
Coolcat, de Coopman en de Dominee
Wie terugblikt over de werkzaamheden van Minister Ploumen in 2013, ontdekt dat zij in de media de meeste aandacht kreeg voor haar inzet voor eerlijker kleding. Het bevorderen van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen neemt ze nadrukkelijker en zichtbaarder ter hand dan haar voorganger Knapen. Tegelijk kun je soms afvragen: Is er nieuws onder de zon? Evert-Jan Brouwer kwam dankzij Minister Ploumen toevalligerwijs een 17de-eeuwse publicatie tegen waarin hij verrassend actuele inzichten ontdekte.
‘Schandalig. De minister is net een zeemeeuw. Ze schijt op je hoofd en dan vliegt ze door.’ Sorry voor de lezers, het zijn niet mijn woorden. De onparlementaire spreker is de directeur van kledingbedrijf Coolcat, die minister Ploumen van handel en ontwikkelingssamenwerking wraakt. Zij had kort daarvoor Coolcat gekapitteld omdat ze nog steeds niet een akkoord hadden getekend voor brandveiligheid in Bengaalse textielfabrieken. Andere bedrijven hadden het al wel gedaan, in reactie op meerdere dodelijke rampen in die fabrieken, waar heel wat van onze kleding vandaan komt. (Overigens heeft Coolcat uiteindelijk het akkoord alsnog getekend. Hier verantwoordt Coolcat zich over zijn MVO beleid.)
beeldspraak
In boeken over het Nederlandse buitenlandbeleid kom je nogal eens de beeldspraak tegen van de koopman en de dominee. Denk aan het boek Neutraliteit & vrijhandel van Duco Hellema, later omgedoopt tot Idealisme & eigenbelang. Soms voeren economische belangen de boventoon – de koopman. In andere periodes vertelt Nederland met opgeheven vinger andere landen hoe ze zich moeten gedragen – de dominee. Het bijzondere aan Ploumen is dat ze beide rollen wil vervullen. Zij wil handel bevorderen – de koopman. Maar die handel moet wel eerlijk zijn, mensen moeten een fatsoenlijk loon krijgen, de werkvloer moet veilig zijn en het milieu mag niet aangetast worden – de dominee. Het nieuwe is dat de dominee nu niet alleen meer buitenlandse regeringen aanspreekt, maar ook bedrijven van eigen bodem. De opgeheven vinger zwaait alle kanten op.
Als minister zoveel met bedrijven op handelsmissie gaan, naar Azië, Afrika en Latijns Amerika. En tegelijk zo fel bedrijven als Coolcat, Wibra en Prenatal kapittelen vanwege vermeend wangedrag. Ik heb het nog niet eerder gezien, terwijl ik onze buitenlandpolitiek al heel wat jaartjes volg. Niet bij Van Ardenne, niet bij Herfkens, niet bij Koenders en zelfs niet bij Knapen – hoewel laatstgenoemde er zeker een flinke impuls aan gaf. Er is nog nooit zoveel aandacht geweest voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
Niet om nieuwe dingen
En toch gaat het hier niet om nieuwe dingen. Niet lang geleden bezocht de minister India, samen met het bedrijf Schouten Europe uit Giessen, dat als producent van Goodbite vleesvervangers nieuwe klanten in India wilde maken. Na haar reis schreef de minister een column over haar inspiratie om eerlijke handel te bevorderen, met oog voor arbeidsomstandigheden, mensenrechten en milieu.
In dezelfde week las ik in het Reformatorisch Dagblad een interview met historicus F.W. Huisman. Hij vertelde hoe de baas van Schouten Veevoeders uit Giessen, een behoudende protestantse christen, in 1971 aan zijn werknemers een boek van de Puriteinse predikant Christopher Love (1618-1651) cadeau deed, getiteld: ‘Eens coopmans onderrichtinghe’. Hij wilde dat zijn mensen zich zouden houden aan Love’s voorschriften voor eerlijk handeldrijven. Ik nam contact op met de Schouten Groep, en jawel, de Schouten Groep bleek historisch met het inmiddels niet meer bestaande Schouten Veevoeders verbonden te zijn. Frappant!
