
Agnes Mulder (CDA): ‘Ik roep Ploumen op tempo te maken’
Binnenkort presenteert minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking haar visie en beleid. Vice Versa vraagt de woordvoerders Ontwikkelingssamenwerking in de Tweede Kamer naar hun mening. Vandaag Agnes Mulder (CDA). Wat haar betreft mag het Nederlandse bedrijfsleven goed mee profiteren van het revolverend fonds: ‘Nederland hoeft zich niet te schamen voor haar eigenbelang.’
Ontwikkelingssamenwerking is van oudsher een belangrijk thema voor het CDA. Niettemin werden de forse bezuinigingen tijdens Rutte I ingezet onder een christendemocratische Ben Knapen. Volgens huidig CDA-woordvoerster voor Ontwikkelingssamenwerking Agnes Mulder zette hij hiermee de juiste koers in die minister Ploumen de komende jaren dient te volgen.
Vooralsnog komt uit de schoorsteen van het ministerie van Ontwikkelingshulp en Buitenlandse Handel nog geen witte rook tevoorschijn en wordt Mulder het wachten langzaam beu. ‘Zolang ik niet weet hoe Ploumen’s beleid er uitziet, kan ik weinig anders doen dan afwachten’, verzucht zij in het restaurant van de Tweede Kamer. Dit weerhoudt haar er uiteraard niet van om haar verwachtingen en idealen uit te spreken.
‘Ik wacht in spanning af wat Ploumen gaat doen, want ze wilnatuurlijk heel veel bezuinigen. Ik hoop wel dat er zoveel mogelijk overeind blijft van het beleid van Knapen. Die heeft al een aantalenorme hervormingen doorgevoerd en vier speerpunten (waterbeheer, landbouw, democratisering/justice en HIV/aids, red.) voor een goed ontwikkelingsprogramma opgesteld. Die punten zijn zorgvuldig gekozen, dus hopelijk blijven die intact. Het is namelijk erg onverstandig om na twee jaar de boel weer overhoop te gooien. Voor je lange termijn visie en perspectief is zoiets dodelijk.’
Heeft u de indruk dat Ploumen daadwerkelijk zal voortborduren op het beleid van Knapen?
‘Ze heeft dat in eerste instantie wel gezegd. Ik heb ook nog een motie ingediend om zijn beleid overeind te houden, maar kreeg daar helaas geen meerderheid voor. In elk geval geldt voor mij: wie er ook minister is, ik hoop er op dat de belangrijkste punten uit Knapen’s beleid worden voortgezet.
Wat hij namelijk heel goed heeft gedaan is om een koppeling te maken naar topsectoren als water en landbouw. Dat zijn zaken waar Nederland in uitblinkt. Een mooi voorbeeld: tijdens een missie naar Colombia heeft Knapen ooit gevierd dat Nederland niet langer hulp hoefde te verlenen aan dat land. De zaken waren op dat gebied op orde. Maar de Colombiaanse premier gaf toen wel aan dat zij nog begeleiding nodig hadden op het gebied van water en landbouw. Knapen heeft het bedrijfsleven ingeschakeld en op die manier is er veel handel tussen Nederland en Colombia ontstaan. Zo komen hulp en handel op een hele mooie manier bij elkaar. Wat dat betreft ben ik ook blij met de gecombineerde ministerspost.’
Ploumen’s voorgenomen handelsbenadering is dus niets nieuws onder de zon?
‘Nee, want dat deel is al door Ben Knapen ingezet. Ik ben blij dat zij dit punt integraal overneemt, dat toont aan dat Knapen het goed heeft gedaan. Maar het is ministens zo belangrijk dat Ploumen een visie neerlegt waarin zij duidelijk maakt hoe zij het Nederlands bedrijfsleven wil betrekken. In Nederland drijven wij gewoon op export, dus moet je daar niet te lang mee wachten. Vooral nu we in een crisis zitten is export op korte termijn belangrijk voor de positieverbetering van onze bedrijven. Het is belangrijk om je daarbij ook te richten op landen die misschien niet bovenaan de lijst van investeringsplekken voor het midden en klein bedrijf (mkb) staan.
Daarnaast pleit ik voor intensivering van de samenwerking met bedrijven en organisaties die reeds in die landen actief zijn. Tijdens een recent debat heb ik een casus besproken waarin het ministerie van Buitenlandse Zaken zich richtte op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in Kenia en hiervoor contact opnam met een lokale partij. Daarbij gingen ze echter voorbij aan de Nederlandse bedrijven die al langer in Kenia gevestigd zijn. Dat soort kansen mag Nederland niet meer laten lopen.’
Mulder vindt het in dit opzicht ook geen prettig vooruitzicht dat er straks een flink aantal Nederlandse ambassades gesloten worden. ‘Het zou heel jammer zijn als wij straks kansen op goede handel mislopen omdat ambassades sluiten. Daarmee ontneem je Nederlandse ondernemers goede informatiepunten in het buitenland. Ik heb gehoord dat landen onze posten kunnen kopen. Als er interesse is van snelgroeiende landen in onze posten, dan moet je jezelf afvragen: wat doen wij dan fout?’
Stel dat u in de schoenen van minister Ploumen zou staan, waar zou u dan op bezuinigen?
