
‘Het wordt druk op het maatschappelijk middenveld’
Een halvering van het budget, strategische partnerschappen en het accountability fund. Door de beleidsbrief ‘Samenwerking met het maatschappelijk middenveld in een nieuwe context’ weet het maatschappelijk middenveld waar het vanaf 2016 aan toe is. Hoewel de brief inhoudelijk op veel bijval kan rekenen, vraagt de sector zich wel af hoe Ploumen haar ambities financieel wil bolwerken.
Opluchting. Dat is wat heerste bij Hivos toen zij de 12-pagina lange beleidsbrief van minister Ploumen hadden doorgelezen. Met de ambities van de minister kan de organisatie wel wat, al plaatst het ook enkele vraagtekens. ‘Inhoudelijke is het een sterke brief, Ploumen lijkt een aantal juiste, goed onderbouwde keuzes te maken. In die zin is er veel lof en veel waardering’, zegt woordvoerder Roman Baatenburg in een eerste reactie. Met name Ploumens voornemen om in te zetten op pleitbezorging en beïnvloeding door intensief met het maatschappelijk middenveld samen te werken kan op de goedkeuring van Hivos rekenen. ‘Op die politieke functie speelt Hivos al jaren in’, legt Baatenburg uit.
Het financiële kader waarbinnen Ploumen haar ideeën wil uitvoeren baart Hivos echter zorgen. ‘Goedbeschouwd heeft het wel heel weinig vet op de botten en daardoor wordt het druk, eigenlijk te druk op het maatschappelijk middenveld’, stelt Baatenburg. ‘Ook rijmt Ploumens lofzang op het maatschappelijk middenveld natuurlijk niet met de harde bezuinigingen die zij nu doorvoert. Hetzelfde gebeurt op het gebied van accountability. De minister benadrukt het belang hiervan, maar reserveert er maar 15 miljoen per jaar voor. Een bedrag dat nota bene via ambassades besteed moet worden, maar veel beter ter beschikking van maatschappelijke organisaties had kunnen worden gesteld.’ Ook ziet Baatenburg te weinig raakvlakken met thematische fondsen. ‘De brief zegt helemaal niets over de doelstelling en bijdragen voor bijvoorbeeld voedselzekerheid en klimaat. Wat de minister hier precies voor ogen heeft is nog een raadsel, dat mag zij nog wel even uitleggen.’
Nieuwe weg
Hivos is niet de enige organisatie waar de brief over het algemeen met tevredenheid ontvangen werd. Cordaid zegt blij te zijn met de ‘nieuwe weg’ waar Ploumen met haar beleid voor kiest. ‘Na het lezen van de brief kan ik stellen dat het proces een stuk opener is geworden dan waar wij voorheen inzaten’, stelt oud-Directeur van Cordaid René Grotenhuis. ‘Er is afscheid genomen van het wezenloos tellen en meten en gekozen voor innovatie, samenwerken en strategisch opereren, daar ben ik heel tevreden over. Echter, hoe dit allemaal gaat uitpakken kan ik natuurlijk niet voorspellen; the devil is always in the detail. Maar het is goed dat Ploumen belang hecht aan capaciteitsversterking en een sterke waakhondfunctie van de sector.’ Bij het afscheid nemen van een oude koers had Grotenhuis ook liever gezien dat Zuidelijke organisaties deel zouden nemen in de partnerschappen die Ploumen voor ogen heeft. ‘Daardoor blijven zij nog teveel in de rol van ontvanger of onderaannemer zitten. Omdat het partnerschappenfonds alleen toegankelijk is voor Nederlandse organisaties en het accountabilityfonds voor partners in het Zuiden, wordt de kans gemist om partners uit het Noorden en Zuiden samen op te laten trekken in een wereld waarin deze grenzen steeds meer vervagen. Dat is jammer, aangezien er eerder in de brief wel erkend wordt dat die ‘nieuwe’ wereld er is.’
De bezuinigingen waarmee de organisaties te maken hebben doen Grotenhuis niet zoveel. Of, beter gezegd, daar over praten vind hij een gepasseerd station. ‘Cordaid heeft zich al twee jaar geleden op die enorme bezuinigingen voorbereid, die discussie is toch wel een keertje afgelopen? Het verlaagde budget is wat mij betreft een gepasseerd station. Het hoort nu over de inhoud van de brief te gaan’, aldus Grotenhuis.
Hypocriet
Iemand die in elk geval niet tevreden is met de inhoud van de brief, is publicist en oud-directeur van Fairfood International Frank van der Linde. Al was Van der Linde voor de publicatie nog hoopvol gestemd. ‘Ploumen heeft een aantal keren gezegd dat zij een waakhondfunctie voor maatschappelijke organisaties ambieerde. Uit de brief blijkt echter dat de focus op het financieren van Zuidelijke waakhonden ligt, waardoor de mogelijkheid op een Nederlands tegengeluid een stuk minder groot wordt’, legt Van der Linde de vinger op de zere plek. ‘Na het lezen van de brief vraag ik me hardop af in welke mate het mogelijk is voor Nederlandse organisaties om met Ploumen’s geld onze eigen regering en Nederlandse bedrijven onder druk te zetten?’ Volgens Van der Linde staan daarvoor in de brief maar een paar verwijzingen. ‘Ze geeft aan dat het belangrijk is dat er een gezonde dialoog is binnen het strategische partnerschap. Dat is een beetje een dooddoener. Het is te hopen dat dat minimaal mag ja.’ aldus Van der Linde.
Wat Van der Linde echt tegen de borst stuit is dat het partnerschap toestaat om publiekscampagnes te financieren uit Ploumen’s budget, mits deze campagnes door beide partners gewenst zijn. ‘Dit heeft dus niets te maken met het financieren van tegenmacht waar we even op hoopten. In die zin zijn de mooie woorden over een waakhondfunctie een wassen neus’, zegt hij ferm. ‘Bijvoorbeeld, IKVPaxCristi mag echt niet met geld van Ploumen het exportbeleid ten aanzien van wapenhandel aanpakken. En al mag dat nu wel van Ploumen, dan is het nog maar de vraag of het van de volgende minister mag, want dit wordt per campagne bepaald. Maatschappelijke organisaties zijn nu dus overgeleverd aan de grillen van de politiek hetgeen totaal niet past bij een waakhondfunctie. Het is hypocriet dat Ploumen direct en indirect waakhonden wil financieren in andere landen, terwijl de waakhonden in Nederland zichzelf moeten bedruipen.’