
Een alternatieve reactie op de vluchtelingencrisis in Syrië
Volgende week, tijdens UNHCR’s 64ste ‘Executive Committee Meeting’ is er in Geneve een top over de ‘solidariteit en lastenverdeling’ met de landen die vluchtelingen in de regio opvangen. Het Westen neemt liever zelf geen vluchtelingen op, en de regionale respons blijft steken in nogal armzalige humanitaire hulp. Dit kan anders worden geïnterpreteerd, vindt Willem van de Put, directeur van Healthnet TPO, waardoor misschien het ‘R2P’ programma van VN – het recht op bescherming – eens tanden krijgt.
In Istanbul maakte ik onlangs deel uit van een groep van internationale trainers en studenten bij de cursus “Mental Health in Complex Emergencies”. Daabij waren ook Syrische humanitaire werkers van een reeks organisaties die in de hulpverlening werken te midden van de crisis. In de discussies rondom de vluchtelingencrisis kwam een indrukwekkende serie alternatieven voor geweld naar voren.
Tegen de achtergrond van de welkome diplomatieke initiatieven die zich nu afspelen werd opgemerkt dat ook de regeringen van Saoedi-Arabië en Qatar moeten worden aangesproken. President Obama’s oproep om de veto-rol in de Veiligheidsraad is een eerste stap naar een herwaardering van de rol van dit verouderde orgaan. Het is beter dat het hoogste internationale orgaan, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) die nu in New York bijeen is, directe actie onderneemt en om dit instituut uit het verleden heen werkt.
Rule of law
Het is belangrijk om de ‘rule of law’ te tonen. In de bijeenkomst van de Algemene Vergadering zou een poging moeten worden ondernomen om straffeloosheid aan te pakken. Met gebruik van de moderne technologie is er geen twijfel over het bestaan van de mogelijkheid om de individuele identiteit van de hele commandoketen in het Syrische leger die verantwoordelijk was voor de aanslagen met gifgas te identificeren. Die namen moeten openbaar worden gemaakt, en het moet luid en duidelijk zijn dat deze individuele soldaten tot en met hun opperste bevelhebber voor de rechter worden gebracht. Zij lopen het blijvende risico op elk moment naar het International Criminal Court (ICC) in Den Haag te worden gebracht – zoals iedereen aan elke kant van het conflict dat oorlogsmisdaden begaat. Dat mag symbolisch lijken, maar er gaat wel degelijk een remmende werking van uit voor de militairen.
Minder symbolisch en dringen nodig is ondersteuning voor de lokale burgercomités voor zelfbescherming (non – combattanten), die kunnen en moeten worden benaderd en ondersteund met onmiddellijke hulp, variërend van praktische informatie en medische hulp tot educatieve middelen en materialen en expertise om de infrastructuur te herstellen. Een permanente humanitaire hulplijn zal tegenwicht bieden voor de hulp van radicale groeperingen. Dit kan een riskante onderneming zijn, maar is zeker niet onmogelijk, en in termen van kosten en risico’s onvergelijkbaar beter dan de militaire optie. HealthNet TPO is bereid hieraan deel te nemen.
Troef
Verder zijn de meer dan 2 miljoen vluchtelingen die zich momenteel buiten Syrië bevinden misschien wel de grootste troef om verandering te bewerkstelligen. Het Westen bepleit steeds ‘regionale opvang’, en dat zou nu eens tot een serieus alternatief uitgewerkt moeten worden. Vanwege het apolitieke mandaat van de VN zullen ngo’s hierin het initiatief moeten nemen. Niet omdat ze partijdig zouden moeten zijn: wel omdat er grenzen zijn aan wat acceptabel is, zoals de kern luidt van het ‘Right to Protect’ programma van de VN: soevereiniteit is geen recht, maar een verantwoordelijkheid. De beroemde Internationale Gemeenschap heeft een donorrol – de ngo’s zouden zich moeten committeren aan meer dan alleen humanitaire hulp.
Vervang de huidige, zwakke en inefficiënte ‘noodhulp’ tot een sterke, internationaal gecoördineerde ‘geplande terugkeer’. De kennis die recentelijk is opgebouwd in ‘nation -building‘ kan worden toegepast in de voorbereiding en training van vluchtelingen in de opbouw van de instituties die essentieel zijn om Syrië tot een rechtsstaat te reconstrueren. Mensen kunnen worden geholpen bij de voorbereiding voor de organisatie van de openbare diensten, het gerechtelijk apparaat, en de planning van het herstel van de fysieke en sociale infrastructuur. Dit zal niet alleen de vluchtelingen motiveren en het bekende afhankelijkheidssyndroom voorkomen. Maar het zal ook de gezondheid en onderlinge relaties meetbaar verbeteren.
Zo’n gecombineerde aanpak waar natiestaten de ‘rule of law’ centraal stellen, en ngo’s de hulp aan vluchtelingen eigentijds interpreteren, kan een ontnuchterend effect in Syrië zelf teweegbrengen- waar de overheid zich zal realiseren dat de vluchtelingenpopulatie langzaam uitgegroeid tot een steeds beter geëquipeerde ‘force for change’, zolang de overheid deze geweldsituatie niet beëindigt.
De kosten en risico’s van dit alles zijn klein en beheersbaar in vergelijking met elke militaire optie. Naast de onmiddellijke impact op Syrië kan het ook helpen om de reputatie van het Westen in de Arabische wereld te verbeteren. En, last but not least, kan het de ontwikkeling van een nieuwe betrokkenheid markeren voor het werken met vluchtelingen.