‘Waar is de aandacht voor inkomensongelijkheid?’ – Uiteenlopende reacties op Post-2015 Rapport

Het High Level Panel Post-2015 Rapport roept wereldwijd gemengde reacties op. ‘Niet veel nieuws onder de zon’, ‘goed en ambitieus’, maar ook ‘er wordt voorbijgegaan aan het probleem van inkomensongelijkheid’ zijn veelgehoorde commentaren. Vice Versa speurde het web af en selecteerde een aantal reacties. 

Met name in het Verenigd Koninkrijk stonden commentatoren te springen om snel hun zegje te doen over het rapport. Niet geheel verwonderlijk, want de Britse premier David Cameron was een van de auteurs. Hij was na de presentatie maar wat trots was op het resultaat, dat eveneens op lof van VN-secretaris-generaal Ban ki-Moon kon rekenen.

Binnen de sector werd er echter een stukje kritischer naar gekeken en dat zorgde voor uiteenlopende reacties. Sommigen, zoals Save The Children, wijden er niet veel woorden aan. ‘Het ziet er heel behoorlijk uit’, laat beleidsdirecteur Brendan Cox via Twitter weten. Maar anderen kijken duidelijk kritischer naar het rapport. Met name het uitblijven van aandacht voor inkomensongelijkheid zorgt voor reuring. De Britse tak van Oxfam laat bij monde van campagnedirecteur Stephen Hale weten dat er meer aandacht naar dit onderwerp uit had moeten gaan. ‘Het is schier onmogelijk om de gestelde doelen te realiseren zonder een duidelijke route uit te stippelen op weg naar de uitroeiing van extreme armoede binnen en tussen landen’, legt Hale de vinger op de zere plek.

Claire Melamed, hoofd van het groei en gelijkheidsprogramma van het Overseas Development Institute (ODI), laat in een blog op de website van The Guardian weten dat er absoluut een aantal goede punten te vinden zijn in het rapport, maar dat er evengoed voorbij wordt gegaan aan een paar essentiële zaken. ‘Het goede nieuws is dat het een duidelijk en intelligent rapport is dat de goede punten uit het vorige rapport niet uit het oog verliest en het debat over armoede en ontwikkeling nieuw leven inblaast. Het schetst een duidelijk verhaal met doelen die uiteindelijk kunnen leiden tot een effectieve post-2015-agenda. Al geeft het niet weer welke zaken veranderd moeten worden om zover te geraken.’

De Britse kwaliteitskrant heeft zich sowieso flink op de discussie geworpen. ‘De doelen zien er leuk uit, maar de ongelijkheid blijft het grote pijnpunt in dit post-2015 rapport’, zegt Andy Summer, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan het King’s College in Londen, tegenover het dagblad. ‘We weten allemaal dat het armoedevraagstuk opgelost kan worden als er iets aan de inkomensongelijkheid wordt gedaan, dus hoort iemand zich hardop af te vragen: waar is de doelstelling hiervoor? Het wordt nu ergens in een korte noot aangehaald. Maar wie herinnert zich die noot nog in 2030?’, vraagt Summer zich af.

Summer is niet de enige scepticus die zijn zegje doet tegenover The Guardian. Ook Alex Cobham, research fellow bij het Europese Centre for Global Development  zegt: ‘De aanpak van economische ongelijkheid is teleurstellend. Er wordt wereldwijd gesproken over het feit dat de aanpak van ongelijkheid binnen de milleniumdoelen niet heeft gewerkt en er binnen het framework meer aandacht aan moet worden besteed. Maar in het huidige voorstel zie ik hier niets over terug.’

Geloofwaardigheid

Vanuit de Verenigde Staten somt Charles Kenny van het Center for Global Development een aantal plus-en minpunten van het rapport op. Volgens hem zijn de doelen een vooruitgang ten opzichte van de millenniumdoelen vanwege de toevoeging van thema’s als klimaat, ‘fatsoenlijke’ banen, gender, goed bestuur en vrede en veiligheid. Ook positief is dat er niet alleen over extreme armoede wordt gesproken, maar eveneens over armen ‘onder de nationale armoedegrens.’ En het feit dat er onder 27 verschillende panelleden een redelijk coherent en selectief visiestuk is neergelegd, stemt hem hoopvol over het post-2015 proces.

