
JongOS blij met vernieuwende en gewaagde initiatieven in nota Ploumen
Minister Ploumen’s voorstel om geld uit te trekken voor vernieuwende en gewaagde initiatieven kan op goedkeuring van JongOS rekenen. Het netwerk van 1499 young professionals in Internationale Samenwerking is echter minder tevreden over de voorkeursbehandeling die het bedrijfsleven binnen de de plannen van de minister lijkt te krijgen. Zo laat JongOS weten bij monde van stuurgroeplid Vanessa Nigten.
Binnen een netwerk dat bestaat uit bijna vijftienhonderd deelnemers kan het knap lastig zijn om tot overeenkomstige visie te komen. Maar als Vanessa Nigten de visie van JongOS toelicht geeft zij direct aan waar de prioriteit voor hen ligt: een uitgebalanceerde aandachtbesteding van de overheid voor bedrijven, organisaties en kennisinstellingen. ‘JongOS is namelijk een netwerk van young professionals uit het maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen. Ervaring leert ons dat hybride gelijkwaardige partnerschappen meerwaarde hebben’, verduidelijkt Nigten. En juist dat treft JongOs niet aan in de nota van Ploumen. Nigten: ‘Bestudering van de nota leert ons dat de balans zoek is als we kijken naar de prioriteiten van de overheid. Het bedrijfsleven krijgt hier duidelijk de voorkeur boven de andere twee sectoren. Daarna moet je maar afwachten of al die bedrijven doen wat JongOS graag ziet gebeuren: zich toespitsen op duurzame en inclusieve initiatieven en ontwikkelingen.’
Voor JongOS is er namelijk niets belangrijker dan mainstreamen van internationale duurzame ontwikkelingsdoelen binnen Nederlandse instituties en organisaties. Mainstreaming is volgens het netwerk onontkoombaar omdat overleven met de schaarse mondiale grondstoffen alleen kan als internationaal gezamenlijke duurzame ontwikkeling wordt nagestreefd.
Duurzame innovaties
Ideeën voor de invulling daarvan kunnen volgens Nigten klein en simpel zijn. Uiteindelijk moeten bescheiden innovatieve initiatieven van mensen uit verschillende sectoren gezamenlijk aantonen dat met een kleinschalige investering veel duurzame winst kan worden geboekt. JongOS stimuleert reeds dergelijke ontwikkelingsprojecten van allerlei samenwerkingsverbanden van young professionals. ‘Veel young professionals barsten van de goede ideeën, als je hen door middel van een klein startkapitaal een duwtje in de rug geeft helpt dat om hun bazen ook over de streep te trekken. Een initiatief als dat van JongOS-actiegroep Partners 4 Change dat inhoudelijke core business publiek-private partnerschappen stimuleert, bijvoorbeeld tussen Ahold en Unicef, zou enorm geholpen zijn wanneer een paar young professionals een paar uur per week de tijd krijgen om hun plannen duurzaam in te bedden in hun organisaties. Zo ondervang je ook meteen de in de beleidsbrief geuite angst dat Nederlandse maatschappelijke initiatieven concurrerend zijn met lokale in lage- en middeninkomenslanden.’
Bij het aandragen en steunen van duurzame initiatieven ziet JongOS een speciale rol weggelegd voor de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk moeten dit er voor zorgen dat duurzame ontwikkelingsdoelen als vanzelfsprekend worden opgenomen in het beleid van Nederlandse instituties en organisaties. ‘Door je te richten op werkzaamheden met internationale gevolgen vanuit Nederland, kan binnen eigen land heel veel worden gedaan om een bijdrage aan ontwikkelingsdoelen te leveren’, verduidelijkt Nigten. ‘Ploumen’s plan om ruimte te bieden aan vernieuwende ideeën en bereidheid om gewaagde voorstellen te financieren stemt hoopvol. Daarnaast worden wij gelukkig van het voornemen om maatschappelijke organisaties te steunen om nationale en mondiale agenda’s te verbinden ten behoeve van armoedebestrijding en burgers in midden- en lange inkomenslanden te mobiliseren bij het verbinden van deze agenda’s biedt perspectief. Het moet echter niet zo zijn dat alleen ideeën die binnen de vier Nederlandse speerpunten vallen (vrouwenrechten en SRGR, water, voedselzekerheid, veiligheid en rechtsorde, red.) voor financiering in aanmerking komen. ’
Zomerplannen
Tot op heden is nog niet bekend hoe Ploumen’s beleid er op dit punt uit zal zien. ‘Dat wordt deze zomer pas besloten, als het definitieve plan van strategische partnerschappen met maatschappelijke organisaties wordt opgesteld’, zegt Nigten. ‘Verbazen doet dat mij niet, niet elk plan kan tegelijk gepresenteerd worden. Het is alleen wel opmerkelijk dat op heel veel terreinen nog geen concrete doelen geformuleerd zijn, terwijl de budgetten al wel vast staan. Anderzijds suggereert het wel dat de steun voor ‘innovatieve ideeën’ een minder grote prioriteit is dan het bedrijfsleven’, legt Nigten de vinger op de zere plek.
Nigten vindt het jammer dat het geld voor innovatie uit een ‘gemarginaliseerd potje voor maatschappelijke organisaties’ zal moeten komen, maar stelt ook voor om op andere plaatsen naar geld te zoeken. ‘Financiering voor innovatie hoeft niet per se uit het potje voor maatschappelijke organisaties te komen. De nota hanteert en traditioneel jargon door te spreken over maatschappelijke organisaties en particuliere initiatieven, maar JongOS wil veel meer initiatieven een kans geven. Denk hierbij aan sociale ondernemers, individuen, en andere lossere verbanden. Innovatie zit immers overal, dus financiering kan ook overal vandaan komen. Waarom geen potje voor innovatie waar ook bedrijven en kennisinstellingen, liefst in hybride samenwerkingsverbanden, gebruik van kunnen maken?’
De eerdere ontmoetingen die Nigten heeft gehad met minister Ploumen stemmen haar in elk geval optimistisch. ‘Uit het consult dat JongOS met Ploumen had bleek dat zij graag breed geïnformeerd wordt door diverse partijen en zeker voor onze voorstellen open staat, bijvoorbeeld op het gebeid van startkapitaalverlening voor innovatie ideeën. We hopen deze constructieve dialoog over verdere invulling van het beleid met haar voort te kunnen zetten.’