
De G8 volgens Jim Clarken, CEO van Oxfam Ierland
Afgelopen maandag en dinsdag hebben de ‘grote acht’ gepraat over wat er zoal mis is in de wereld. Belastingen, transparantie en handel waren er prominente agendapunten. Wat is er bereikt? We vragen Jim Clarken, CEO van Oxfam Ierland, naar zijn indruk van de top.
Enig voorbehoud vindt Clarken op z’n plaats: ‘Natuurlijk waren we niet bij de gesprekken zelf, want die vinden plaats achter gesloten deuren. Ik kan je dus niet vertellen waar aan tafel de nadruk precies heeft gelegen.’
Wat zijn de voornaamste doorbraken van de ontmoeting?
‘Ik ben heel blij dat de onderwerpen waar Oxfam zich mee bezig houdt op de agenda stonden, zoals landroof, belastingontduiking en een gebrek aan transparantie. Dit zijn de voornaamste oorzaken van wereldwijde honger. Cameron heeft dat ook benadrukt in zijn manier van framing: wereldwijde armoede kan niet los worden gezien van Westers beleid. Neem belastingontduiking: elk jaar opnieuw zorgen onze belastingconstructies ervoor dat ontwikkelingslanden biljoenen euro’s wordt ontzegd. En dat gaat maar door.’
Cameron, die zich al herhaaldelijk fel tegen belastingontduiking heeft uitgelaten, sprak de verwachting uit dat Italië, de Verenigde Staten en Frankrijk hem zouden steunen in maatregelen hiertegen. Is dit gebeurd?
‘Wat betreft die ambitie hebben we heel wat mooie woorden gehoord. De G8 hebben uitgesproken dat ze ernaar streven om een mondiale uitwisseling van informatie mogelijk te maken. Die transparantie is heel belangrijk. Rijke landen en bedrijven zouden echter verplicht moeten worden hun belastingroutes te rapporteren en belastingparadijzen moeten informatie over ‘verborgen welvaart’ delen met ontwikkelingslanden.
‘Zo ver is jammer genoeg niet gekomen op de G8. Wel gaan ze beginnen met de private registratie van gegevens, maar ik geloof daar niet zo in. Uiteindelijk moet deze informatie publiek worden en, misschien nog belangrijker, gedeeld worden met ontwikkelingslanden. Nu is er bilateraal tussen de G8 landen van alles gaande, maar zo veel zal dat voor ontwikkelingslanden niet veranderen.’
Weinig nieuws dus. Wat is dan de waarde van de ontmoeting?
‘Nogmaals, ik vind het goed dat er gepraat is over meer transparantie. Voor de wereld wordt zo duidelijk dat belastingontduiking en –ontwijking volledig uit de hand is gelopen en niet langer acceptabel is. Een mondiale uitwisseling van informatie is noodzakelijk. Er wordt nu over gesproken en dat is een eerste begin. Het is nu een kwestie van kijken hoe ze hun ambitie realiseren. Dat moet echter wel snel gebeuren: ontwikkelingslanden zouden direct in de afspraken betrokken moeten worden, niet pas na een tijdje. Ik hoop dat de OESO verdere richtlijnen opstelt en dat de G20 in september het thema weer oppakt.’
Zal die openlijke uitwisseling van gegevens er überhaupt wel komen? De Verenigde Staten willen dat om te beginnen al niet, omdat ze bang zijn dat hun data in de verkeerde handen vallen.
‘De vraag is: wat verstoppen ze? Ik vind niet dat er geldige redenen zijn om informatie te verbergen. Wat de Verenigde Staten doet, komt allemaal neer op protectionisme. Landen hebben weliswaar het soevereine recht om hun eigen belastingsystemen te bepalen, maar ik geloof niet dat er zoiets bestaat als het recht om dingen geheim te houden.’
Nederland is een aanzienlijk belastingparadijs en heeft veel lucratieve belastingverdragen lopen. Ook al horen we niet bij de grote acht, is dat besproken afgelopen dagen?
‘Ik weet niets specifieks over Nederland. Wel heeft Cameron zaterdag de tien belangrijkste belastingparadijzen in de Britse overzeese gebieden opgeroepen een transparantieverdrag – het ‘verdrag inzake wederzijdse hulp in belastingzaken – te ondertekenen. Wie weet doet Nederland dat ook nog eens.’
Dan is er nog het thema van de landroof. Is daar iets doorslaggevends over besloten?
‘Ook hieromtrent is er bemoedigende taal geweest, maar het vereist een follow up. Tussen 2000 en 2010 is er wereldwijd land opgekocht ter grootte van vierentwintig keer de oppervlakte van Ierland (vierenvijftig keer het oppervlakte van Nederland, [red.]). Veel van die transacties zijn in het geheim gedaan en bovendien zonder de landeigenaren zelf – die voor hun levensonderhoud van deze grond afhankelijk zijn – te vragen wat ze ervan vinden. Ook hier is meer transparantie noodzakelijk.’
Dus wederom geen toezeggingen?
‘Het belang van transparantie is herhaaldelijk benadrukt, maar nogmaals, er moet nog een vervolg komen.’
Behalve het totale gebrek aan concrete toezeggingen, heeft u verder nog iets gemist in de gesprekken?
‘Wat ik mis, is de koppeling naar armoede in ontwikkelingslanden. Er worden nu slechts voorlopige bilaterale toezeggingen gedaan tussen westerse landen. Honger en armoede zullen hier niet door opgelost worden. Er moeten ook met de ontwikkelingslanden zelf worden gepraat.’
Blijft de IF campagne doorgaan?
‘Ja. We zijn nog bezig de vervolgstappen te bepalen, maar in ieder geval zal de campagne niet stoppen. We hebben enorm veel publieke steun, ook van Nederland en andere landen. Het begrip over het ontstaan van wereldwijde honger en wat daaraan gedaan moet worden, groeit. Ik denk dat het publiek heel gefrustreerd is dat er nog steeds zo veel armoede is. En inderdaad, dat is zo omdat ontwikkelingslanden geen eerlijke kansen krijgen. Ze worden onrechtvaardig behandeld door de rijkere delen van de wereld. Gelukkig gaan mensen dat steeds meer zien.’