
Religie doet er niet toe – of toch wel?
Hulp geven zonder onderscheid te maken tussen ras, nationaliteit of geloof is een belangrijk humanitair principe. Religie doet er dus niet toe. Of toch wel? Brenda ontdekt dat religie zowel voor religieuze als seculiere hulporganisaties van belang is. In deze column beschrijft ze hoe religie wordt benaderd bij het geven van noodhulp en weegt ze door voor en nadelen daarvan af.
‘Religieuze argumenten zijn veel sterker om te gebruiken. Bijvoorbeeld: als je een gehandicapt familielid hebt dan stop je die weg want het is een schande. Juist door religieuze argumenten uit de Koran of de Bijbel kun je mensen veel sneller overtuigen van de noodzaak om gehandicapten mee te nemen in de algemene hulp, dan als we puur humanistische argumenten hadden gebruikt. Religie kan een heel sterk instrument zijn, zonder dat je het moet misbruiken.’
Dit citaat komt uit een verslag van een onderzoek van het Kennis Centrum Religie en Ontwikkeling naar de rol die religie speelt in noodhulpsituaties. Zelf hoor ik de vraag ook regelmatig: ‘Heb je niet een handig overzicht met bijbel- of koran-teksten die ik kan gebruiken bij werk?’ In noodhulp situaties worden hulporganisaties op allerlei manieren met religie geconfronteerd, de vraag is hoe je daarmee omgaat.
Noodhulp is een actueel onderwerp. Femke Halsema gooide onlangs een knuppel in het hoenderhok van het hulpverleningsdebat hier in Nederland door te stellen dat hulporganisaties in zich zelf gekeerd zijn en in een oneigenlijk concurrentiestrijd met elkaar zijn verwikkeld. Ze kreeg veel tegengas. Onder andere van Thea Hilhorst en Joost Herman die op eigen wijze stellen dat Halsema polariseert en een constructieve discussie over de professionaliteit van humanitaire hulp in de weg staat. Professionalisering is complex en heeft veel kanten. De vraag die voor het KCRO en de participerende ontwikkelingsorganisaties relevant is, is de aandacht voor de rol van religie als onderdeel van de professionalisering van hulp. We spraken daarover met medewerkers van religieuze en seculiere organisaties.
Aanvankelijk hadden we het idee dat seculiere noodhulporganisaties niet veel hadden met religie. We horen zo vaak het ‘wij geven hulp aan iedereen, ongeacht geloof’ in reactie op zulke vragen. Alsof religie er verder niet toe doet. Dat is gelukkig niet zo, want bij even doorvragen blijkt religie ook voor seculiere organisaties van belang te zijn. Grappig genoeg bleek zelfs dat er geen grote of opvallende verschillen zijn tussen hoe ontwikkelingsorganisaties met een seculiere of religieuze achtergrond omgaan met religie wanneer ze noodhulp verlenen. Alle organisaties respecteren culturele en religieuze gewoonten en gebruiken van mensen die ze noodhulp geven. Ook zoeken ze aansluiting bij belangrijke vertegenwoordigers in de gemeenschap, zoals religieuze leiders. Organisaties met een religieuze achtergrond hebben over het algemeen meer religieuze partnerorganisaties in hun netwerk, maar verder waren er geen opvallende verschillen.
Meer dan alleen samenwerken
In de wetenschappelijke discussies over religie en humanitaire hulp hebben verschillende onderzoekers erop gewezen dat religie vrij eenzijdig wordt benaderd. Er wordt vooral gekeken naar religieuze organisaties en religieuze leiders. Als die bij de hulpverlening worden betrokken dan zit het wel goed met de aandacht voor religie. Hoewel het logisch is dat je als Nederlandse organisatie aansluiting probeert te vinden via religieuze organisaties, zij zijn tenslotte een belangrijke infrastructuur in situaties van rampen en conflict, is dat slechts één manier om religie een plek te geven in het werk. Veel moeilijker is het om aandacht te hebben voor religieuze ervaringen, overtuigingen en emoties.
En dat is nou precies waar religie over gaat. Over zingeving. Over hoe mensen betekenis geven aan hun ervaringen. Over hoe ze omgaan met het lijden en de rampspoed die hen overkomt in het leven. Daar is elk mens mee bezig, religieus of niet. Natuurlijk doet het er toe of je je schikt in je lot en het ondergaat als straf van een god of hogere macht, of dat religie je motiveert om je actief in te zetten om het leven weer op te bouwen. Met die verscheidenheid aan reacties op een traumatische ervaring wordt je als hulpverlener tijdens of na een ramp geconfronteerd. Diepgewortelde manieren van kijken veranderen niet altijd, ook niet als je precies die tekst uit Bijbel, Koran, Hindoeïstische of Boeddhistische geschriften kan citeren. Bovendien, als we het over visies op het lijden hebben, dan nemen we vanuit een westers seculier kader zo ook onze eigen opvattingen en waarden mee. Dit essay van Erica Bornstein op welke seculier, humanistische opvattingen over het lijden de noodhulp bij rampen is gebaseerd.
De rol die religie bij noodhulp speelt gaat dus over meer dan het samenwerken met religieuze leiders en organisaties. Hoewel religieuze teksten voor gelovigen van grote betekenis kunnen zijn, zijn ze lang niet altijd zomaar te gebruiken door mensen die niet in de religieuze traditie staan. Desondanks kan een beetje kennis over religies en hun heilige geschriften is natuurlijk geen kwaad. Dat vinden ze aan Georgetown University ook. Iedereen mag me daarom vragen naar een handig overzicht met religieuze teksten, want die vind je sinds kort hier.