Ploumens waakhond blaft terug

Met de erkenning van de waakhond-functie door maatschappelijke organisaties is de kous niet af, vindt Anselm Iwundu, directeur van Fairfood International. De overheid moet bedrijven verplichten om hun verantwoordelijk te nemen voor de gehele keten. Anders worden de inwoners van ontwikkelingslanden bestolen en komt er van ontwikkeling niets terecht.

Minister Ploumen heeft gelijk: natuurlijk kan het bedrijfsleven een grote rol spelen bij de ontwikkeling van een land. Dat heb ik zelf gezien. Ik ben geboren in Nigeria en zag mijn land steeds welvarender worden. Zo welvarend dat een jongen als ik kan studeren en een mooie baan kan vinden. En dat was mede te danken aan de investeringen van buitenlandse bedrijven.

Ik ben naar Nederland gekomen vanwege de goede naam van Nederland op het gebied van duurzaamheid. En voor mij is het niet meer dan logisch dat Nederland de ervaringen met internationale handel en innovatiekracht inzet om economische groei in ontwikkelingslanden te stimuleren. Per slot van rekening is Nederland de vijfde exporteur ter wereld en de zevende importeur.

Ik vind het ook logisch dat minister Ploumen aan maatschappelijke organisaties vraagt om waakhond te zijn. Zij kunnen, mede namens hun achterban, aan het bedrijfsleven vragen om veilige en duurzaam geproduceerde spullen te maken, die niet schadelijk zijn voor het milieu. Mijn eigen organisatie, Fairfood, heeft deze rol de afgelopen tien jaar met succes vervuld.

Overheid moet ook zelf waakhond zijn

Maar ik mis in minister Ploumens beleidsnota “Wat de wereld verdient: Een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen”  een hoofdstuk over de rol die de overheid zelf heeft. In mijn ogen moet de overheid zelf ook waakhond zijn en regels stellen op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bedrijven kunnen alleen zorgen voor duurzame ontwikkeling als er in de gehele keten aandacht is voor sociale, economische en milieuaspecten.

Laat ik om dit te illustreren even een paar feiten over de Nederlandse voedingsindustrie op een rijtje zetten. De internationale voedsel en warenindustrie genereerde voor de Nederlandse economie in 2011 een winst van 14 miljard euro. Daarbij waren 4600 Nederlandse voedingsbedrijven betrokken. Van elke euro die in de supermarkt besteed wordt, blijft er 77 eurocent bij de supermarktketen. Dat blijkt uit berekeningen van het CBI.

Met zulke cijfers hebben Nederlandse bedrijven geen enkel excuus voor kinderarbeid of voor gedwongen arbeid waar dan ook in hun productieketen. Toch komen dit soort arbeidsomstandigheden voor. Dat hebben we helaas onlangs in Bangladesh gezien. Blijkbaar werken de vrijwillige mvo-initiatieven die er wereldwijd echt wel zijn, toch niet voldoende als drukmiddel.

Veel bedrijven nemen geen verantwoordelijkheid

De afgelopen tien jaar heeft Fairfood helaas moeten constateren dat nog veel bedrijven geen verantwoordelijkheid wensen te nemen voor arbeidsomstandigheden die zich ergens in hun eigen keten voordoen. Nog altijd zien we arbeidsomstandigheden die grenzen aan slavenarbeid bij producenten, arbeiders, vrouwen en kinderen in de meeste landen waar Fairfood werkzaam is. Menig Nederlands en Europees bedrijf koopt daar in. We hebben het dan bijvoorbeeld over de vanilleproductie in Madagaskar, de ananasproductie in de Filippijnen, de tomatensector in Marokko, de garnalenindustrie in Thailand en de suikerrietproductie in Nicaragua.

Internationale gedragscode

Wat kan de overheid doen? De Nederlandse overheid kan bijvoorbeeld het Nederlandse bedrijfsleven (zowel MKB als Multinationals) verplichten om een internationale gedragscode op te stellen. Een code die regelt dat inkoop van grondstoffen volledig herleidbaar en transparant is. Bij de afgelopen voedselschandalen hebben we gezien hoe waardevol dat is. En die regelt dat kinderarbeid en mensonterende arbeidsomstandigheden absoluut ontoelaatbaar zijn.

Ik ben er van overtuigd dat bedrijven alleen met een verplichte code hun ketenverantwoordelijkheid zullen nemen. Echter, tot nu toe heeft de overheid op dit terrein haar waakhond rol onvoldoende serieus genomen. De wereld verdient kortom in mijn ogen maatschappelijk verantwoord ondernemende bedrijven, kritische maatschappelijke organisaties én een overheid die haar eigen waakhond rol serieus neemt.

Anselm Iwundu, directeur Fairfood International

Auteur
Siri Lijfering

Datum:
23 mei 2013
Categorieën: