Respect voor Kameroenese verpleegkundestudenten

Judith van de Kamp doet antropologisch onderzoek in Kameroen. Sinds kort is ze ook begonnen met lesgeven aan studenten verpleegkunde. Ze staat versteld van hun verhalen.

Vijftig paar ogen kijken me nieuwsgierig aan. Het zijn eerstejaars verpleegkundestudenten die ik net gevraagd heb te gaan staan. Ik wil weten hoeveel studenten uit het Franstalige gedeelte van Kameroen komen, en hoeveel uit het Engelstalige gedeelte. Ik vraag de francophones te gaan zitten en ik houd tweederde van mijn klas over. Hmm, interessant! Als iedereen weer zit, zeg ik: ‘Okay, everybody that speaks Lam-Nso, please stand up!’. Er wordt gegiecheld en een tiental studenten gaat staan. Ik kan het natuurlijk niet laten om mijn kleine Nso-woordenschat te demonstreren, dus begroet ik de staande studenten met: Iranija (goedemorgen). Bijna synchroon antwoorden de studenten: ‘Asaka?’ (hoe gaat het?). Als ik ‘Mosa’ (goed) antwoord, wordt er hard gegild en gelachen. Het ijs is gebroken.

De komende weken geef ik de eerste- en tweedejaars verpleegkundestudenten op een hogeschool in Kumbo les in Medische Antropologie. Het vak wordt door het Ministerie van Gezondheid voorgeschreven, maar de docent is overleden. Door het lesgeven kan ik mijn passie voor mijn vak nog beter kwijt. Daarnaast kan ik veel van de studenten leren, en hun input wellicht gebruiken voor mijn onderzoek naar het impact van westerse gezondheidswerkers in een Kameroenees ziekenhuis. Hun wereld is in vele opzichten onvergelijkbaar met die van Nederlandse verpleegkundestudenten.

Om te beginnen hebben niet alle studenten voor deze hogeschool gekozen. Iedere Kameroenees die verpleegkunde wil studeren, legt in de zomer een examen af in de provinciale hoofdstad. Daarbij geef je je voorkeur voor een bepaalde school op, maar men wordt lang niet altijd geplaatst op de school naar keuze. Sommige studenten krijgen de mogelijkheid om verpleegkunde te studeren aan de andere kant van het land. Met name de studenten uit het Franstalige deel van Kameroen hebben het in Kumbo niet makkelijk. Ze zijn ver van huis, hebben moeite met het Engels en de lokale cultuur is hen vreemd. Het is alsof je als Nederlander in Spanje ‘moet’ studeren; dit komt qua reistijd ook redelijk overeen. Daar komt bij dat alle studenten op de campus van de hogeschool wonen, en de franssprekende studenten worden over de slaapkamers verdeeld.

IJverig

Een ander verschil tussen Nederlandse en Kameroenese studenten is het lesgeld. Lang leve de Nederlandse overheid. In Kameroen is de hoogte van het lesgeld enorm uiteenlopend. Met name de studenten die in Kumbo zijn geplaatst maar voorkeur hadden voor een goedkopere opleiding zijn de sjaak. Zij proberen gedurende het hele jaar de directeur te overtuigen van het feit dat hun familie het geld écht uiteindelijk bij elkaar kan sprokkelen. Een maand geleden zijn alle studenten die nog niet betaald hebben, naar huis gestuurd. Zonder geld mogen ze niet terugkomen. Ik houd mijn hart vast voor één ijverige studente, die ondanks dat ze is weggestuurd, blijft. Ze wil studeren. Haar moeder is schoonmaker en kan het nooit betalen, maar ze hoopt en bidt dat haar oom met geld over de brug komt.

De studenten die ondanks taalverschillen, cultuurverschillen en een gebrek aan geld de medische opleidingen volgen, daar heb ik onwijs veel respect voor. Te meer omdat je in de Kameroenese ziekenhuishiërarchie als student absoluut niets te zeggen hebt. En ondanks dat ze mij een beetje gek vinden, vraag ik ze in elke les naar hun kennis en hun ideeën. Want mijn studenten mogen dan in vele opzichten verschillend zijn; ík ben nog altijd de grootste buitenstaander. Ik sta versteld van wat ze mij vertellen, en zij staan op hun beurt versteld van wat ik hén vertel over Nederland. En ik smul van het uitwisselen van deze ervaringen. In de volgende column vertel ik hier meer over!

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
14 mei 2013
Categorieën: