
Cijfers nauwelijks aan de orde tijdens eerste termijn begrotingsdebat
Tijdens de eerste termijn van het begrotingsdebat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ging het – anders dan de naam doet vermoeden – niet zoveel over cijfertjes. De leden van de Kamercommissie herinnerden minister Ploumen vooral aan eerdere vragen, prezen of kraakten haar keuzes, vroegen naar haar visie voor 2014 of opperden een aantal zaken te heroverwegen.
‘Dit is toch een begrotingsdebat? Waarom wordt er dan zo weinig gesproken over de historische bezuinigingen?’ Halverwege de speech van CDA-woordvoerder Agnes Mulder interrumpeert GroenLinks-fractievoorzitter Bram van Ojik zijn collega om zich hardop af te vragen waarom er amper wordt stilgestaan bij het afgeroomde ontwikkelingssamenwerkingsbudget. ‘Wat betekent de fatsoensnorm van 0,7 procent bijvoorbeeld nog voor het CDA?’, wil Van Ojik weten. Desgevraagd antwoordt Mulder dat de norm, die later het hoofdonderwerp van Van Ojik’s betoog vormt, wat haar partij betreft niet langer heilig is. ‘Het belangrijkste is niet het doel, maar de resultaten die we willen boeken. Het maakt het CDA niet uit of dit met een budget van 0,6 of 0,8 procent gebeurt’, legt zij tot teleurstelling van Van Ojik en Joël Voordewind (ChristenUnie) uit. Laatstgenoemde wil na Mulders statement op zijn minst weten of zijn ‘vijftig miljoen-amendement ‘ – waarbij vijftig miljoen wordt overgeheveld van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) naar het reguliere ontwikkelingssamenwerkingsbudget – wél op goedkeuring van de christendemocraten kan rekenen. ‘Hier staan wij niet onwelwillend tegenover’, laat Mulder hem weten. Waarna zij haar betoog hervat.
Hoewel het debat van woensdag stond aangekondigd als de eerste termijn van de begrotingsbehandeling, was er niet veel verschil te merken met een regulier debat van de Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Goed, er werd dit keer in de Plenaire Zaal gediscussieerd en op verscheidene momenten kwam het budget uiteraard ter sprake. Ook deden bepaalde kwinkslagen in speeches vermoeden dat de voordragers net iets meer tijd in het schrijfwerk hadden gestoken. Verder leek het business as usual en vroegen de aanwezigen om meer aandacht voor vrouwen- en LGBT-rechten, kwam het veiligheidsakkoord voor kledingfabrieken ter sprake en wezen zij op de negatieve gevolgen van het eventuele vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten.
Abracadabra
Waar een aantal van de sprekers het ook over eens lijkt te zijn, is dat Ploumen met een aantal beschouwingen op haar beleid op de proppen moet komen. ‘We zijn nu een jaar onderweg, dat lijkt mij een mooi moment om u te vragen hoe u naar uw ervaringen met de combinatie van hulp en handel kijkt’, vraagt Kees van der Staaij (SGP) aan minister Ploumen. Anderen kiezen voor een duidelijk fellere toon. Zo krijgt Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) steeds meer de indruk dat Ploumen ‘één ziel met twee gedachten’ is. ‘Ondanks de goede hulpbedoelingen, kiest u ook voor een agressieve en ecologisch onverantwoorde exportstrategie’, bijt zij de minister toe.
Anderen zijn niet alleen tevreden met beschouwingen, maar willen ook dat Ploumen gaandeweg resultaten laat zien. ‘Meer doen met minder klinkt heel mooi, maar we weten het allemaal: het werkt gewoon niet’, stelt Voordewind, die hoopt dat zijn amendement voor een kentering zorgt en dat Nederland, net als Engeland, teruggaat naar de 0,7-procentnorm. Sjoerd Sjoerdsma (D66) gooit op zijn beurt olie op het vuur door te stellen dat 2014 ‘de lakmoesproef’ voor minister Ploumen wordt. ‘Gaat zij de boeken in als de minister die keihard bezuinigde of als de beleidsvrouw die effectief hulp en handel met elkaar wist te combineren?’, vraagt hij zich aan het eind van zijn rede af.
Daarvoor heeft Sjoerdsma nogmaals zijn zorgen over het DGGF uitgesproken. ‘Het bedrijfslevenfonds, het klonk allemaal te mooi waar te zijn…en dat is het ook. Waar het publiek eerst nog even in verroering werd gebracht, bleek het fonds al snel te veel abracadabra te zijn.’ Sjoerdsma wil dan ook exact weten wat de minister met het DGGF van plan is.
Agnes Mulder stelt dat het DGGF een allegaartje is en pleit ervoor om het derde spoor (financiering voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf dat wil exporteren naar lage- en middeninkomenslanden) uit het fonds te schrappen. ‘Kan de minister mij vertellen waarom exportfinanciering onder dit fonds valt? Dit is niet logisch. En hoe wil zij het geld voor technische assistentie bij spoor 3 inzetten?’.
Kijk naar Noorwegen
Een andere uitgesproken tegenstander van het DGGF, SP’er Jasper van Dijk, vraagt Ploumen op een originele wijze naar haar inzet voor de armen. Hij verwijst hierbij naar het hoofdartikel op de voorpagina van Trouw van woensdag, waarin gesteld wordt dat Paus Franciscus radicaal voor de armen kiest. ‘Zou daar ook kunnen staan, ‘Ploumen kiest radicaal voor armen’?’, vraagt Van Dijk de minister. De socialist wil duidelijk van Ploumen weten waar zij aan het eind van haar ambtstermijn graag op terug wil kijken. Daarnaast raadt hij de minister aan de ontwikkelingsnota van haar Noorse evenknie te lezen. De Noren durven volgens Van Dijk veel duidelijker te kiezen voor een sociale in plaats van neoliberale aanpak, met een beleid gebaseerd op eerlijke handel, democratie en solidariteit.
Regeringspartijen PvdA en VVD spreken vol lof over de wijze waarop Ploumen een brug weet te slaan tussen hulp en handel. Niets nieuws onder de zon, al zorgt VVD-woordvoerder Ingrid de Caluwé aan het eind van haar betoog voor enige opschudding door te stellen dat Nederland in tegenstelling tot andere landen onevenredig veel noodhulp aan Syrië heeft verleend. De gift van zeventien miljoen euro aan Syrië heeft er bovendien voor gezorgd dat het geld in het noodhulppotje bijna op is. ‘Misschien moet Nederland voordat het zoveel geld doneert eerst andere landen op hun verantwoordelijkheid wijzen. Wij hoeven niet altijd als eerste de portemonnee te trekken en kunnen net zo goed druk op andere landen uitoefenen zodat zij eens meer geld geven. Op deze manier blijft er weinig van het budget over’, zegt De Caluwé, die met haar uitspraken bij met name Van Ojik, Sjoerdsma en Thieme ergernis wekt.
De verontwaardiging ebt echter weg zodra Roelof van Laar (PvdA) als vervanger van Marit Maij zijn maidenspeech houdt over zijn werk als oprichter van de organisatie Stop Kindermisbruik (Free A Girl). Op dat moment bestaat er enkel nog waardering voor het verhaal van een collega. Debatteren op het scherpst van de snede gebeurt tijdens de tweede termijn wel weer, als minister Ploumen de vragen van de Kamerleden zal beantwoorden.