
Het andere exportartikel van Nederland
Minister Ploumen zal uiteindelijk een miljard euro moeten vinden op een begroting van vier miljard. Logisch dat ze stelt met de combinatie handel en hulp van minder méér te willen maken. Een algemeen advies volgens Manuela Monteiro, algemeen directeur van Hivos, is dan ook om vooral niet te gaan kaasschaven maar de huidige middelen met zoveel mogelijk verbeeldingskracht gericht in te zetten en ruimte te laten voor innovatieve ideeën.
Wat zou dat in de praktijk moeten betekenen? Wil Ploumen de eerste minister voor eerlijke handel worden dan zou ze er goed aan doen werk te maken van het wegnemen van handelsbelemmeringen voor arme landen en niet te vergeten landen in Noord Afrika. Handel betekent voor Afrika ook het aantrekken van investeerders die iets achterlaten en niet slechts uit zijn op een financiële klapper. Nederlandse investeerders die gebruik maken van lokale arbeid en toeleveranciers, lokaal inkopen en geen hulpbronnen verspillen kunnen gestimuleerd worden dat te doen. Maar de combinatie ‘handel en hulp’ vraagt met name om het verbeteren van de concurrentiekracht van ondernemers in het Zuiden, het eerlijker maken van handelsstromen en inclusieve groei.
Niet voor iedereen happy end
Het verhaal van de Afrikaanse groeicijfers, waar premier Rutte zijn vingers bij zou aflikken, heeft bij lange na niet voor iedereen een happy end. Die groei is voor een belangrijk deel te danken aan de gestegen grondstofprijzen, aangewakkerd door de onverzadigbare vraag van de economische reuzen uit Azië. De laatste tien jaar hebben daarbij laten zien dat talloze bedrijven die uit zijn op de quick wins Afrika in toenemende mate hebben weten te vinden als het nieuwe Wilde Westen. Dit heeft geleid tot snel toenemende, vaak perverse inkomensongelijkheid. Tot uitbuiting van arbeid, exploitatie van grondstoffen, en milieuvervuiling die moeilijk terug te draaien is. In dit verhaal zijn het de veranderkrachten, kritische geluiden in de maatschappij, ja burgers zelf die alle steun verdienen om tegenwicht te bieden: de countervailing power.
Maatschappelijke ontwikkelingsorganisaties herbergen kennis, ervaring en expertise in de samenwerking met degelijke krachten. Nederland loopt daarin voor zoals ook de AIV in zijn laatste advies expliciet erkent. De huidige manier waarop deze organisaties gefinancierd worden is eindig. Deze tijd vraagt om een andere meer gerichte maar ook meer flexibele wijze van samenwerking.
Goud waard
Dat uitgangspunt is goud waard, in tijden van financiële beperkingen. Erkent Ploumen de strategische meerwaarde van ontwikkelingsorganisaties, hun eigenstandige rol bij maatschappijopbouw in het Zuiden, hun rol als watchdog dan kapitaliseert ze op de unieke Nederlandse situatie. Die zorgde namelijk voor dat andere exportartikel: mensenrechten.
Ontwikkelingshulp anno 2013 betekent actief invulling geven aan de rechtenagenda, politieke en sociale rechten. Dit past in de traditie van Nederland als bevorderaar van internationaal recht en stabiliteit. Een mooi en concreet voorbeeld van hoe ontwikkelingsorganisaties daartoe bijdragen is de benoeming, bijna precies een jaar geleden, van Willy Mutunga als opperrechter in Kenia. Hivos heeft deze voormalig politieke gevangene en mensenrechtenactivist jaren gesteund, in moeilijke tijden. Mutunga’s missie is het schoonmaken van de corrupte cultuur in het justitieel apparaat waarin het soms meer loont om een rechter om te kopen dan een advocaat in te huren.
Ontwikkelingssamenwerking is buitenlands beleid met andere middelen. Pas als burgers beter geïnformeerd zijn, beter geschoold en geëmancipeerd, kunnen falende leiders kritischer aan de tand worden gevoeld. Pas dan zullen ze sneller gedwongen zijn verantwoording af te leggen over de besteding van publieke middelen en zo een begin maken met beter bestuur. De rol van kritische, onafhankelijke media is hierin cruciaal.
Niet blindfocussen op beleidsthema’s voorgangers
Minister Ploumen wil focus aanbrengen en samenwerking aangaan met strategische partners, waaronder maatschappelijke organisaties. Dat is mooi maar laat ze zich vooral niet ‘blindfocussen’ op de prioriteiten die door haar voorganger zijn gekozen – water, voedselzekerheid, SRGR, veiligheid en rechtsorde. Dan gaan namelijk de oogkleppen op en zijn baanbrekende initiatieven zoals hierboven aangegeven straks niet meer mogelijk. Daarom pleit Hivos voor flexibiliteit en innovatieve ruimte buiten de vastgestelde kaders. Een vrijere ruimte die essentieel is om datgene te doen waar we echt goed in zijn. Meer Willy Mutunga’s kan onze wereld wel gebruiken.