
‘Diamonds are forever’, maar succes niet
- Annette Hoeksema
Deze week komt de nieuwste Vice Versa uit die voor een groot deel in het teken staat van handelspolitiek. In aanloop daarnaartoe publiceert Vice Versa op de website een serie reportages over handelspolitiek in Afrika. Vandaag Botswana: een land dat hét succesverhaal van Afrika zou zijn. Botswana na haar onafhankelijkheid tot 1999 een gemiddelde groei van 9 procent per jaar kunnen bereiken, maar er is ook een andere kant van de medaille. Bijna een kwart van de Botswaanse bevolking is werkloos. Bovendien is de economie weinig gediversifieerd en loopt de handel met de EU maar stroef. Wat heeft de handelsliberalisatie na de onafhankelijkheid Botswana nu werkelijk opgeleverd?
Van de glorie van ons beroemdste biermerk is weinig te merken als je over de gebroken groene flesjes heenstapt, een weg banend van de Botswaanse boerderij naar de weide. Boeren in dit land hebben weinig om handen. Ze hebben weinig vee en al helemaal geen geld voor goede technologie waarmee ze efficiënt hun bedrijf zouden kunnen runnen. In plaats daarvan zitten ze in de zinderende zon te wachten tot de koeien klaar zijn met drinken uit een zelf-geslagen put.
Om de tijd wat te doden drinkt menigeen alcohol of geniet van illegale wiet. Het is een treurig aangezicht, maar het is werkelijkheid voor vele Botswaanse kleine boeren. Als je verder loopt, door de dorre woestenij heen, heb je grote kans kleine groepjes rondzwervende mensen tegen te komen. Deze mensen zijn werkloos en worden ingehuurd door de staat om hekken te bouwen – dit in het kader van werkverschaffing. Voor een maand lang palen in de grond slaan krijgen ze 400 pula, wat gelijk is aan ongeveer 34 euro. Dit zijn jonge mensen, maar ook oude grijsaards die zulk lichamelijk werk slecht aankunnen.
Op de vraag of er een foto gemaakt mag worden, antwoorden ze meteen dat ze eerst willen weten hoeveel ze ervoor krijgen. ‘Jullie worden rijk van deze foto, maar wat krijgen wij?’ Geen rare vraag, al helemaal niet als die gericht is aan iemand met een camera van enkele honderden euro in de handen.
Luxe winkelcentra
Toch staat Botswana niet bekend om armoede. In tegendeel, Botswana is zuidelijk Afrika’s pareltje. Of beter gezegd, sprankelende diamant, want daar staat het land namelijk wél bekend om. In 1967, een jaar nadat Botswana onafhankelijk werd van haar Britse overheersers, werden de eerste diamanten ontdekt. Niet lang daarna werden er op drie andere plekken in het land ook diamanten gevonden en mijnen gebouwd. Vanaf de jaren ’80 is Botswana ’s werelds grootste diamantproducent. Samen met rundvleesexporten en toerisme is dit de grootste inkomensbron van het zuidelijk Afrikaanse land.
De Botswaanse regering heeft bewezen weinig corrupt te zijn (in 2010 was Botswana het minst corrupte land van Afrika volgens het Transparency International Corruption Perceptions Index). Derhalve heeft de regering geïnvesteerd in een goed wegennetwerk, educatie, informatievoorzieningen en anti-aids campagnes. Met de instroom van financiën uit diamanten kwamen ook meer zichtbare veranderingen. Binnen de tijdspanne van een generatie werd de huidige hoofdstad, Gaborone, uit de grond gestampt. Geen stoffig dorpje meer, maar een stad van formaat, met enkele Dubai-achtige gebouwen, luxe winkelcentra en bedrijvenparken. Deze veranderingen waren nodig omdat Botswana haar economie aan het liberaliseren was en zich aan de wereldmarkt en de westerse investeerders aan moest passen.
In tegenstelling tot veel andere Afrikaanse landen, vond de handelsliberalisatie niet plaats onder dwang door instanties als de Wereldbank of het Internationaal Monetair Fonds (IMF), maar vanuit een vrijwillige beweging richting de liberale wereldmarkt. Zodra de diamantmarkt op gang kwam, was de noodzaak om deze waardevolle stenen kwijt te kunnen vrij snel evident. Maar wat leverde die handelsliberalisering en exportgeleide groei nu precies op?
Afhankelijkheid
In elk geval nog een goede technologische voorzieningen, volgens Justice Mokgosi van het New Hope Youth Trust, een plaatselijke ngo. ‘We lopen op technologisch gebied nog steeds achter. Internetverbindingen zijn niet betrouwbaar. Stroom is niet betrouwbaar. Er is soms weinig toegang tot deze voorzieningen.’ Dit zijn stuk voor stuk problemen die het minder aantrekkelijk maken voor buitenlandse investeerders om naar Botswana te gaan.
