José Ortega y Gasset over verandering

Ontwikkelingshulp moet vernieuwen, is het huidige adagium. Maar wanneer is iets dan ‘oud’ en ‘uit’, en hoe beslissen we wat voor ‘nieuws’ nodig is? Ellen Mangnus gaat te rade bij de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset.

Jan Pronk schreef het zo mooi in zijn vorige column: Men heeft het over ‘iets geheel nieuws, dat haaks zou staan op zogenoemde “traditionele” ontwikkelingssamenwerking. Wat als traditioneel wordt bestempeld, wordt zelden omschreven. De betiteling volstaat.’

Wanneer is iets dan ‘oud’ en ‘uit’, en hoe beslissen  we wat voor ‘nieuws’ nodig is? Dit keer vraag ik advies aan een conservatieve filosoof: José Ortega y Gasset. Een Spaanse denker, politicus en activist, geboren in 1883 in Madrid. Na studies in Duitsland werd hij bekend als publicist en professor  psychologie, ethiek en logica aan de universiteit van Madrid. In Nederland is hij bekend vanwege zijn boek De opstand van de horden. Ortega behoorde tot het conservatisme: een politieke, ethische en culturele stroming die zich grondvest op de traditie, in zijn geval op het behouden van een morele en culturele orde.

Wat is acceptabel? In de filosofie van Ortega staat het individu en zijn handelen centraal. Volgens hem handelt ieder mens in afstemming met zijn sociale omgeving. Wat doen anderen en wat is acceptabel? Het handelen van de mens is dus sterk contextgebonden.Mensen zijn ook gericht op de toekomst in hun handelen. De toekomst is min of meer open en moet nog vormgegeven worden. Ortega stelt dat het heel belangrijk is te realiseren dat mensen hun toekomst vormgeven vanuit hun huidige ‘praktijk’. Deze is gevormd door ervaringen en gebeurtenissen uit het verleden. Volgens Ortega vloeien verleden, heden en toekomst daarom in elkaar over. Alles is constant in beweging, en iets ‘ouds’ wordt dus niet zomaar door iets ‘nieuws’ vervangen.

De massamens

Omdat alles voortdurend in beweging is, moeten we regelmatig reflecteren op welke richting de samenleving uitgaat en wat wenselijk is. Ortega stelt dat de mens zich zo nu en dan moet terugtrekken uit zijn sociale wereld om te overdenken hoe deze zijn leven bepaalt, en hoe hij eraan kan bijdragen. Wat leren we van het verleden en hoe gebruiken we dat om de toekomst vorm te geven?

José Ortega was in de jaren dertig huiverig voor een ontwikkeling die hij in het stagnerende en corrupte Spanje aanschouwde: het ontstaan van wat hij een ‘massamens’ noemt. Een massamens is een individu die opgaat in de massa en zich daar niet meer van onderscheidt. Massamensen hebben hun historisch bewustzijn verloren. Ze waarborgen niet langer de morele en culturele waarden die door de eeuwen gecultiveerd zijn. Ze nemen niet meer de tijd om te bedenken wat waardevol is en wat behouden moet worden.

Massamensen veroordelen alles wat anders, kwalitatief en uniek is. Kortom: massamensen dragen bij aan vervlakking en smakeloosheid. Ze vormen een bedreiging voor de toekomst omdat ze niet meer kritisch nadenken over welke richting de samenleving uitgaat.

‘Ouderwets’

Jan Pronk stelde het al in zijn column in de vorige Vice Versa: wat als nieuw wordt gepresenteerd, is vaak helemaal niet nieuw. José Ortega y Gasset zou zeggen: omdat alles voortdurend verandert, kun je niets als ‘oud’ of ‘nieuw’ bestempelen. Hij zou het met Jan Pronk, Paul Hoebink en andere ‘ouderwetsen’ eens zijn en ons waarschuwen: de sector moet goed nadenken over wat hij wil behouden, alvorens te snel mee te doen met massale hypes. Anders verliezen we expertise en worden we slachtoffer van smakeloosheid en vervlakking.

Auteur
Selma Zijlstra

Datum:
10 mei 2013
Categorieën: