
Minder culturele hobbels door globalisering? Nee, juist meer!
We dragen overal ter wereld jeans en een T-shirt, lopen met een mobieltje op zak, drinken Coca-cola en spreken Engels. Cultuurverschillen doen er anno 2014 toch steeds minder toe? Wat aan deze redenering klopt is dat de wereld aan de oppervlakte steeds meer een global village wordt. Maar wat er onder die oppervlakte afspeelt, is iets heel anders. Yvonne van de Pol legt het voor Vice Versa uit.
Eerst die oppervlakte. De term ‘Global village’ werd al in 1964 voor het eerst geïntroduceerd door McLuhan toen hij stelde dat “The world is turning into a global village in which communication technology is extending our central nervous system in a global embrace, abolishing both space and time”. Kan je nagaan, 1964! Vijftig jaar later ziet die communicatietechnologie er nog weer heel anders uit, maar van een mondiale omarming die tijd en ruimte overstijgt, lijkt me geen sprake. Inmiddels is zelfs de term ‘Glocalisation’ in zwang: naast globalisering neigen we overal ter wereld steeds meer naar het bestendigen van lokale waarden. Antropoloog Appadurai van het boek ‘The future as a cultural fact’ stelt zelfs: “Er is altijd een tendens om je eigen waarden dichterbij te zoeken. In die zin produceert globalisering steeds het lokale”.
De paradox van het echte contact
Het is paradoxaal, want hoewel het makkelijker is geworden om fysiek overal ter wereld te komen of met mensen uit andere culturen online in contact te zijn, des te moeilijker is het om meer dan oppervlakkig intercultureel contact te hebben. Joseph Shaules (2007) verklaart deze paradox omdat we, in tegenstelling tot decennia geleden, overal ter wereld min of meer ons vertrouwde gangetje kunnen gaan. Of je nu in New York, Nairobi of New Delhi werkt, je hebt de beschikking over een modern appartement en je laptop (met Facebook ben je 24/7 in contact met je vrienden), je kunt eten wat je wilt; kortom in feite het leven leiden zoals je gewend bent.
Ook voor korte (werk)bezoeken, zelfs in veraf gelegen arme gebieden, heb je nu vaak ook toegang tot een redelijk hotel met een lekker bed en niet te vergeten Wi-Fi. Je zoekt een restaurant op internet in plaats van dat je het met handen en voeten aan de lokale gastheer gaat vragen. En juist daarom kan je in deze global village diepere interculturele ervaringen makkelijk voorkomen. Maar dat wil niet zeggen dat je zonder die diepe ervaringen effectief kan samenwerken.
Verborgen uitdagingen van diepe cultuur
Integendeel, internationaal samenwerken overstijgt WiFi en pizza. De grootste uitdagingen zitten verborgen in, zoals Shaules dat zo mooi noemt, the deep culture. Diepe cultuurrefereert aan de onbewuste referentiekaders die onze ervaringen betekenis geven: waarden, normen en verborgen aannames, verwachtingen en veronderstellingen op basis waarvan we de wereld om ons heen interpreteren. Juist in het verschil tussen oppervlakte en diepe cultuur ligt de kern van het begrijpen van je eigen reacties en die van anderen.
Want: hoe ga je een nieuwe samenwerking aan, hoe maak je afspraken met je huidige partnerorganisatie en hoe onderhandel je over een nieuwe deal? En, niet onbelangrijk, hoe weet je dat je de andere partij echt kan vertrouwen? Daarvoor moet je heel goed de signalen kunnen lezen en er adequaat op in kunnen spelen. En dat gaat verder dan de weetjes als ‘bij weinig oogcontact, word ik gerespecteerd als meerdere’ of ‘plenair feedback geven veroorzaakt gezichtsverlies’. Het is een continue alert zijn op impliciete betekenisgeving, bij jezelf en bij de anderen, en dat kunnen overbruggen.
De culturele laag doorgronden
Niet voor niets stelt Milton Bennett (2013) “De aanname van gelijkheid is de moeilijkst te nemen hobbel bij interactie tussen mensen uit verschillende culturen”. We zijn niet gelijk en zullen het (gelukkig) ook niet worden. Effectief internationaal samenwerken gebeurt op de diepere niveaus waar we juist stuiten op die impliciete verschillen en verwachtingen. En op die diepteniveaus focus ik me in al mijn werk. Want intercultureel vakmanschap gaat niet over do’s and don’ts of landenkennis, maar over het doorgronden van de culturele dimensie van menselijke interactie.