Corruptie in Kameroen: plukken of geplukt worden

Voordat antropologe Judith van de Kamp naar Kameroen vertrok was ze streng tegen elke vorm van corruptie. Het is een principe kwestie. Maar nu woont ze in een land waarin meewerken aan corruptie onvermijdelijk is en legt ze zich hier niet alleen bij neer, maar krijgt ze er ook steeds meer begrip voor.

‘Hebben jullie wat bijbels voor ons?’ Dat vond ik dan nog wel aandoenlijk, en moest er toen we vriendelijk ons hoofd schudden en verder reden hartelijk om lachen. Maar de meeste agenten bij roadblocks vragen om geld. Soms gaat dat indirect; “Je hebt geen rijbewijs bij je? Betalen!” maar in Kameroen gebeurt het net zo goed direct. Dus als je al je papieren op orde hebt of de agent heeft gewoon geen zin om een excuus te verzinnen, dan vraagt ‘ie gewoon: “Heb je wat geld voor me?”.

Verrekte moeilijk
Ik heb altijd gezegd dat ik nooit aan corruptie wil meewerken. Het is een principezaak, over en uit. Nou, hmm daar kom ik van terug. Een paar dingen vallen me op.

Om te beginnen is het verrekte moeilijk om niet aan corruptie mee te werken. Ga maar eens in discussie als een agent zegt dat je gevarendriehoek te oud is. Het is praten tegen een muur, en je wilt toch voor het donker thuis zijn. We hebben er maanden over gedaan om onze verblijfsvergunningen rond te krijgen. Vooral voor Enna duurde het lang. Het bedrag dat we moesten betalen werd steeds hoger. We moesten steeds meer papieren overhandigen. ‘Er is nog één probleem: jullie dochter gaat niet naar school’. ‘Nee meneer, ze is anderhalf’ zeiden wij dan. ‘Ja, dat vindt de regering waarschijnlijk een probleem. Als u extra betaalt, kunnen we de regering wel overtuigen dat het geen probleem is’. En daar sta je dan weer; je hebt uren gereisd, daarna uren in de hete zon gewacht, je zweet tot op je onderbroek, en je dochter is verbrand. En je wilt zó graag dat het nu eens geregeld is.

Begrip

Ten tweede, en het zou me een jaar geleden bizar in de oren hebben geklonken: ik krijg steeds meer begrip voor de corruptie in de lágere overheidskringen. Ik zie niet alleen meer de corruptie, maar ik zie mensen die hun leven lang knokken om een bestaan op te bouwen. Ik zie leraren die eigenlijk de helden van het land zijn als het gaat om opbouw, die al maanden niet betaald krijgen. Dan is het niet okee dat ze potloden verkopen, maar ga maar eens in hun schoenen staan. De laborant van het ziekenhuis vraagt extra geld voor hij de malaria-bloedtesten bij mensen afneemt. Dat is erg, want de meeste mensen hebben al amper geld voor de trip naar de kliniek. En ze hebben geen enkele keus. Maar de laborant werkt zich de schompes voor een salaris waar hij niet van kan rondkomen. Voor bijna hetzelfde geld kan hij elke dag in zijn bed liggen. Misschien dat hij zijn werk dánkzij het extra toegestopte geld kan blijven doen en laboranten liggen in Kameroen niet bepaald voor het oprapen.

Dergelijke ‘kleincorruptie’ bestaat vanwege de corruptie hoger in de overheid. Het gaat om steeds meer geld en allang niet meer om eten voor voedsel en een huis, maar om een tweede of derde huis en auto, ten koste van de ontwikkeling in het land. Van buitenaf lijkt het een waterdicht systeem, waar niemand ooit een lek in schiet. Alsof iedereen die ‘omhoog valt’, denkt: ‘Ja, ik ben lang genoeg geplukt; nu is het mijn beurt om te plukken”, gewoon omdat het kan.

Plukken of geplukt worden; links of rechts.. deze rechtlijnigheid lijkt het land in de houdgreep te houden. Zeg het maar; waar kies je voor….En natuurlijk zijn er mensen die stilletjes of publiekelijk tegen de corruptie vechten, die de consequenties ervan voor de ontwikkeling van Kameroen vervloeken. Maar tot nu toe trekken ze aan het kortste eind.

Auteur
Siri Lijfering

Datum:
01 augustus 2013