echter dat er vanuit het Noorden veel meer dan alleen aan de infrastructuur kan worden bijgedragen.
‘Ze moeten niet alleen focussen op infrastructuur, zoals bijvoorbeeld door het sturen van computers. Ze moeten investeren in menselijk kapitaal, in lokaal talent. Ze kunnen dat doen door uitwisselingsprogramma’s op te zetten of door experts te sturen. Op die manier kunnen ze bijdragen aan de innovatieve en ondernemende mind-set van de nieuwe generatie.’