
Jan Pronk verlaat Partij van de Arbeid
De laatste jaren sprak hij al een aantal keer hardop zijn twijfels uit, vanmiddag bracht Jan Pronk zijn definitieve besluit naar buiten: na bijna vijftig jaar zegt hij zijn lidmaatschap van de Partij van de Arbeid op. De oud-minister van Ontwikkelingssamenwerking kwam tot zijn besluit omdat ‘de partij zich steeds verder van de beginselen van de sociaaldemocratie verwijderd heeft’.
In een uitgebreide open brief op zijn website licht Pronk, tevens Vice Versa-columnist, zijn besluit toe. De koerswijzigingen op sociaaleconomisch gebied, het vreemdelingenbeleid en, uiteraard, ontwikkelingssamenwerking, deden hem tot zijn beslissing komen. ‘Ik had vorig jaar aanzienlijke bedenkingen tegen het regeerakkoord dat werd gesloten tussen de PvdA en de VVD’, schrijft hij. Pronk benadrukt dat het niet de Paarse coalitie, waar hij zelf in de jaren negentig nog onder diende, was die hem tegenstond, maar de totstandkoming van het akkoord tussen de twee partijen. Bij de door hem genoemde ‘uitruil van onderwerpen, die voor ‘elck wat wils’ moesten opleveren’ verloor de PvdA de speerpunten uit het oog die het tijdens de verkiezingscampagne nog zo essentieel had genoemd. Pronk: ‘De gevolgen voor zwakkere en kwetsbare groepen, voor wie een sociaaldemocratische beweging zich bij uitstek hoort in te zetten, zijn groot.’
Ontwikkelingssamenwerking
Maar meer nog dan de sociaaleconomische koerswijziging van de partij was de houding van de PvdA ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking Pronk een doorn in het oog. Met het laten vallen van de minimum norm om 0.7% van het nationaal inkomen ter beschikking te stellen voor ontwikkelingssamenwerking wordt volgens Pronk ‘de bodem onder de internationale solidariteit weggeslagen.’ Deze ‘verloochening van het kernbeginsel’ ziet de oud-OS-bewindsvoerder niet meer hersteld worden, omdat het huidige beleid steeds meer afstand neemt van publieke kanalen en mandaten en toenadering zoekt tot het bedrijfsleven.
Dat de wereld nu eenmaal veranderd is, beaamt Pronk in zijn brief. Maar volgens hem kiest de PvdA er niet voor om een moderne sociaaldemocratische weg in te slaan. Juist het versterken van kapitalistische krachten, de opkomst van nieuwe economieën en de groeiende inkomensongelijkheid, bieden volgens Pronk kansen om de solidaire sociaaldemocratische boodschap te blijven verspreiden. ‘Ontwikkelingssamenwerking dient, naar goed sociaaldemocratisch inzicht, vooral plaats te vinden op basis van solidariteit, en dan met name met landen en bevolkingsgroepen die in het proces van kapitalistische en geopolitieke globalisering buiten de boot vallen of zelfs systematisch worden weggedrukt. Dat is iets anders dan samenwerking op basis van een uitruil van economisch profijt’, aldus Pronk. Ongelijkheid loopt volgens hem niet meer langs de noord-zuid-grens, maar ‘door alle landen heen langs een grens die de hogere en middenklasse onderscheidt van een wereld onderklasse.’ Een ontwikkelingsbeleid volgens sociaaldemocratische normen zou volgens Pronk haaks moeten staan op de conventional wisdom die door het huidige kabinet wordt aangehangen.
Jan Pronk (1940) was van 1977 tot 1981 minister van Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet Den Uyl. Hij vervulde dezelfde functie van 1989 tot 1998 in de kabinetten Lubbers III en Kok I.