
Vice Versa 1 2014 is uit: In de houdgreep van de investeringsverdragen
Nederland is berucht vanwege haar reputatie als belastingparadijs voor multinationals. Minder bekend is ons dubieuze trackrecord op het gebied van IBO’s ofwel investeringbeschermingsovereenkomsten. Deze maken het mogelijk dat ontwikkelingslanden jaarlijks miljoenenclaims van grote bedrijven aan hun broek krijgen. Roeline Knottnerus van SOMO en Pietje Vervest van Transnational Institute maken ons wegwijs in het nieuwste nummer van Vice Versa, dat voor een groot deel in het teken staat van handelspolitiek.
Na schuldaflossing en belastingontwijking, blijkt opnieuw dat er uit ontwikkelingslanden miljoenen aan dollars terugvloeien naar rijke landen. Dit wordt mogelijk gemaakt door zogenaamde bilaterale investeringsverdragen, waarvan er wereldwijd zijn meer dan 3000 zijn investeringsverdragen gesloten. Deze constructie wordt in het nieuwste nummer van Vice Versa door Roeline Knottnerus van SOMO en Pietje Vervest van Transnational Institute haarfijn uit de doeken gedaan.
De verdragen maken het mogelijk dat multinationals middels eengeschillenbeslechtingsmechanisme landen voor een tribunaal dagen als de overheid overgaat tot wetgeving die hen niet aanstaat. Zo kon het gebeuren Ecuador 1,77 miljard dollar moest betalen aan het Amerikaanse Occidental Petroleum en Uruguay voor het tribunaal werd gedaagd omdat sigarettenfabrikant Philip Morris vond dat het Uruguyaanse anti-rookbeleid haar rechten als investeerder schaadde.
Sinds eind jaren negentig zien we in de wereld een golf aan claims verschijnen, van 38 in 1996 tot 500 in 2012. Nederland blijkt, net als op het gebied van belastingontwijking, een dubieus track record te hebben. De Nederlandse investeringsverdragen bieden naar internationale maatstaven erg uitgebreide bescherming en dat zorgt voor een golf aan treaty shoppers: bedrijven die zich hier alleen op papier vestigen om zich van Nederlands bedrijfsvriendelijke belasting-en investeringsverdragen te bedienen.
Terwijl de aandacht voor het fenomeen lange tijd laag was, is er recentelijk meer aandacht voor gekomen, nu ook blijkt dat bedrijven westerse landen meer een meer aanklagen. Volgens Vervest en Knottnerus moet het systeem op schop en zij roepen de Nederlandse regering dan ook op het geschillenbeslechtingsmechanisme te begraven.
Vrijhandelsverdragen
Nog veel meer over handelspolitiek in dit nummer. Zo vat Stefan Verwer de recente WTO-geschiedenis samen en roept de ontwikkelingssector op zich feller te mengen in de strijd voor eerlijke handel. Al decennialang is beleidscoherentie immers een streven van het Nederlandse en Europese ontwikkelingsbeleid, maar toch is er steeds minder aandacht voor hoe internationale handelsregels de economische ontwikkeling van ontwikkelingslanden belemmeren.
Redacteur Selma Zijlstra gaat op zoek naar de consequenties van de ‘megadeals’: het Transatlanic Trade and Investment Partnership (TTIP) tussen de EU en de VS en het Trans-Pacific Partnership (TPP) tussen landen rondom de Pacifische Oceaan. De verdragen krijgen kritiek vanwege hun vermeende gebrek aan transparantie, onderbelicht blijft het effect op ontwikkelingslanden. Verscheidene studies tonen aan dat hun export wel eens zwaar zou kunnen lijden door de megadeals. En heeft de WTO nog wel toekomst in een wereld met megadeals?
Ghana
Daarnaast twee reportages van Eva Huson uit Ghana. Zij ging op zoek naar het effect van het belangrijkste punt uit het in december gesloten WTO-akkoord: de deal op handelsfacilitatie, wat tot doel heeft douaneprocedures sneller en transparanter te maken. Het akkoord werd jubelend ontvangen door de WTO-leden: het zou ook ontwikkelingslanden immers ten goede komen. Maar in de haven van Ghana blijkt dat daar, naast de duidelijke voordelen, toch ook wel kanttekeningen bij te zetten zijn.
Verder peilde ze de mening in Ghana over de European Partnership Agreements (EPA’s) met de Europese Unie. Eind vorige maand werd er consensus bereikt tussen de EU en ECOWAS, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse staten). Maar niet iedereen is er even blij mee. Wat de EPA Ghana oplevert is niet met zekerheid te zeggen. Zo is het nog maar de vraag of een markliberalisering van 75 % meer banen creëert of dat er juist banen door verloren gaan.
En verder…
Verder in dit nummer onderwerpen Marc Broere en Ellen Mangnus Cordaid-directeur Simone Filippini aan de dokterseed van Hippocrates. Zij pretenderen immers met hun organisaties de wereld beter te maken. ‘Ik hou ervan om niet in hoge abstracties te blijven hangen.’ Het eerste deel van een interviewserie.
Daarnaast wordt het Nederlandse fragielestaten beleid kritisch onder de loep genomen. De Nederlandse inzet van defensie, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking in fragiele staten is volgens de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) goed geïntegreerd. Maar ook te ambitieus, te kortstondig en te veel vormgegeven vanuit een westers idee over hoe een samenleving hoort te functioneren. Buitenlandse Zaken zegt de geleerde lessen toe te passen in Mali. Maar heeft Nederland wel de capaciteit om zich in conflictlanden te begeven?
Een dubbelinterview met Sara Kinsbergen, die onlangs promoveerde op particuliere initiatieven, en Ingeborg Denissen, promvendus op mondige bewoners van Mexico-Stad en Khartoum, zoekt antwoord op de vraag: wat gebeurt er als burgers het heft in eigen hand nemen? Twee heel verschillende onderzoeken, maar met een overeenkomst in de conclusies: het gevaar van de vicieuze cirkel.
Verder sommen redacteuren Siri Lijfering en Jody van Diemen de hoogtepunten van het Reframing debat op, reflecteert ontwikkelingseconoom Ellen Mangnus kritisch op ongelijkheid en hekelt Jan Pronk het argument dat vluchtelingen uit Syrië maar beter in de regio opgevangen kunnen worden.
Neem nu een abonnement op Vice Versa en krijg dit nummer thuisgestuurd! Inclusief het boek ‘Minder Hypes, Meer Hippocrates’ van Marc Broere en Ellen Mangnus.