‘Nog nooit zoveel rolstoelen in een VN-gebouw’

Sander Schot, programma coördinator Light for the World, is aanwezig bij de High Level Meeting over de post-2015 in New York. Hij gaat op zoek naar de betekenis van de top  voor mensen met een beperking. ‘Het zal niet vaak zijn voorgekomen dat er in een keer zoveel rolstoelers binnen het UN complex zijn. Je ziet dat overal gebarentaal wordt gebruikt, en dat blinde deelnemers met hun blinde stok in de hand door de rijen naar een plek worden geassisteerd. En, ze laten van zich horen.’

New York City. Terwijl ik samen met mijn zoontje Derk de kippen voer en we daarna naar de kleuterschool fietsen, komen de associaties makkelijk bovendrijven. Wall Street, het Vrijheidsbeeld, Central Park, de wolkenkrabbers, maar vooral ook: de belangrijkste standplaats van de Verenigde Naties. Mijn reisdoel is om de High Level Meeting on Disability & development “Break barriers, open doors” bij te wonen. Light for the World ismet een kleine delegatie gekomen uit Europa en partners uit India en Kenya. Maar wat mag ik eigenlijk van dit soort mega vergaderingen verwachten?

Rekha Kumari, een meisje uit India, laat daar geen misverstand over bestaan, als ze de gelegenheid krijgt om op die vraag te antwoorden. “Al die wetten die er zijn gemaakt om de rechten van mensen met een handicap te beschermen, zitten opgesloten in dikke boeken.” Zelf zittend in een rolstoel, spreekt ze over de barrières die ze zelf dagelijks ervaart: de moeilijkheden om met de rolstoel naar school te komen in de regentijd, het onbegrip van leraren en het ziekenhuispersoneel dat haar negeert. “In de praktijk”, stelt ze, “moet er nog heel veel gebeuren om mensen met een handicap dezelfde rechten te laten genieten, die anderen ook hebben.” En daar zal de High Level Meeting over moeten gaan: hoe krijgen we alle mooie beloften die zijn opgenomen in het VN-Verdrag voor mensen met een handicap, wetgeving en beleid vertaald in een praktijk die daadwerkelijk verschil maakt voor mensen met een handicap?

Luisteren naar mensen als Rekha is tegelijkertijd inspirerend en confronterend. Het gaat ergens om. Het is niet een kwestie van gunnen, maar van basale rechten. Daarnaast hebben we het hier over de grootste minderheidsgroep.  Maar liefst 15% van de wereldbevolking heeft namelijk een beperking en daarvan leeft 80% in ontwikkelingslanden.

Meer dan 1000 mensen maken hun opwachting tijdens de High Level Meeting op 23 september. Naast alle officiële delegaties uit de meer dan 190 landen die VN lid zijn, zijn er ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties van mensen met een handicap, en ngo’s. Het zal niet vaak zijn voorgekomen dat er in een keer zoveel rolstoelers binnen het UN complex zijn. En dat maakt het ook heel bijzonder. Je ziet dat overal gebarentaal wordt gebruikt, en dat blinde deelnemers met hun blinde stok in de hand door de rijen naar een plek worden geassisteerd. En, ze laten van zich horen. In de wandelgangen wordt druk gesproken.

Gezicht

Wel beschouwd staan alle officiële speeches die op de High Level Meeting worden uitgesproken natuurlijk al vast. Ook het zogenaamde Outcome Document met conclusies en aanbevelingen is al klaar voor dat de vergadering überhaupt gestart is. Maar door de in grote aantallen mensen met een handicap, is het niet alleen papier dat de werkelijkheid bepaald. Het onderwerp heeft een gezicht, en zit bijna letterlijk naast de mensen die de speeches houden.

Nederland heeft geen specifiek beleid op inclusie van mensen met een beperking in ontwikkelingssamenwerking en noodhulp. Landen als Nieuw0Zeeland, maar ook de Filippijnen en Mexico lopen voorop. Minister Ploumen is wel bij de opening van de High Level Meeting aanwezig maar moet daarna weer snel door naar een andere vergadering en ze houdt geen officiële speech. ’s Middags, bij een briefing voor Nederlandse ngo’s, spreekt ze de verwachting uit dat inclusie wordt meegenomen in de post-2015 plannen en verbindt ze haar beleid voor inclusieve groei met inclusie van mensen met een beperking. Dat is nieuw, en dat is winst.

Recent heeft DCDD een beleidsadvies geschreven voor minister Ploumen om ontwikkelingssamenwerking inclusief te maken, onder de titel: ‘Iedereen telt mee!’ Het belangrijkste is om mensenrechten en non-discriminatie als basisprincipe voor ontwikkelingssamenwerking en noodhulp op te nemen. Daarbij gelden gelijke kansen en gelijkheid in resultaten, zodat rekening gehouden wordt met individuele behoeften van mensen met een handicap. Een ander belangrijk punt is om mensen met een handicap zichtbaar te krijgen, door hen te betrekken in besluitvorming, onderzoek te doen naar uitsluiting, statistieken te verzamelen waar mensen met een handicap in staan gespecificeerd. Want hoe belangrijk het zichtbaar maken is, blijkt wel uit de High Level Meeting zelf.

Er moet nog veel gebeuren voordat Rekha Kumari en vele andere kinderen met een beperking, ongestoord naar school kunnen gaan, en kunnen genieten van andere rechten die voor anderen zo gewoon zijn. Heeft de High Level Meeting daar nu veel aan bijgedragen? Dat valt nog te bezien, maar het heeft het in elk geval een klein stapje dichterbij gebracht.

Sander Schot is programma coördinator bij Light for the World Nederland, een belangrijke pleitbezorger voor inclusieve ontwikkelingssamenwerking. Zij roept de Nederlandse overheid op om de uitkomsten van de VN-top om te zetten in beleid voor inclusieve ontwikkeling.

ViceVersa heeft begin 2013 een special uitgegeven: Vice Versa Leert over Inclusie