Een grote zwakheid van het rapport is echter dat er niet wordt uitgelegd hoe de ‘zero targets’ moeten worden gehaald en in hoeverre het halen van de doelen plausibel is. Met name op het gebied van gender, bijvoorbeeld dat er in 2030 geen geweld meer tegen vrouwen mag zijn, worden doelen en rechten door elkaar gehaald. Ook mist hij bij doel 12, over internationale samenwerking, concrete acties op het gebied van intellectuele eigendomsrechten, handel en mondiale gezondheid en vindt hij de taal rondom biodiversiteit zwak. Dat de ambitieuze ‘zero targets’ zich niet vertalen in ambitieuze acties ondermijnt de geloofwaardigheid van het rapport, vindt Kenny.

Een dergelijk kritiekpunt heeft ook World Vision uit de Verenigde Staten. De organisatie laat weten het streven om extreme armoede in 2030 uit te roeien aan te moedigen, maar vraagtekens plaatst bij het framework waarbinnen dat moet gebeuren.  ‘Hierin wordt namelijk niet aangegeven hoe het armoedeprobleem moet worden opgelost voor degenen die nu niet kunnen profiteren van de millenniumdoelen, zoals kinderen in fragiele staten’, aldus Adam Taylor, directeur van World Vision.

De Keniaan Alex O. Awiti, voorzitter van The East African Institute, spreekt zich eveneens kritisch uit over de inhoud van het rapport. ‘Wat mij verbaasd is dat, net als in de huidige millenniumdoelen, het uitroeien van armoede bovenaan het prioriteitenlijstje staat. Maar armoede is een symptoom dat dat talloze oorzaken heeft. Met een aantal doelstellingen, die landen vervolgens grotendeels zelf moeten implementeren, los je dat niet zomaar op. Al ben ik blij dat er in elk geval mensen waarvan ik weet dat zij hiervoor wel hun nek hebben uitgestoken.’

Eerste reacties uit Nederland

Ook in Nederland sijpelen de eerste reacties langzaam maar zeker binnen. Minister Ploumen zegt blij te zijn met de ambitieuze ontwikkelingsagenda die de wereld volgens haar nodig heeft. ‘We moeten zorgen dat iedereen profiteert van vooruitgang: van de boerin tot de kinderen die nu nog in fabrieken staan’, laat zij in een verklaring weten. Ook is het volgens haar goed dat onderwerpen als seksuele gezondheid en rechten, geweld tegen vrouwen en het uitbannen van kindhuwelijken op de agenda zijn gezet.

De Dutch Coalition on Disability and Development (DCDD), dat zich wereldwijd inzet voor de belangen van gehandicapten, is tevreden met de mate van aandacht voor mensen met een fysieke of verstandelijke beperking in het rapport. Een van de principes in het rapport is dat er specifiek wordt aangegeven welke groepen er worden bereikt (desegregatie van data, waaronder mensen met een handicap) zodat het zeker is dat er niemand uitgesloten wordt. Alleen als alle relevante groepen zijn bereikt, kunnen we ervan uitgaan dat de doelen worden gehaald, laat de organisatie weten op haar website.

Farah Karimi, algemeen directeur Oxfam Novib, stelt net als haar Britse evenknie dat ‘Het VN-panel een unieke kans mist om de aanpak van de groeiende inkomensongelijkheid in de wereld als topprioriteit uit te roepen‘, zo laat zij in een officiële persverklaring weten. ‘Als die ongelijkheid niet wordt aangepakt gaat dat ten koste van maatschappelijke en economische vooruitgang. De armoede in de wereld is aan het dalen, maar de ongelijkheden in inkomen rijzen de pan uit. Ruim een miljard mensen merkt  daarom niets van de wereldwijde economische groei. Dit had ook al onderdeel moeten zijn van de oorspronkelijke millenniumdoelen.’

Cordaid laat in een verklaring op haar website weten het rapport ‘goed en ambitieus’ te vinden.  Directeur René Grotenhuis hierover: ‘Dat we niet langer spreken over het terugdringen, maar echt het uitbannen van extreme armoede, tekent die ambitie. Terecht is er een sterke focus op de onderwerpen vrede en veiligheid, voor Cordaid onlosmakelijk verbonden met fragiele staten en conflictgebieden. In deze gebieden zijn de problemen van armoede en uitsluiting het grootst en zij verdienen dus prioriteit bij vaststellen van de ontwikkelingsagenda.’