‘Die aap neem ik niet op mijn schouder. De VVD en PvdA willen bezuinigen, dan is het aan die partijen om met een idee te komen. Wel heb ik recent al een voorzet gegeven. Met mijn voorstel om de begrotingssteun te schrappen heb ik al een eerste bezuiniging gerealiseerd voor de minister. Nu is het aan haar.’
Een ander punt uit haar programma. Hoe kijkt u aan tegen het revolverend fonds?
‘Ploumen moet kijken hoe zij dat geld zo effectief mogelijk kan inzetten. Daarbij zou ik extra aandacht willen besteden aan de mogelijkheden van het fonds om ons eigen bedrijfsleven te steunen. De hoorzitting over het fonds heeft duidelijk gemaakt dat die vraag er is en dat we slim kunnen aanhaken op de bestaande behoefte uit het bedrijfsleven.
Nederland hoeft zich niet te schamen voor haar eigenbelang. Je moet altijd het verdienmodel in acht nemen. Als dat er niet is, dan gaat geen enkele mkb’er naar een ontwikkelingsland toe. Er zijn partijen voor wie ‘winst’ soms wel een vies woord lijkt, maar dat is het niet. Winst is gezond. Het zorgt voor continuïteit van een bedrijf, het houdt mensen aan het werk, het onderhoudt gezinnen. Daar is niets mis mee.’
Mulder vervolgt; ‘Maar bedenk wel goed dat je niet het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Geef het geld niet zomaar uit met de boodschap “alsjeblieft en zie je maar te redden”. Er moet worden gekeken naar the missing middle. Sommige groepen die juist in de groei moeten zitten, zoals het mkb in ontwikkelingslanden, komen heel moeizaam aan financiering. Het fonds zou voor die groep een oplossing kunnen bieden. Ook zou ik het fonds graag zien ingezet worden voor kredietverstrekking aan vrouwen in het Midden-Oosten, waar dat nu nog onmogelijk is.’
Zou het fonds volgens u een hoog risicoprofiel moeten hebben?
‘Bij het verstrekken van het fonds kan een voorbeeld worden genomen aan de aanpak van kredietunies. Die unies hebben een heel lage default rate. De kredietgebruikers wordt een stuk training aangeboden, daarmee haal je het kredietrisico enorm naar beneden.Ook voor een revolverend fonds is het belangrijk om dat risico zo laag mogelijk te houden. Hoe krijg je zoveel mogelijk voor elkaar met zo min mogelijk geld, dáár gaat het om. Wat dat betreft mag Ploumen snel met haar visie naar buiten komen. Het helpt het revolverend fonds niet om de plannen continu uit te stellen.’
Ploumen stelt volgens u teveel dingen uit?
‘Niet de hele tijd natuurlijk. Maar nu lijkt het alsof er behoorlijk vaak kleine stukjes worden uitgehaald die weer worden doorgeschoven. De minister heeft twee weken geleden toegezegd om voor de zomer te gaan kijken naar de exportfinanciering. Je zou verwachten dat dit punt in haar visie, die ieder moment naar buiten kan komen, zou staan. . Stel je bent ondernemer en ziet wel wat in het revolverend fonds, dan wil je toch weten waar je aan toe bent? Op deze vertraging zit ons bedrijfsleven niet te wachten Ik roep de minister dan ook op tempo te maken.’
Een ander deel van het budget is gereserveerd voor internationale veiligheid. Bestaat daar volgens u al wel meer duidelijkheid over?
‘Dit moet natuurlijk afgestemd worden met Defensie. Maar in het debat met minister Hennis-Plasschaert merk ik dat zij misschien wel een andere kant op wil dan minister Ploumen. Ik weet nog steeds niet of het geld (250 miljoen euro, red.) gebruikt wordt voor bijvoorbeeld piraterijbestrijding, de Patriotrakketen in Oost-Turkije of eventuele hulp bij de Franse missie in Mali. Ik heb geen flauw idee hoe de twee ministers daar nu samen over denken.
Het geld was natuurlijk onderdeel van Defensie en wordt nu doorgeschoven naar Ontwikkelingssamenwerking. Dat is nu eenmaal gebeurd, maar dat geld moet wel effectief besteed worden. Ook Defensie heeft namelijk harde klappen gehad. Kijk dus goed hoe die investeringen rendement kunnen opleveren en ontwikkelingsrelevant zijn.’
Op welke manier kunnen dergelijke missies volgens u ontwikkelingsrelevant zijn?
‘Stel je wilt handel drijven met Kenia. Dan is het wel de bedoeling dat vrachtschepen vanuit Rotterdam daar veilig naartoe kunnen varen. Door de marine daar te laten patrouilleren kan Defensie in die zin best bijdragen aan de bevordering van handel tussen Nederland en Kenia. Ik hoor graag hoe het kabinet hier en over de andere zaken met één mond over spreekt. Maar nogmaals; laat Ploumen maar met haar visie komen.’
Heeft u vertrouwen in minister Ploumen als opvolger van Ben Knapen?
‘Dat kan ik nu niet zo zeggen. Ook dat is een kwestie van afwachten. Ploumen slaat in feite een brug tussen bedrijfsleven en de os-sector. Hopelijk weet ze deze koopman, dominee-rol goed te vervullen. Vanuit het bedrijfsleven horen wij in ieder geval al veel positieve berichten, dat vind ik mooi. Als het bedrijfsleven denkt: met deze minister kunnen we zaken doen. Dan is dat heel belangrijk voor de handel van Nederland. Ik hoop dus dat ze het waar gaat maken.’