Hoewel Botswana zeker geen klein landje is (ongeveer 14 keer zo groot als Nederland) en ’s werelds grootste diamantmijn heeft, heeft het niet per se de sterkste positie in haar regio. Dit komt omdat het land grenst aan Zuid-Afrika, dat domineert op gebied van technologie, politiek en dankzij wijlen Nelson Mandela tevens in handel met Europa. In 1999, vlak voordat Mandela met pensioen ging, besloot de EU een verdrag te ratificeren dat een vrijhandelszone van 90 procent tussen de twee gebieden tot stand bracht.
Zuid-Afrika geniet nog steeds een voordelige handelspositie met de EU ten opzichte van Botswana en andere naburende landen in de Southern African Development Community (SADC). Deze organisatie die regionale integratie poogt te bevorderen bestaat uit 15 landen in Zuidelijk Afrika, waaronder Angola, Malawi, Namibië en Zimbabwe. Deze voordelige positie is ten dele te danken aan het feit dat Zuid-Afrika een haven heeft. Een haven waar Botswana afhankelijk van is in haar exporten naar Europa.
Dit is echter niet het enige waar Botswana afhankelijk van is. In het proces van handelsliberalisering heeft het zuidelijk Afrikaanse land haar grenzen verder geopend, maar zich weinig gericht op diversificatie van de economie of op het exporteren van verwerkte goederen. Dit, terwijl verwerking van ruwe goederen banen creëert in fabrieken, transport en distributie. ‘We lopen geld mis. Wij exporteren koeienhuiden naar Italië, waar er schoenen van worden gemaakt, die wij voor enorme prijzen weer importeren. Dat is gewoon zonde. We moeten onze economie diversifiëren. De regering moet veranderen’, zegt uitgever Kwenantle Gaseitsiwe.
Hobbelige weg naar diversificatie
De overheid probeert daar nu verandering in te brengen en de Botswaanse diamantenhandel hoger op de productieladder te brengen. Maar die weg is niet zonder hobbels. De export van ruwe diamanten beslaat ongeveer driekwart van het totaal aan Botswaanse exporten. De winning van diamanten geschiedt via een samenwerking tussen de Botswaanse overheid en deBeers, een internationaal bedrijf dat ook mijnen heeft in bijvoorbeeld Canada en Zuid-Afrika.
In de herfst van 2013 verhuisde de diamantverkoop van de deBeers van Londen naar Gaborone. De komst van diamanten en diamanthandelaren zouden meer banen en een doorstroom van grote sommen geld opleveren in Botswana. De Botswaanse overheid kreeg deBeers zover simpelweg door de handen op te gooien en te zeggen: ‘no processing, no rough’ (geen verwerking, geen ruwe diamanten).
De samenwerking, onder de naam Debswana, gokt dat een diamantenstroom ter waarde van enkele miljarden euro’s elk jaar door Gaborone zal gaan. Helaas maakt de huidige stijging in werkgelegenheid weinig significant verschil. Volgen Grynberg, van onderzoeksinstituut BIDPA, zijn er ongeveer 3.500 slijpers werkzaam in de Botswaanse diamantsector. ‘Maar slechts één procent van het slijpen wordt in Gaborone gedaan, de rest in India. Er zijn maar liefst 600.000 – 800.000 slijpers.’
Het aantal slijpers in Botswana kan natuurlijk stijgen, maar dan zal de kennis en expertise wel moeten verbeteren. ‘De grote diamanten kunnen prima worden geslepen in Botswana, maar de kleinere diamanten zijn moeilijker te bewerken, en Botswaanse slijpers hebben hier de ervaring nog niet voor’, voegt Grynberg toe.
Dan is er ook nog het punt dat verwacht wordt dat rond 2040 de mijnen op zullen raken. Volgens Grynberg is dit een hele lange tijd voor een economie. Toch is de afhankelijkheid van diamanten gevaarlijk. ‘Het kost nu 10 cent om een dollar aan diamanten te krijgen. Maar naarmate het moeilijker wordt om bij de diamanten te komen, hoe lager de winsten zullen worden. Als de mijnen op zijn zal niemand hier meer zitten.’
Varda Shine, vice-president van Global Sightholders Sales, een bedrijf dat diamanten op waarde schat, ziet het anders. ‘Als de diamanten hier op zijn, zal de verkoop in Gaborone door blijven gaan, maar dan van diamanten uit andere deBeers mijnen.’ De comfortabele positie die Botswana op dit moment geniet, zal dan echter verdwijnen. Geldt de regel dan ook andersom? No rough, no processing?