Heldere prijsafspraken
Mijn interesse was gewekt. Ik ging het prekenboekje lezen. Christopher Love had als predikant in het bedrijvige Londen heel wat handelaren onder zijn gehoor. Ze moeten tijdens het luisteren op het puntje van hun kerkbank gezeten hebben. De jonge predikant vindt dat ze heldere prijsafspraken moeten maken en zich daar aan houden. Wie op krediet koopt, moet niet te lang wachten met afbetalen, zeker niet als de crediteur armlastig is. De prijs moet eerlijk zijn; iedereen voelt in zijn geweten wel of hij de ander afzet of benadeelt. Zomaar een citaat: ‘Werk niet op de levensbehoeften van een arm mens die geld nodig heeft, om hem waren voor zo’n lage prijs te doen verkopen dat hij er niet bij leven kan. Dit is een zeer grote zonde en onderdrukking… Och, geliefden, hoe weinigen zijn er in de wereld die in dit opzicht in hun kopen nauwgezet zijn’.
Even verderop geeft hij die handelaren ervan langs die bij de slavenhandel betrokken zijn. ‘Koop geen mensen tot slaven, want dat wordt door de profeet Amos bestraft: Dat wij armen voor geld mogen kopen en de behoeftige om een paar schoenen’. Overigens was hij in zijn tijd niet de enige predikant die al – ver voor de daadwerkelijke afschaffing van de slavernij – het fenomeen als zodanig afkeurde. Het zou nog tot 1807 duren voordat Engeland een wet aannam die de slavernij illegaal verklaarde, onder aanvoering van de parlementariër William Wilberforce. In Nederland ging het net zo. Nederlandse tijdgenoten van Love brachten vanaf de preekstoel dezelfde boodschap, maar politieke en juridische actie liet nog tot de 19de eeuw op zich wachten. Hoe dan ook, Love stond midden in zijn tijd, en was tegelijk zijn tijd ver vooruit.
Nieuw jasje
Ik kreeg bij het lezen van Christopher Love’s boekje het gevoel van de Prediker: ‘Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon’. Veel van wat Love aankaart, dient zich momenteel in een nieuw jasje aan. Kennelijk zit er iets hardnekkigs in de menselijke natuur, zodat er in elke tijd koopmannen zijn die het verdienen van de dominee op hun dak te krijgen. Alleen heeft die dominee niet altijd meer een theologieopleiding genoten, draagt hij geen preekjas en is het ook niet altijd meer een ‘hij’. Het kan de OESO zijn, de ILO, Slavery Footprint, de Schone Kleren Campagne, of – jawel – de Minister.
Ondanks mijn déjà-vu gevoel vind ik het bemoedigend dat er in elke tijd ondernemers zullen zijn die geraakt worden door zo’n boodschap als die van Love. De ene ondernemer geeft daar blijk van door met veel tamtam te verkondigen aan welke standaarden hij voldoet, de ander doet het in stilte en noemt het misschien niet eens MVO, maar doet er minstens zo veel aan.
Praktische adviezen
Christopher Love liet het niet bij analyses en aanklachten, hij gaf praktische adviezen aan de handelaars in zijn kerk. Met Love in mijn achterhoofd zeg ik: de Coopman luistert niet altijd naar de Dominee. De Dominee kan een diepgravende analyse maken van wat er mis is, maar als hij de praktische vertaalslag niet maakt, luistert de Coopman niet. Dat krijg je als je teveel op zo’n hoge kansel staat en er te weinig af komt om te praten met je hoorders. Die voorbeelden zijn er ook in MVO-land.
In het verleden is er teveel een pendulebeweging geweest in het Nederlands buitenlandbeleid. Dan overheerst het economische belang, dan weer het idealisme. Ik hoop dat we in 2014 meer zullen zien van een vruchtbare wisselwerking tussen die beide. Daar heb je mensen als Love voor nodig, met of zonder theologieopleiding, met of zonder preekjas, man of vrouw.
Evert-Jan Brouwer, politiek adviseur Woord en Daad