Lastige handelspartner
Naast interne barrières loopt Botswana tegen internationale handelsbarrières aan. Zo is het land van plan om in 2014 een Economic Partnership Agreement (EPA) te tekenen met de EU. Of het dit als land apart, of als onderdeel van de SADC zal doen is nog niet duidelijk; de onderhandelingen zijn nog steeds gaande. Eén ding lijkt al wel duidelijk te zijn: de EPA zal het gebruik van belastingen op exportproducten verbieden, terwijl Botswana juist veel geld verdient met exportbelastingen op onder andere de diamanten. Exportbelastingen zijn een manier voor de regering om inkomsten te genereren uit buitenlandse bedrijven, zoals deBeers. Botswana staat voor een bijna onmogelijke afweging: is de handelsrelatie met de EU belangrijker dan de nationale belangen in de diamantsector.
Maar de EU blijkt een lastige handelspartner. Botswana ondervindt veel non-tarifaire hinder van de EU in de rundvleesindustrie. Botswana is een land dat voor een groot deel cultureel en voor een klein deel economisch gebaseerd is op landbouw en specifiek rundvlees. Ongeveer driekwart van al het rundvlees uit Botswana, met een waarde van meer dan 100 miljoen dollar per jaar, wordt naar de EU geëxporteerd. De EU legt strikte regels op haar rundvleesimporten. Regels die erg moeilijk na te leven zijn in een weinig geïndustrialiseerd land als Botswana. Zo moeten er archieven bij worden gehouden, met de geschiedenis van de gezondheid van de dieren en de plekken waar ze zijn geweest. Deze methode noemen ze ‘from farm to fork’. Elk jaar worden er strenge inspecties gehouden. Grote boerderijen zijn ontruimt vanwege minimale aanwijzingen van Mond-en Klauwzeer. De regels kosten tijd, mankracht, en geld.
Deze barrières leiden ertoe dat economische vooruitgang stugger verloopt dan gewenst en dat het land te kampen krijgt met politieke en economische dilemma’s. Liberalisering heeft de Europese markt voor een groot deel geopend, maar deze kans heeft een vervelend randje: regels, controles, handelsbeperkingen, en verminderde invloed op nationaal beleid. De grote vraag is hoe afhankelijk Botswana precies is, achtenveertig jaar na de onafhankelijkheid.
Grynberg werpt wat licht op de geschiedenis: ‘Als je Botswana wil begrijpen moet je naar het monument gaan. Het representeert de drie mannen die Botswana, toen het nog onafhankelijk was, hebben “verkocht” aan de koningin van Engeland. Ze boden haar Botswana aan op een gouden schaaltje. De Engelsen stemden in en Botswana werd hun protectoraat. In de eerste instantie leek het alsof ze Botswana de rug hadden toegekeerd, maar veel later werd duidelijk dat deze actie Botswana heeft gered. Zonder “grote broer” Engeland waren we prooi geworden van Zuid-Afrika en hadden we de apartheid wellicht mee moeten maken. Onafhankelijkheid in Botswana heeft een andere betekenis dan in veel andere Afrikaanse landen.’
Onzekere rijkdom
De liberalisering van de economie en de ontdekking van de diamanten hebben van Botswana een Afrikaans succesverhaal gemaakt. Dit succes is echter niet voor iedereen. Het openbaar vervoer is een chaos van verschillende bedrijven, routes, tijden en bussen. Jongeren hebben weinig toegang tot vakspecifieke opleidingen waardoor er hoge werkloosheid ontstaat. Technologische achterstand zorgt ervoor dat kleine boeren in droge gebieden niet kunnen welvaren. Dit, terwijl er wel links en rechts nieuwe overheidsgebouwen oprijzen.
En dit succes is ook zeker niet voor altijd, in tegenstelling tot dat sprankelende juweel dat volgens menig lied ‘forever’ is. Handelsliberalisering heeft Botswana rijkdom gebracht, maar een wispelturige, scheve en onzekere rijkdom. Botswana heeft zelfstandig haar economie gediversifieerd, maar de grote vraag is nu: kan Botswana daarmee ook duurzame economische vooruitgang boeken?
Over Botswana:
– Bruto Nationaal Product: $ 14.50 miljard (2012)
– Groei BNP: 4,2 % (2012)
– Werkloosheid: 17,5 % (2012)
– Percentage mensen onder de armoedegrens: 30,9 % (2003)
Bron: Wereldbank
Dit artikel kwam tot stand in het kader van het Beyond Your World programma van Lokaalmondiaal.
Wilt u de Vice Versa ontvangen met het katern over handelspolitiek? Meldt u dan snel aan en krijg de Vice Versa deze week nog door de brievenbus.